Technische Universiteit Eindhoven

13 februari 2002

PERSBERICHT
Dubbelpromotie Wim Konz (projectmanager Projecten Innovatie Team) en Constant van den Thillart (milieumanager Heineken) aan TU Eindhoven Industriële symbiose op bedrijventerreinen Samenwerking van bedrijven en overheden op bedrijventerreinen levert aanzienlijke voordelen op. Hierdoor kan het kwaliteitsniveau van dergelijke terreinen op peil blijven of zelfs verbeterd worden. Industriële symbiose is een aantrekkelijk middel om te komen tot duurzame (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen. Bovendien kan industriële symbiose bijdragen aan de invulling van het begrip duurzaam ondernemen. Deze conclusies trekken Wim Konz en Constant van den Thillart in hun proefschrift "Industriële symbiose op bedrijventerreinen". Zij hebben samen één dissertatie geschreven en de verdediging is vrijdag 22 februari om 15.00 uur aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Promotoren zijn prof.dr.ir. F.J.J.G. (Frans) Janssen, hoogleraar milieutechnologie aan de faculteit Scheikundige technologie aan de TU/e en prof.dr. J.M. (Jacqueline) Cramer, hoogleraar milieukunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De promovendi hebben tijdens hun onderzoek beleidsondersteunende modellen ontwikkeld voor monitoring en investering. Deze modellen zijn in de praktijk getest en het zijn nu de eerste bruikbare integrale monitoringsystemen voor bedrijventerreinen. Ook is in het proefschrift een praktisch hanteerbare manier voor het opbouwen van parkmanagement uitgewerkt. De 56-jarige C.C.F.M. van den Thillart MSc. uit Berlicum is als milieumanager in dienst van de brouwerij Heineken in 's-Hertogenbosch. Hij is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het milieubeleid binnen genoemde vestiging. Constant van den Thillart is bestuurslid van de Stichting Duurzame Revitalisering RiVu. De 54-jarige ir. W.J.M. Konz uit 's-Hertogenbosch is projectmanager bij het Projecten Innovatie Team op het gebied van milieu en economie en vanuit zijn functie nauw betrokken bij bedrijventerreinprojecten. Wim Konz is adviseur van de Stichting RiVu. Ervaringen verwerkt in onderzoek
Beide promovendi, werkzaam op het grensvlak van overheid en bedrijfsleven, hebben vanuit hun dagelijkse praktijk de samenwerking van bedrijven en overheid op de schaal van bedrijven-terreinen bevorderd. "Op dat niveau is het beleid overzichtelijk en transparant te krijgen en zijn eventuele problemen tastbaar en daardoor beter oplosbaar", aldus de onderzoekers.
Zij hebben in hun onderzoek ervaringen verwerkt, die ze hebben opgedaan bij de begeleiding van vele projecten. En met name bij de initiëring en uitbouw van een belangrijk, nog lopend project: de duurzame revitalisering van het bedrijventerrein De Rietvelden/De Vutter in s-Hertogenbosch. Dit project is een van de boegbeelden van de in 1997 gepubliceerde nota Milieu en Economie van de hand van diverse ministeries.
De onderzoekers in dit kader: "Ervaringen bij de revitaliseringsproblematiek hebben geleerd dat het bereiken van resultaten niet eenvoudig is. Vooral door de top-down benadering van het beleid en het ontbreken van vertrouwen tussen overheid en bedrijfsleven."
Doel van het onderzoek is om aan te geven hoe op bedrijventerreinen bottom-up de voordelen van industriële symbiose kunnen worden gerealiseerd. Dit kan met name door middel van het versterken van het strategisch en operationeel management van bedrijventerreinen van zowel overheid als bedrijfsleven. Modellen
De ontwikkelde modellen zijn toegepast in een praktijksituatie door middel van een tweetal onderzoeken bestaande uit enquêtes van 70 bedrijven in 1996 en interviews bij 18 representatieve bedrijven in 2000.
Ook is een model opgesteld voor de kwalitatieve beschrijving van duurzaamheid van het bedrijventerrein RiVu. Aangetoond is dat de duurzaamheid van het terrein vanaf 1996 licht is toegenomen. De duurzaamheidspotenties van energie, logistiek en hinder zijn gestegen, terwijl die van matrialen, water, ruimte en biodiversiteit constant zijn gebleven. Het investeringsmodel is op een drietal praktijkvoorbeelden toegepast en maakt de meest duurzame opties zichtbaar. De drie voorbeelden zijn:

1. behandeling van industriële restwaterstromen;
2. multimodaal transport van containers;

3. watervoorzieningen op een bedrijventerrein.