European Commission
IP/02/235
Brussel, 13 februari 2002
Barcelona: de Commissie wil tegen 2005 meer mobiliteit op de Europese
arbeidsmarkt
De Commissie heeft vandaag een actieplan goedgekeurd om de obstakels
voor mobiliteit tussen banen en tussen lidstaten op de EU-arbeidsmarkt
tegen 2005 uit de weg te ruimen. De Commissie deed een dringende
oproep aan de regeringen, het bedrijfsleven en de werknemers zelf om
werknemers meer mogelijkheden voor arbeidsmobiliteit en betere banen
te bieden en meer inspanningen te leveren om geografische mobiliteit
en een goed presterende arbeidsmarkt tot stand te brengen. Een
belangrijk en opvallend initiatief ten behoeve van de EU-burgers is
een Europese ziektekostenverzekeringskaart. Uit gegevens over
arbeidsmobiliteit blijkt dat in 2000 slechts 16,4% van de werknemers
in de EU sinds minder dan een jaar bij hun werkgever werkte, tegen 30%
in de VS. Wat geografische mobiliteit betreft, is 1,2% van de
EU-bevolking in een andere regio gaan wonen, terwijl in de VS 5,9%
naar een andere county is verhuisd. Het actieplan sluit aan op de
aanbevelingen van de task force op hoog niveau voor vaardigheden en
mobiliteit die de Commissie vorig jaar heeft opgericht om de concrete
obstakels voor arbeidsmobiliteit in de EU in kaart te brengen. Het
actieplan zal in maart op de top van Barcelona worden gepresenteerd
als vervolg op het voorjaarsverslag "Verandering in de praktijk" van
de Commissie.
Anna Diamantopoulou, commissaris voor Werkgelegenheid en sociale
zaken, licht toe: "Werknemersmobiliteit is het zwakke broertje van de
EU-vrijheden, en moet meer aandacht krijgen van de regeringen, het
bedrijfsleven en de werknemers. Mobiliteit is van wezenlijk belang om
betere banen te scheppen en het tekort aan vaardigheden op de Europese
arbeidsmarkt aan te vullen. In het dagelijkse leven van de burger zal
ongehinderde geografische mobiliteit bovendien, net als de euro, een
tastbare verwezenlijking van de EU vormen".
Viviane Reding, commissaris voor Onderwijs en cultuur, verklaart:
"Investeren in onderwijs en alle Europeanen de nodige vaardigheden
meegeven die ze nodig hebben in de kenniseconomie is voor de EU een
prioriteit. Dit actieplan is een verdere stap in het
veranderingsproces met het oog op beter opgeleide burgers".
Het actieplan moet drie uitdagingen aanpakken: onvoldoende
arbeidsmobiliteit, onvoldoende geografische mobiliteit en onvoldoende
toegang tot informatie over mobiliteit.
De Commissie stelt voor, maatregelen te treffen om:
* de onderwijsstelsels beter af te stemmen op de behoeften van de
arbeidsmarkt;
* wettelijke en administratieve belemmeringen voor beroepserkenning
en de erkenning van formele kwalificaties en niet-formeel leren te
verminderen;
* socialezekerheidsrechten (met inbegrip van pensioenrechten) in de
hele Europese Unie overdraagbaar te maken. Een praktische en
symbolische maatregel in dit verband is een Europese
gezondheidskaart die de huidige formulieren voor geneeskundige
verzorging in een andere lidstaat vervangt. Deze kaart verandert
de bestaande rechten en plichten niet, maar vereenvoudigt de
procedures;
* de wisselwerking tussen het immigratiebeleid, het
werkgelegenheidsbeleid en het sociale beleid te onderzoeken.
De arbeidsmobiliteit (d.w.z. het veranderen van baan) is in de EU
relatief laag. Zo werkte in 2000 gemiddeld slechts 16,4% van de
werknemers sinds minder dan een jaar bij hun werkgever, tegen ongeveer
30% in de VS.
