AutoRai

15-2-2002

Nissan Revival Plan loopt voor op schema

Het herstel van autofabrikant Nissan verloopt voorspoediger dan verwacht. Carlos Ghosn, president van Nissan, kondigde onlangs aan dat de doelen van het Nissan Revival Plan al in maart 2002 gehaald zullen zijn.

Dat is een jaar eerder dan gepland. Ghosn maakte meteen het nieuwe bedrijfsplan bekend. Nissan 180 start in april dit jaar en eindigt in fiscaal jaar 2004, eind maart 2005.

De naam Nissan 180 slaat terug op de drie doelen die het merk in de komende drie jaar wil bereiken. De 1 staat voor de miljoen voertuigen die Nissan in het fiscale jaar 2004 extra gaat verkopen (ten opzichte van het fiscale jaar 2001 en onder redelijke macro-economische omstandigheden). De 8 heeft betrekking op de winstmarge van de operationele activiteiten.
In 2004 moet deze 8 procent bedragen, waarmee Nissan zich schaart bij de meest succesvolle autofabrikanten wereldwijd. De 0 symboliseert het streven van Nissan om in hetzelfde jaar schuldenvrij te zijn. Hiermee wil Nissan de weg vrijmaken om weer te investeren.

Inkoopkosten verlagen

Ghosn lanceerde daarnaast het voornemen om de komende drie jaar nog eens 15 procent te besparen op de inkoopkosten. Eerder al, onder het Nissan Revival Plan, verlaagde Nissan zijn inkoopkosten met 20 procent. Ghosn: Dit hebben we bereikt met reeds bestaande modellen. Omdat we vanaf 2002 veel nieuwe autos versneld introduceren, profiteren we al vanaf de designfase van lagere kosten. Daarnaast spelen gemeenschappelijke platforms en onderdelen, de vereenvoudiging van processen en natuurlijk de verwachte extra verkopen een grote rol. De topman maakte verder duidelijk dat Nissan kosten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling, distributie, productie en administratie omlaag gaat brengen.

Nissan Revival Plan

Het Nissan Revival Plan zag in oktober 1999 het daglicht. De achterliggende gedachte was het merk weer winstgevend te maken. De inmiddels gerealiseerde doelstellingen waren een netto geconsolideerde winst te boeken, een operationele winst van ten minste 4,5 procent te behalen in het fiscale jaar 2002 en de netto geconsolideerde schuld in datzelfde jaar niet meer dan 700 miljard yen (6 miljard euro ) te laten bedragen.