European Commission

IP/02/242

Brussel, 13 februari 2002

Commissie hecht goedkeuring aan herziene regeling inzake steun voor grote investeringen in onder meer de automobielindustrie en de sector synthetische vezels

Vandaag heeft de Europese Commissie ingestemd met een ingrijpende hervorming die moet uitmonden in een gestroomlijnder, eenvoudiger en doelmatiger regeling voor het controleren van staatssteun ten behoeve van grote investeringsprojecten in de EU. De zogeheten "Multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten" moet zorgen voor een grotere transparantie en voor een daling van het totale subsidieniveau in de Europese Unie, wat zowel de mededinging als de belastingbetalers ten goede zal komen. De nieuwe kaderregeling zal op 1 januari 2004 in werking treden. Voor de automobielindustrie en de sector synthetische vezels zal de kaderregeling reeds op 1 januari 2003 van kracht worden. Beide aspecten, namelijk grotere transparantie en een sterke vermindering van de steun, liggen in de lijn van de conclusies van de Europese Raad van Stockholm, die de lidstaten heeft gevraagd de staatssteun af te bouwen. De hervorming heeft tot gevolg dat de lidstaten meer verantwoordelijkheid zullen dragen bij de toepassing van de staatssteunregels. Tegelijkertijd moeten de regels een doelmatige controle van de staatssteunniveaus in een grotere en meer heterogene Gemeenschap mogelijk maken.

"Hoofddoel van de nieuwe kaderregeling is de subsidiewedloop tussen Europese regio's bij het aantrekken van grote projecten tegen te gaan. Een dergelijk subsidie-opbod druist immers duidelijk in tegen het gemeenschappelijk Europees belang", aldus de heer Mario Monti, het EU-Commissielid verantwoordelijk voor mededingingszaken. "De nieuwe kaderregeling zal overal in de Gemeenschap op dezelfde wijze worden toegepast. Voor elke regio wordt dezelfde reductieschaal ingevoerd teneinde het concurrentieverstorende effect van de verlening van aanzienlijke steun voor grote projecten tot een minimum te beperken en tegelijkertijd voor gebieden die met verschillende regionale problemen worden geconfronteerd, ook verschillende steunniveaus te handhaven".

Het Commissielid ging tevens nader in op de grotere transparantie en de snellere behandeling van steunzaken waartoe de herziene regeling aanleiding geeft: "In vergelijking met de huidige regeling zullen de aanmeldingsdocumenten veel eenvoudiger op te stellen zijn en zullen er minder projecten bij de Commissie behoeven te worden aangemeld. Voorts zullen de aangemelde projecten veel sneller worden behandeld dan thans het geval is. De Commissie zal enkel nagaan of het project geen ernstige concurrentieverstoringen kan teweegbrengen, waarbij veel minder complexe criteria zullen worden gehanteerd dan die welke momenteel worden toegepast.

Bovendien zal voor iedereen van meet af aan duidelijk zijn op hoeveel steun de onderneming kan rekenen. Dit is een belangrijke verbetering in vergelijking met de huidige regels, die geen zekerheid bieden omtrent het uiteindelijk toegestane steunbedrag".

Ten slotte herhaalde de heer Monti waarom nieuwe regels nodig zijn. "Onze ervaringen met de bestaande kaderregeling zijn ronduit teleurstellend: de regels zijn niet transparant genoeg. Bovendien vergde de behandeling van elke zaak veel tijd en werk. De resulterende steunniveaus waren onvoorspelbaar en doorgaans te hoog om onnodige concurrentieverstoringen te voorkomen".

Redenen waarom behoefte bestaat aan specifieke staatssteunregels voor grote projecten

Er wordt algemeen erkend dat een restrictieve aanpak van regionale steun ten behoeve van grootschalige, niet plaatsgebonden investeringsprojecten (d.w.z. projecten die de betrokken onderneming in diverse locaties kan uitvoeren) geboden is. Ten gevolge van de voltooiing van de interne markt is het immers meer dan ooit van belang een strenge controle op staatssteun voor dergelijke projecten uit te oefenen:

* de mededingingsvervalsende gevolgen van steunverlening nemen toe naarmate andere door de overheid veroorzaakte concurrentieverstoringen uit de weg worden geruimd en de markten opener worden en sterker geïntegreerd zijn;
* grote investeringen hebben minder te lijden onder de specifieke regionale problemen waarmee achtergebleven gebieden te kampen hebben;

* daarenboven beschikken ondernemingen die grote investeringen doen, gewoonlijk over een aanzienlijke onderhandelingsmacht ten opzichte van de steunverlenende instanties, wat tot een spiraal van steeds genereuzere steuntoezeggingen kan leiden waarbij soms veel meer steun wordt toegekend dan nodig is om de respectieve regionale handicaps te compenseren.

Om deze specifieke problemen te verhelpen, heeft de Commissie de "Multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten" ingevoerd, die sinds september 1998 van toepassing is. De thans doorgevoerde hervorming is gebaseerd op de ervaring die is opgedaan gedurende de ruim drie jaar dat deze kaderregeling is toegepast.