Een lage arbeidsmobiliteit is vooral een probleem in minder
ontwikkelde regio's. Daarom is er vooral daar meer behoefte aan
investering in human resources, vooral doordat het aantal minder
ontwikkelde regio's met de uitbreiding zal toenemen.
Wat de mobiliteit tussen landen betreft, zijn in 2000 slechts 225 000 mensen (0,1% van de EU-bevolking) naar een ander land verhuisd, en is in 1999 slechts 1,2% naar een andere regio verhuisd. In de VS is in 1999 5,9% van de totale bevolking naar een andere county (ongeveer het equivalent van een regio) verhuisd, bijna vijf keer meer dan in de EU. Daarnaast komen in Europa echter ook steeds meer andere, flexibelere vormen van werknemersmobiliteit voor, bijvoorbeeld tijdelijke migratie, lange-afstandspendelen (dankzij meer hogesnelheidsvervoer) en grensarbeid (er zijn een half miljoen grensarbeiders).
Om de mobiliteit op de EU-arbeidsmarkt zichtbaar en meetbaar te
vergroten voor 2005, stelt de Commissie de volgende dringende
maatregelen voor:
Arbeidsmobiliteit
1. Concrete maatregelen ten behoeve van kosteloze toegang tot de
verwerving van de belangrijkste basisvaardigheden voor iedereen, op
wat voor leeftijd dan ook. EU-kwaliteitsmerken voor de beste
ICT-gebaseerde leersystemen.
2. Streefcijfers voor een groter aantal leerlingen en studenten, met
name vrouwen, op het gebied van wiskunde, natuurwetenschappen en
technologie. Betere informatie en advies voor meisjes en vrouwen over
arbeidsmogelijkheden op het gebied van natuurwetenschappen en
technologie.
3. Streefcijfers voor het opleidingsniveau. Een betere integratie van
jongeren met een handicap, jongeren met leermoeilijkheden, immigranten
en etnische minderheden in de onderwijsstelsels.
4. Nauwere banden tussen de onderwijssector en de arbeidsmarkt.
Oprichting van een netwerk van adviesorganen voor het bedrijfsleven en
het onderwijs.
5. Streefcijfers voor de deelname van (met name oudere) werknemers aan
bij- en nascholing in het bedrijf. Incentives voor bedrijven en
werknemers.
6. Prijzen voor bedrijven of overheidsinstellingen met bijzonder
innovatieve strategieën voor levenslang leren.
7. In de hele EU geldende definities, normen en erkenning van
ICT-vaardigheden.
8. Betere monitoring en afstemming van ICT-vaardigheden op de
behoeften van het bedrijfsleven. Opstelling van gedetailleerde
vaardigheidsprofielen.
9. Erkenning van niet-formeel leren en werkervaring in de hele EU.
10. Ontwikkeling van een "EU-module" voor de erkenning van onderwijs-
en opleidingskwalificaties.
11. Meer publieke middelen voor human resources development. Onder
andere moet worden overwogen meer middelen uit te trekken voor het
Europees Sociaal Fonds en steunmaatregelen in het kader van de
uitbreiding van de EU.
Geografische mobiliteit
12. Effectief behoud van de socialezekerheidsrechten van werknemers
die in een andere lidstaat gaan wonen. Effectieve toegang tot het
recht om in andere lidstaten te verblijven en te werken (met name in
de publieke sector).
13. Invoering van een EU-ziektekostenverzekeringskaart.
14. Instelling van meeneembare aanvullende pensioenrechten.
15. Duidelijkere en gebruiksvriendelijkere EU-regels voor de erkenning
van kwalificaties voor gereglementeerde beroepen.
16. Meer inspanningen om een interne markt voor grensoverschrijdende
dienstverlening tot stand te brengen en obstakels voor de vrijheid van
vestiging uit de weg te ruimen.
17. Hervorming van de belastings- en uitkeringsstelsels en analyse van
het functioneren van de woningmarkt (belastingen en tarieven voor
notarissen, kadasters, makelaars) om de regionale mobiliteit binnen de
lidstaten te bevorderen.
