AutoRai

15-2-2002

Financiële resultaten Renault groep 2001

Renault boekte in 2001 een omzet van 36.351 miljoen Euro, een stijging van 6,1%(1). De operationele marge kwam uit op 473 miljoen euro, ofwel
1,3% van de omzet.


Renault staat tevens aan de vooravond van een ingrijpend vernieuwd gamma. De onderneming heeft haar leiderspositie in Europa kunnen verstevigen door de aanzienlijke stijging van de verkoop van de Laguna, het succes van de Clio, de uitbreiding van het dieselmotorengamma en door goede verkoopresultaten bij de lichte bedrijfsautos. Tegelijkertijd doet de Groep er alles aan om de kosten te beperken en de schuldenlast te verminderen. De Groep plukt de eerste vruchten van zijn investering in Nissan en maakt daarmee de weg vrij voor een tweede fase van de strategische versterking van de Alliantie. Renault boekte zo een netto resultaat van 1.051 miljoen euro tegenover 1.080 miljoen euro in 2000.

De omzet van Renault komt in 2001 uit op 36.351 miljoen euro (tegenover 34.268 miljoen euro in 2000), een stijging van 6,1% bij gelijke methoden en structuren(1). In 2001 verkocht Renault 2,4 miljoen personen- en bedrijfsautos (een stijging van 2,3%) en versterkte haar positie in West-Europa met een penetratie van 11,1%. De fors gedaalde verkopen in Turkije en Argentinië worden gecompenseerd met de aanzienlijk verkoopstijging van Samsung alsmede de verkoopstijging van Renault in Midden-Europa, Brazilië en de rest van de wereld (Afrika, Noord-Afrika, Azië-Pacific en het Midden-Oosten). De vernieuwing van het personen- en bedrijfsautogamma van de Groep, voorzien voor de periode 2002 - 2004, zal worden bespoedigd door de komst van twintig nieuwe modellen, waarvan er vijftien voor het merk Renault bestemd zijn.

De operationele marge van de Groep komt uit op 473 miljoen euro, ofwel
1,3% van de omzet. De bijdrage van de automobieldivisie komt uit op 216 miljoen euro, ofwel 0,6% van de omzet (tegenover 1.574 miljoen euro in 2000, bij pro forma gegevens, waarbij rekening wordt gehouden met de deconsolidatie van de Renault V.I./Mack groep). Deze daling is vooral te wijten aan de daling van internationale activiteiten door met name de crises in Turkije en Argentinië alsmede door een kostenstijging voor onderzoek en ontwikkeling (5,3% van de omzet in 2001 tegenover 5,4% in 2000 bij pro forma gegevens) die samengaat met de vernieuwing van het gamma. Ten slotte zijn ook de prijsdalingen in het Verenigd Koninkrijk, de verrijking van de uitrustingsniveaus van de producten die niet wordt doorberekend aan de klant en de gevolgen van het vernieuwde aanbod van het middensegment van invloed op de operationele marge.
De bijdrage aan de operationele marge van de financiële divisie is nagenoeg stabiel gebleven en komt uit op 252 miljoen euro (tegenover 263 miljoen euro in 2000, bij pro forma gegevens).

Renault zet haar bezuinigingsbeleid voort en haalde in 2001 haar doelstelling van één miljard euro aan kostenbesparingen bij iso-activiteit (onder veronderstelling van gelijkblijvende activiteiten), in het kader van het driejarenplan. Dankzij de versnelde afname van de distributiekosten en de moeite die werd gedaan om ook op tertiaire kosten te besparen werd de doelstelling bereikt ondanks een moeilijk economisch klimaat voor de leveranciers.

Onder de overige opbrengsten en exploitatiekosten vallen de opbrengsten van een aantal bijzondere operaties, voor een totaal bedrag van 231 miljoen euro (tegenover een last van 325 miljoen euro in 2000, pro forma). Het bedrag betreffende de verkoop van operationele belangen bedraagt 632 miljoen euro en wordt met name gevormd door de winsten inzake de verkoop van de groepen Renault V.I./Mack en CAT (respectievelijk 335 en 318 miljoen euro). Daarentegen weegt de situatie in Argentinië zwaar op de cijfers van Renault, wat met name komt door de afwaardering van de industriële activa (51 miljoen euro) en een afvloeiingsplan voor het personeel (41 miljoen euro). De overige lasten betreffen hoofdzakelijk de financiële lasten voortvloeiend uit de aanpassing van een speciale VUT-regeling in Frankrijk en een gelijksoortig plan in Spanje.

