European Commission

IP/02/246

Brussel, 13 februari 2002

Rundvlees: Commissie gaat akkoord met 8.94 miljoen euro aan inkomenssteun voor landbouwers in Oostenrijk en andere steunmaatregelen in België en Duitsland om de consumenten te beschermen tegen BSE

De Europese Unie heeft vandaag Oostenrijk toestemming gegeven om in totaal 8.94 miljoen aan inkomenssteun te betalen aan rundveemesters die tussen januari en juni 2001 verliezen hebben geleden door de gevolgen van de BSE-crisis. Normaliter mogen de lidstaten geen dergelijke inkomenssteun betalen, maar de Commissie erkent dat de huidige crisis op de rundvleesmarkt uitzonderlijk is en daarom deze steun rechtvaardigt. De Commissie heeft eveneens ingestemd met de toekenning van staatssteun voor andere met BSEsamenhangende maatregelen in België en Duitsland, zoals BSE-tests en vernietiging van risicomateriaal. Voor Duitsland komt deze steun neer op ongeveer 51 miljoen. De Belgische maatregel bestaat uit een gedeeltelijke vergoeding van de kosten van BSE-tests.

De volgende steunregelingen zijn door de Commissie goedgekeurd:

Oostenrijk

De staatssteun wordt toegekend in de vorm van inkomenssteun in de volgende drie deelstaten: Neder-Oostenrijk, ongeveer 3.3 miljoen; Steiermark, ongeveer 1.94 miljoen; Opper-Oostenrijk, ongeveer 3.7 miljoen.

België

Slachthuizen moeten de eigenaren van geslachte runderen een bedrag van 0.18 / kg slachtgewicht in rekening brengen. Het bedrag is in feite een heffing, waarvan de opbrengst wordt gebruikt om de kosten van BSE-tests te dekken.

Duitsland

De staatssteun wordt eigenlijk in Beieren toegekend. De steun wordt verstrekt om de kosten voor het verbranden van vlees- en beendermeel en dierlijke vetten, alsmede het vervoer van dit risicomateriaal naar de verbrandingsinrichting gedeeltelijk te compenseren. De steun beperkt zich tot ongeveer 112.5 per ton vlees- en beendermeel of dierlijk vet en de totale begrotingsmiddelen voor de steunmaatregel bedragen ongeveer 51 miljoen.

Op grond van de door de lidstaten ingevoerde en door de Commissie toegepaste regels inzake overheidssteun mogen de lidstaten normaliter geen inkomenssteun betalen aan landbouwers, aangezien dit de concurrentie zou kunnen verstoren en de werking van de gemeenschappelijke marktordeningen zou kunnen belemmeren. Alleen in uitzonderlijke situaties mag dergelijke steun worden toegekend om de schade te vergoeden die door deze situaties is veroorzaakt. De Commissie erkent de huidige crisis op de rundvleesmarkt, die eind 2000 is veroorzaakt door de angst voor BSE, als een dergelijke uitzonderlijke situatie.

De Commissie wijst erop dat het niet de daling van de verkoop of de omzet als zodanig is die als uitzonderlijk wordt beschouwd. Prijsschommelingen zijn binnen bepaalde landbouwsectoren een welbekend cyclisch verschijnsel. Volgens de Commissie zijn de verkoopdaling en de inkomensverliezen voor landbouwers het gevolg van een buitengewone en zeldzame combinatie van factoren, namelijk het sluiten van de exportmarkten voor rundvlees uit de Gemeenschap en de sterke negatieve reactie van de Europese consumenten. Voor en tegelijk met deze ontwikkelingen heeft zich een reeks gebeurtenissen voorgedaan, zoals de eerste gevallen van BSE in landen als Duitsland, Italië en Spanje, het verbod op het op de markt brengen van alle vlees- en beendermeel als diervoeder in de hele gemeenschap, en het soms omstreden crisisbeheer op nationaal niveau.

In haar onderzoek naar de inkomenssteun is de Commissie nagegaan of de omvang van de steun overeenkwam met de door de betrokken lidstaten aangetoonde verliezen in de rundvleessector. De verliezen werden gemeten door de verkoop- en slachtprijzen tijdens de crisis te vergelijken met die in dezelfde periode van 2000. De Commissie heeft ook onderzocht of de voorwaarden voor de betaling van de steun aan de landbouwers konden leiden tot overcompensatie op individueel niveau en heeft de verzekering gekregen dat dit niet het geval zal zijn.

Voor de andere toegestane steunmaatregelen, met betrekking tot BSE-tests en het verwijderen van risicomateriaal, heeft de Commissie vastgesteld dat de steun de kosten niet zal overschrijden en dat hij wordt toegekend als onderdeel van een ruim programma ter bestrijding van de ziekte. Bovendien eist de Commissie dat bij het verwijderen van het risicomateriaal de communautaire regelgeving inzake afvalbehandeling wordt nageleefd.

De lidstaten hebben de voorwaarden voor toekenning en betaling van deze steun vastgesteld en zij zijn als enige verantwoordelijk voor het afhandelen van de betalingen. Zij kunnen extra voorwaarden verbinden aan de steunverlening. Niet alle nu goedgekeurde staatssteun zal noodzakelijkerwijs ook worden uitbetaald. Het gemeenschapsrecht verplicht de lidstaten niet tot het toekennen van dergelijke staatssteun.

De tekst van de besluiten zal beschikbaar zijn op het onderstaande Internetadres:

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h tm#aides

zodra de lidstaten hebben aangegeven of zij bepaalde als vertrouwelijke informatie te beschouwen delen van het besluit willen schrappen. De beschikkingen zijn te vinden onder steunmaatregelen N 787/01 (Neder-Oostenrijk), N 35/02 (Steiermark), N 744/01 (Boven-Oostenrijk), N 21/02 (België), N 203/2001 (Beieren).