18. Mogelijkheden om vroeger te beginnen met talen leren, ten laatste
op acht jaar. Leerlingen moeten de mogelijkheid krijgen om tegen het
einde van het verplichte onderwijs twee Europese vreemde talen te
leren.
19. Studenten moeten de mogelijkheid krijgen om een derde van hun
hogere opleiding in een andere lidstaat te volgen.
20. In de hele EU geldende vrijwillige minimumnormen voor onderwijs en
opleiding om de mobiliteit in niet-gereglementeerde beroepen te
bevorderen.
21. Opheffing van lokale, regionale of nationale beperkingen inzake
kwalificaties in collectieve arbeidsovereenkomsten.
22. Goedkeuring van een gemeenschappelijk immigratiebeleid.
Niet-EU-burgers die in een lidstaat verblijven, moeten in de hele EU
soortgelijke rechten krijgen als EU-burgers, met name wat verblijf,
werk en sociale zekerheid betreft.
Informatie over arbeidsmogelijkheden in de EU
23. Ontwikkeling van een "one stop"-internetsite over Europese
mobiliteit. Gedetailleerde informatievoorziening over gereglementeerde
beroepen.
24. Uitbreiding van het EURES-systeem (on-linesysteem om werk te
zoeken in de EU), met onder andere een gemeenschappelijke
beroepenclassificatie. EURES moet een routine-instrument worden voor
de nationale diensten voor arbeidsvoorziening.
25. EU-informatiecampagne over mobiliteit, met onder andere campagnes
per bedrijfssector.
In het kader van bovengenoemde initiatieven zal de Commissie zich
strikt aan het subsidiariteitsbeginsel houden.
Achtergrond
In juni 2001 heeft Anna Diamantopoulou, commissaris voor
Werkgelegenheid en sociale zaken, een task force voor vaardigheden en
mobiliteit opgericht. Deze vormt een belangrijk onderdeel van de
strategie van de Commissie om de belemmeringen voor mobiliteit uit de
weg te ruimen en de vaardigheden van de Europese werknemers op alle
niveaus te verbeteren. De task force is bij zijn werkzaamheden
uitgegaan van drie beginselen. Ten eerste is vrij verkeer binnen de
Europese interne markt een fundamentele doelstelling van de Europese
Unie, en moeten de obstakels daarvoor uit de weg worden geruimd. Ten
tweede is de ontwikkeling van een kennismaatschappij een centrale
factor in het concurrentievermogen en de groei in een globale
economie. Daarom moet het beleid ter bevordering van het verwerven van
vaardigheden in Europa worden versterkt. Ten derde zijn zowel vrij
verkeer als de totstandkoming van een kennismaatschappij essentiële
voorwaarden voor het verwezenlijken van volledige werkgelegenheid in
Europa, een doelstelling die de Europese Raad van Lissabon begin 2000
heeft vastgesteld. Op basis van het verslag van de task force zal de
Commissie dit actieplan in maart 2002 voorleggen aan de Europese Raad
van Barcelona.
http://europa.eu.int/comm/employment_social/news/2002/feb/ap_fr.htm
http://europa.eu.int/comm/employment_social/news/2002/feb/ap_en.htm
http://europa.eu.int/comm/employment_social/news/2002/feb/ap_de.htm
Bijlage
Actieplan voor mobiliteit en EU-gezondheidskaart
Doel
* Obstakels voor mobiliteit uit de weg ruimen voor werknemers,
studenten en reizigers in de EU. De burgers een tastbaar symbool
van Europa geven.
Wat is de Europese gezondheidskaart?
* Een elektronische kaart ter vervanging van het bestaande
E111-gezondheidsformulier
* Minder administratieve rompslomp
* Een bewijs dat u in de hele EU recht hebt op gezondheidszorg en
dat uw eigen lidstaat deze terugbetaalt
Wat is de Europese gezondheidskaart niet?
* De kaart geeft geen nieuwe rechten
* De kaart komt niet in de plaats van nationale gezondheidskaarten
* U kunt uw bestaande nationale socialezekerheidskaart niet in een
andere lidstaat gebruiken
* De kaart zal geen gegevens over de gezondheidstoestand van de
kaarthouder bevatten