Het bedrijfsresultaat komt uit op 704 miljoen euro in 2001 (tegenover
1.518 miljoen euro in 2000, pro forma).


Het financiële resultaat, vrijwel stabiel in 2001, bestaat uit een netto financiële last van 64 miljoen euro (tegenover 69 miljoen euro in 2000). In dit cijfer is ook de verkoop van de BNP-Parisbas effecten (winst van 89 miljoen euro) opgenomen.

Het aandeel van Renault in het netto resultaat van de naar evenredigheid geconsolideerde bedrijven stijgt aanzienlijk van 89 miljoen euro in 2000 - gepubliceerde gegevens - naar 380 miljoen euro in 2001. Deze stijging kan worden verklaard door het herstel van Nissan, dat een bijdrage levert van 497 miljoen euro. Daarentegen leidt de afnemende conjunctuur in de vrachtwagensector bij Renault tot de registratie van een negatieve bijdrage van Volvo van 26 miljoen euro. De overige ondernemingen, waaronder Mais, wegen voor 91 miljoen euro.

Het resultaat van de Groep voor aftrek van belastingen komt uit op
1.020 miljoen euro (tegenover 1.723 miljoen euro in 2000). De belastingdruk over het boekjaar 2001 is sterk afgenomen (67 miljoen euro).

Na verrekening van de belastingen en de minderheidsbelangen komt het netto resultaat van Renault in 2001 uit op 1.051 miljoen euro (tegenover 1.080 miljoen euro in 2000). Het netto resultaat per aandeel bedraagt 4,38 euro tegenover 4,50 euro in 2000.

In 2001 bedroeg de zelffinancieringscapaciteit van de industriële en commerciële activiteiten 1.395 miljoen euro (tegenover 2.760 miljoen euro in 2000, pro forma). Deze daling is met name een gevolg van de afname van de operationele marge van de Groep. Renault werd nog selectiever in haar investeringsbeleid door zich te concentreren op de vernieuwing van het gamma en op de internationale ontwikkeling. De materiële en immateriële investeringen van de industriële en commerciële activiteiten (desinvesteringen inbegrepen), komen uit op
2.547 miljoen euro (ofwel 7,4% van de omzet van de industriële en commerciële activiteiten). Ondanks een ongunstiger ondernemingsklimaat heeft Renault de netto financiële schuldenlast van de industriële en commerciële activiteiten met 866 miljoen euro weten te verlagen, inclusief de participatie-effecten (3.927 miljoen in 2001 tegenover 4.793 in 2000). Deze afname is te danken aan aanzienlijk minder behoefte aan bedrijfskapitaal en aan de verkoop van participatie-effecten (CAT en BNP Parisbas).

Op 26 februari 2002 zal de Raad van Bestuur overgaan tot de vaststelling van de jaarrekening die gisteren gepresenteerd is. Op de Algemene Vergadering van aandeelhouders op 26 april 2002 zal een voorstel worden gedaan voor de uitkering van een dividend van 0,92 euro per aandeel, zonder rekening te houden met de Avoir Fiscal.

De Raad van Bestuur prijst alle medewerkers van Renault voor hun competentie, hun inzet en hun enthousiasme, die het mogelijk hebben gemaakt om deze resultaten te bereiken in deze toch moeilijke tijd.

Perspectieven: 2002 wordt voor Renault een jaar vol lanceringen, met de introductie van nieuwe topsegment producten en de start van de vernieuwing van de Mégane, wat de eerste vruchten zal afwerpen aan het einde van dit jaar. In dit kader en in een context waarin de markten van Renault zowel in Europa als daarbuiten nagenoeg op dezelfde niveaus als in 2001 zullen blijven, streeft men voor 2002 naar het consolideren van de autoverkopen in de Groep en het behouden van een positieve operationele marge, uitgaande van gelijkblijvende omstandigheden. In 2002 zal ook de tweede fase van de Alliantie met Nissan in gang worden gezet. Deze fase zal Renault alle middelen in handen geven om haar prestaties in de komende boekjaren te versterken.