---

Ministerie van Defensie



---

Uitkomst onderzoek ongewenst gedrag stemt tot tevredenheid

13-02-2002

Ongewenst gedrag doet zich binnen de Defensie-organisatie voor, maar in vergelijking met de Nederlandse beroepsbevolking minder vaak. Dat is de conclusie van een onderzoek dat het bureau ethiek en integriteit van KPMG heeft gedaan naar ongewenst gedrag binnen Defensie. Hieronder verstaat de organisatie onder andere discriminatie, seksuele intimidatie, pesten en roddelen.

Defensie heeft de afgelopen jaren tal van maatregelen genomen om ongewenst gedrag binnen de krijgsmacht te voorkomen. De maatregelen die zijn genomen liggen vooral op het terrein van opleiding, training en vorming. Tevens is een vangnet gecreëerd dat onder andere bestaat uit een netwerk van vertrouwenspersonen, een meldpunt voor ongewenst gedrag en een registratiesysteem.

Om te achterhalen of dit beleid op termijn ook tot het gewenste resultaat leidt, heeft KPMG in december vorig jaar een zogenoemde nul-meting naar ongewenst gedrag binnen de Defensieorganisatie uitgevoerd. Aan tien procent van het totale personeelsbestand is daarbij gevraagd in hoeverre men de afgelopen twaalf maanden slachtoffer is geweest van ongewenst gedrag of dergelijk gedrag in de directe werkomgeving heeft aangetroffen. De onderzoekers constateren dat bij Defensie minder vaak ongewenst gedrag voorkomt, dan gemiddeld binnen de Nederlandse beroepsbevolking. Zo komt bijvoorbeeld naar voren dat het defensiepersoneel minder vaak roddelt, beledigt en discrimineert naar uiterlijk en leeftijd. Ook komt lichamelijk geweld en roekeloos gebruik van organisatiemiddelen binnen Defensie aanzienlijk minder vaak voor. Elkaar uitschelden of racistische opmerkingen komen naar verhouding iets vaker voor. Tegelijkertijd ondervindt men van deze twee vormen van ongewenst gedrag relatief weinig last.

Om te kunnen zien of de genomen maatregelen effect sorteren zal begin 2003 een rapportage verschijnen waarmee duidelijk moet worden of het aangescherpte beleid inderdaad de gewenste positieve effecten heeft. Waarschijnlijk wordt ook over twee jaar een vervolgonderzoek naar ongewenst gedrag gehouden. Eventuele veranderingen worden dan zichtbaar.


* Brief van staatssecretaris Van Hoof aan de Tweede Kamer