Oplossingen voor de tekortkomingen van de bestaande regels

Ten eerste heeft de bestaande kaderregeling, anders dan de bedoeling was, geen wezenlijke invloed gehad op het niveau van de staatssteun die grote investeringsprojecten genieten. De nieuwe regeling zal de steunniveaus verlagen volgens een schaal die gebaseerd is op de omvang van de investering. Ten tweede zijn de verschillende regels voor specifieke sectoren (zoals de automobielindustrie en de sector synthetische vezels) moeilijk toe te passen en hebben zij aanleiding gegeven tot een gebrek aan homogeniteit. De integratie ervan in de nieuwe kaderregeling zal resulteren in een ingrijpende vereenvoudiging van de bestaande wetgeving en een grotere transparantie van de staatssteuncontrole. Ten derde zal het gebruik van een veel eenvoudiger instrument de administratieve lasten van de overheidsinstanties op alle niveaus (nationaal, regionaal en lokaal) verlichten en de besluitvorming ten aanzien van de toelaatbare steunbedragen voor zowel investeerders als overheidsinstanties voorspelbaarder maken. Ten vierde voorziet de nieuwe kaderregeling in strengere regels voor sectoren die met structurele problemen te kampen hebben teneinde ernstige concurrentieverstoringen tegen te gaan.

Er wordt voldoende tijd gelaten om zich op de veranderingen voor te bereiden

In het licht van de ingrijpende wijzigingen die de hervorming met zich mee brengt, zal de nieuwe kaderregeling pas met ingang van 1 januari 2004 van toepassing zijn. De lidstaten zullen derhalve over voldoende tijd beschikken om zich voor te bereiden en ervoor te zorgen dat op grond van de oude regels opgezette investeringsprojecten gewoon kunnen worden uitgevoerd zoals gepland. De nieuwe kaderregeling zal gelden tot 31 december 2009.

Verminderde steunniveaus

Ook bij de nieuwe kaderregeling blijft het uitgangspunt voor de vaststelling van het toelaatbare steunniveau voor een gegeven project het steunplafond dat in de tussen de Commissie en de lidstaten overeengekomen regionale-steunkaarten is vastgelegd. Deze steunkaarten, die geldig zijn tot eind 2006 (eind 2003 in het geval van Duitsland), geven aan in welke regio's investeringen voor nationale of regionale steun in aanmerking komen en hoe groot de maximale steunintensiteit (uitgedrukt als percentage van de investering) voor elk gebied is.

Overeenkomstig de nieuwe kaderregeling zal de feitelijke steunintensiteit voor een groot project voortaan automatisch worden verlaagd volgens de onderstaande reductieschaal:

Omvang van het project
Aangepast steunplafond
Tot 50 miljoen EUR Geen reductie. 100% van het regionale staatssteunplafond
Voor het gedeelte tussen 50 miljoen EUR en 100 miljoen EUR 50% van het regionale staatssteunplafond
Voor het gedeelte boven 100 miljoen EUR 34% van het regionale staatssteunplafond

De reductieschaal functioneert derhalve op dezelfde wijze als een progressief belastingtarief: de van tevoren vastgestelde maximale steunintensiteiten worden progressief verlaagd voor elke volgende investeringsschijf. Voor de eerste schijf van 50 miljoen EUR geldt een reductie van 0%. Voor de schijf van 50 miljoen EUR/100 miljoen EUR wordt de maximale intensiteit met 50% verminderd. Het gedeelte boven 100 miljoen EUR is goed voor 34% van de maximale intensiteit. Het gaat uiteraard om maximaal toelaatbare niveaus: de regeringen kunnen zelf besluiten en de Commissie moedigt hen daartoe aan onder deze niveaus te blijven of in het geheel geen financiële steun toe te kennen.

maar geen afschaffing van steun waar deze nodig of zinvol is

De nieuwe regeling is makkelijker toe te passen, transparanter en voorspelbaarder dan de regeling die zij vervangt. Zij houdt ook rekening met de verschillen in economische ontwikkeling tussen de regio's en hun specifieke structurele problemen. Deze worden immers reeds in aanmerking genomen in de verschillende regionale steunplafonds die, zoals gezegd, de grondslag van de regeling blijven vormen. Een grote investering in een regio die met ernstige problemen te kampen heeft, zal derhalve voor meer steun in aanmerking blijven komen dan dezelfde investering in een regio die met minder ernstige moeilijkheden wordt geconfronteerd.

Ook in het kader van de nieuwe regeling zullen grote investeringen op aanzienlijke steunbedragen kunnen blijven rekenen. Zo zal bijvoorbeeld een grote maatschappij die 100 miljoen EUR in één van de nieuwe Duitse deelstaten investeert, nog steeds ongeveer 25 miljoen EUR aan belastinggeld kunnen ontvangen. Dergelijke grote bedragen aan overheidsgeld oefenen nog altijd een zeer grote aantrekkingskracht uit. Bovendien heeft de Commissie ervaren dat grote investeringen vaak met weinig steun plaatsvinden.

