Actueel
Interpay maakt mogelijk misbruik van haar economische machtspositie
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 15-02-2002
Interpay is een onderneming die zorgdraagt voor de uitvoering van het
elektronisch betalingsverkeer (zoals betalingen die met een bankpas
met pincode worden uitgevoerd) in Nederland.
Vanaf 1996 heeft zij aan Ahold N.V., de moedermaatschappij van Albert
Heijn, een korting gegeven van 2 cent per pin-transactie. Vanaf 1999
bedraagt deze korting 3 cent per transactie.
Een concurrent van Albert Heijn, Superunie (waar onder meer Plusmarkt,
Vomar, Hoogvliet, Co-op, Sligro, Nettorama en Komart bij zijn
aangesloten), maakt bezwaar tegen het verlenen van deze korting. In
dit kort geding vordert zij onder meer dat Interpay veroordeeld wordt
deze korting ook op haar leden toe te passen.
De bijzondere kortingen van Ahold zijn gebaseerd op de destijds door
Albert Heijn genomen investeringsrisico's en afgegeven garanties en op
het feit dat Ahold door het gigantisch aantal pin-transacties dat bij
haar bedrijven wordt verricht, een groot deel van de vaste kosten van
de infrastructuur voor het elektronisch betalingsverkeer ten behoeve
van het verrichten van pin-transacties voor haar rekening neemt.
Gezien deze prestatie van Albert Heijn in het verleden is de
rechtvaardiging voor de destijds aan Albert Heijn verleende bijzondere
korting voldoende aannemelijk geworden. Evenwel is onvoldoende
duidelijk geworden of daar thans nog voldoende rechtvaardiging voor
bestaat. Tevens is onvoldoende duidelijk geworden of er een
rechtvaardiging bestaat voor de bijzondere korting op grond van de
stelling van Interpay dat Ahold een groot deel van de vaste kosten van
de infrastructuur voor pin-transacties draagt.
Naar het oordeel van de rechter zijn er sterke aanwijzingen dat
Interpay met het toekennen van de kortingen aan Ahold misbruik maakt
van haar economische machtspositie. Dit is echter onvoldoende om tot
toewijzing van de vordering over te gaan nu deze vorderingen zeer
verstrekkend zijn en slechts voor toewijzing in aanmerking zouden
komen, indien er geen redelijke twijfel zou bestaan met betrekking tot
het misbruik van de machtspositie.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD9289
(Zie het originele bericht)