Ingezonden persbericht

Dienst marktwezen neemt belangen totale marktgebeuren in Rotterdam niet serieus.

Vrijdagmarkt wel of vrijdagmarkt niet?, dit was in mei 2000 de vraag die gesteld werd aan de belangenorganisatie van marktkooplieden, de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel.
Na consultatie bij haar leden moest geconstateerd worden dat men niet gelukkig was met het initiatief, dus werd negatief geadviseerd. Voor de marktkooplieden in Rotterdam stond het belang van de andere wekelijkse markten voorop omdat die een structurele achteruitgang te zien gaven, waar al jarenlang op gehamerd was door de CVAH, maar waar geen oplossingen voor gevonden konden worden, althans naar de mening van de dienst marktwezen.
Ook de advisering richting het College van Rotterdam liet te wensen over van de zijde van deze dienst, het leek wel of men meer op eigen glorie uit was dan het belang van de markten en de bewoners van Rotterdam te dienen. Schoorvoetend ging de CVAH akkoord met de proefinstelling van de vrijdagmarkt met de uitdrukkelijke garantie dat bij mislukking de markt geen voortgang zou vinden na de proefperiode.
Nu 1½ jaar later moet toch duidelijk geconstateerd worden, dat gesproken kan worden van een mislukking, maar ondanks dat komt de dienst met berichten in de pers dat men een voortgang wel ziet zitten met de argumentatie dat de kooplieden op deze markt met een handtekeningenlijst hebben aangegeven dat zij wel willen. Ook worden argumenten gebruikt van een belangenbehartiger, die van de 1600 kooplieden, die de Rotterdamse markten rijk is er plm. 100 vertegenwoordigen.
Het komt al helemaal vreemd over als dezelfde dienst, in een eerder stadium stelt dat zij handelt onder politieke druk.

Allereerst het argument van de kooplieden die hun handtekening hebben gezet: Het zijn er 25, maar zijn deze kooplieden ook genegen om de verliezen die geleden zijn en nog zullen worden geleden te financieren, zoals dat ook door de andere kooplieden op de Rotterdamse markten collectief moet worden gedaan, want Rotterdam heeft een strategie die stelt dat de markten in haar totaliteit kostendekkend moeten zijn.
Voorts hebben deze kooplieden een plaats gekregen met de uitdrukkelijke mededeling dat een en ander op basis gebeurde van een proef en dat geen rechten konden worden ontleend aan deze proef.

Ten tweede:
Rotterdam telt op vrijdag 4 markten binnen haar grenzen, waarvan er 1 op een haar na ter ziele is omdat de dienst marktwezen niet heeft gereageerd op signalen welke reeds jaren bij haar aangebracht zijn, namelijk de markt in Overschie.
Voorts is er op de markt op donderdag in IJsselmonde al jaren de wens geuit dat men voor de continuïteit naar een andere locatie wil. Zo zijn er meerdere voorbeelden te noemen en steeds werd beloofd dat inventarisatie zou plaatsvinden van de problemen en de mogelijkheden, maar steeds weer verdwenen deze beloftes bij de dienst marktwezen ergens onder in een la. Op de markt West is noodgedwongen een rij kramen opgeofferd omdat men deze markt niet meer vol krijgt.
Zo zijn nog legio voorbeelden aan te halen waar de dienst marktwezen en het College haar verantwoordelijkheid niet neemt ten overstaan van de bevolking aldaar en uiteraard de marktkooplieden.

Ten derde:
Rotterdam, als een van de toonaangevende marktsteden van Rotterdam, zou zich toch moeten schamen voor een vertoning welke zich iedere vrijdag afspeelt op de ruimte aan de Kolk.
Een ruimte waar normaal zo'n 400 kramen kunnen staan opvullen met 25 kramen, een armetierigheid van de eerste orde.

Als Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel moeten wij ons in alle gemoede afvragen of hier nu belangen behartigd worden van kooplieden en inwoners of dat hier puur een of ander hersenspinsel aan ten grondslag ligt. Het is toch van de gekke dat gelden uit algemene middelen gebruikt worden om iets in stand te houden wat niet haalbaar is, want de vrijdagmarkt wordt wel gesubsidieerd uit gelden van de gemeente, terwijl voor andere markten, die reeds jaar en dag binnen de stadsgrenzen plaatsvinden en in het verleden hun nut hebben bewezen niets of nagenoeg niets gedaan wordt.

Een persbericht uitgegeven door de CVAH afd.Rotterdam., bereikbaar via P.E.Zappeij (voorzitter) 010-2201237 of 0655-112858,