De nieuwe kaderregeling erkent tevens dat grote investeringen daadwerkelijk tot de regionale ontwikkeling kunnen bijdragen. Daarom voorziet zij ook in een cohesiebonus die zal worden toegekend aan grote projecten die door de EG-Structuurfondsen worden medegefinancierd. Voor dergelijke projecten zal de volgens de bovenbeschreven schaal berekende toelaatbare steunintensiteit met een factor 1,15 worden vermenigvuldigd. Op deze manier zal de nieuwe regeling rekening houden met de toegevoegde waarde van dergelijke grootschalige medegefinancierde projecten voor de economische en sociale samenhang van de Gemeenschap. Een dergelijke aanpak zorgt voor een goed evenwicht tussen het streven om de meest verstorende categorieën staatssteun te verminderen en tegelijkertijd de in het Verdrag neergelegde cohesiedoelstellingen te realiseren.

Sommige projecten moeten nog steeds afzonderlijk worden aangemeld en beoordeeld

Een investering van minder dan 100 miljoen EUR behoeft niet te worden aangemeld. De Commissie zal echter controle achteraf uitoefenen op basis van door de lidstaten over te leggen verslagen over de naleving van de nieuwe regels. Investeringen van meer dan 100 miljoen EUR moeten alleen afzonderlijk worden aangemeld wanneer de voorgenomen steun hoger is dan het maximale steunbedrag dat een project van 100 miljoen EUR na toepassing van de bovenbeschreven reductieschaal kan ontvangen.

Voorbeeld: in een gebied met een regionaal steunplafond van 20% kan een investeringsproject van 100 miljoen EUR waaraan de EU-Structuurfondsen niet deelnemen, volgens de bovenbeschreven reductieschaal rekenen op 15 miljoen EUR aan staatssteun. Voor een nieuwe fabriek die 250 miljoen EUR kost, zou derhalve steun tot een bedrag van 15 miljoen EUR kunnen worden verleend zonder dat deze steun bij de Commissie behoeft te worden aangemeld. Indien de voorgenomen steun bijvoorbeeld 25 miljoen EUR zou bedragen, dan zou het project wel moeten worden aangemeld.

De Commissie zal zich bij de beoordeling van de aangemelde projecten laten leiden door concurrentieoverwegingen. Zij zal met andere woorden de situatie in de specifieke sector bekijken. Indien een project een reeds groot marktaandeel (>25%) van de betrokken onderneming nog verder doet oplopen of de capaciteit in een niet-groeiende sector met meer dan 5% doet toenemen, dan zal geen steun worden toegestaan. Indien deze voorwaarden daarentegen niet zijn vervuld, dan zal het toelaatbare steunbedrag worden berekend op grond van bovenstaande tabel.

Voorbeeld: in een gebied met een regionaal steunplafond van 20% kan een nieuw project van 250 miljoen EUR dat een groot marktaandeel niet verder doet oplopen en de capaciteit in een niet-groeiende sector niet doet toenemen, tot een bedrag van 25,2 miljoen EUR aan steun ontvangen (namelijk 15 miljoen EUR voor de eerste 100 miljoen EUR van de investering plus 10,2 miljoen EUR voor de resterende 150 miljoen EUR van de investering).

Speciale regels voor sectoren die met structurele problemen te kampen hebben

Tegen 31 december 2003 zal een lijst worden opgesteld van de sectoren die met structurele problemen (bv. structurele overcapaciteit) worden geconfronteerd. Aan deze sectoren zal geen steun mogen worden toegekend.

In 2003 zullen voor de sector synthetische vezels en de automobielindustrie overgangsregels gelden waarin zal worden vastgehouden aan de strikte benadering die in de huidige, op 31 december 2002 aflopende sectorspecifieke regelingen wordt gevolgd. Zo zullen met name projecten in de sector synthetische vezels niet voor investeringssteun in aanmerking komen. Projecten in de automobielindustrie zullen kunnen rekenen op steun ten belope van maximaal 30% van de respectieve regionale steunplafonds voor 2003. Wat laatstgenoemde bedrijfstak betreft, kan 30% van het regionale steunplafond nogal weinig lijken, maar daarbij moet worden bedacht dat in die sector een groter aantal projecten voor steun in aanmerking zal komen dan onder de huidige regeling het geval is en dat voor individuele projecten de voor steun in aanmerking komende kosten in beginsel hoger zullen zijn dan nu. De vermindering van de steun voor de automobielindustrie zal derhalve al bij al niet zo ingrijpend zijn als op het eerste gezicht lijkt.

Vanaf 2004 zullen zowel voor de automobielindustrie als voor de sector synthetische vezels geen speciale regels meer gelden en zullen beide bedrijfstakken volledig onder de nieuwe multisectorale kaderregeling vallen.

Een belangrijk kenmerk van de herziene kaderregeling is derhalve dat zij voor het eerst in een voor alle sectoren gemeenschappelijk samenstel van regels betreffende regionale investeringssteun voorziet. Deze doelstelling, die uitdrukkelijk in de huidige multisectorale kaderregeling is vermeld, zal zijn verwezenlijkt wanneer de nieuwe kaderregeling in 2004 volledig in werking treedt.