Gemeente Leeuwarden

Meningokokkenziekte

Informatie over hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging.

Wat is het?

Meningokokkenziekte is een ernstige ziekte, veroorzaakt door een bacterie: de meningokok. Er zijn 2 vormen van meningokokkenziekte: hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging (sepsis); ook een combinatie komt voor. De ziekte komt over de hele wereld voor. Ook in Nederland komt de ziekte geregeld voor (ongeveer 600 maar per jaar in heel Nederland), vooral in de winter.

Waar en hoe kun je het oplopen?

Honderdduizenden mensen dragen de bacterie in de neus of keel tijdelijk bij zich zonder ziek te worden. Door hoesten of niezen komt de bacterie in de lucht en kan door anderen worden ingeademd. Zo kan besmetting plaats vinden. Slechts zeer weinig mensen worden na de besmetting ziek.

Ziekteverschijnselen.

Men wordt in enkele uren erg ziek. Bij hersenvliesontsteking door meningokokken treedt hoge koorts op, koude rillingen, braken en hoofdpijn. Buigen van het hoofd is pijnlijk (nekstijfheid). Babys met de ziekte zijn slaperig en drinken slecht. Ze worden prikkelbaar, huilen anders dan gewoonlijk en kunnen bij het verschonen van de luier reageren met huilen.
Bij bloedvergiftiging wordt het kind suf (moeilijk contact te krijgen) en er ontstaan kleine roodpaarse vlekjes in de huid; dat zijn bloedinkjes onder de huid. Als men er op drukt (bijvoorbeeld met een doorzichtig drinkglas) blijft de donkere vlek zichtbaar. Veel vlekjes bij elkaar kunnen een blauwe plek (bloeduitstorting) vormen. De roodpaarse vlekjes zijn alarmerend.

Tijd tussen moment van besmetting en verschijnselen.

De meeste mensen worden na besmetting niet ziek. De enkeling die wel ziek wordt, krijgt gemiddeld 3 tot 4 dagen na besmetting ziekteverschijnselen.

Immuniteit.

Er ontstaat een tijdelijke immuniteit tegen de ziekte.

Welke mensen lopen (extra) risico?

De ziekte komt het meest voor bij jonge kinderen, tieners en jong volwassenen.

Besmettelijkheid.

Mensen die de bacterie bij zich dragen, ook al zijn ze niet ziek, kunnen die overdragen op een ander.

Maatregelen om de ziekte te voorkomen.

Deze zijn beperkt.

* Naast algemene hygiëne (hand voor de mond bij hoesten en niezen; papieren zakdoekjes) is het vooral belangrijk te letten op de ziekteverschijnselen

* In Nederland werd tot vorig jaar meningokokkenziekte vooral veroorzaakt door de bacterietype B. Daartegen bestaat geen vaccin.
* Het laatste jaar wordt de ziekte vaker dan voorheen veroorzaakt door bacterietype C. Hiertegen is wel een vaccin beschikbaar. Op regeringsniveau wordt binnenkort besloten tot het opnemen van dit vaccin in het landelijk vaccinatieprogramma voor zuigelingen. Voorts vindt landelijk discussie plaats over het al of niet eenmalig vaccineren van alle kinderen in Nederland t/m 18 jaar tegen bacterietype C.

* Vaccineren op kleine schaal (bijvoorbeeld een groep kinderen in een stad of dorp) vindt in Nederland zeer incidenteel plaats. Dit gebeurt pas bij meer ziektegevallen in één gebied in een korte tijd, veroorzaakt door hetzelfde bacterietype.
* Tegen een andere vorm van hersenvliesontsteking (Hib) worden kinderen sinds 1993 gevaccineerd op het consultatiebureau.

De huisarts.

Waarschuw de huisarts:

* als een kind in korte tijd ernstig ziek wordt
* hoge koorts heeft en zieker is dan anders
* hoofdpijn heeft, braakt of pijn heeft bij het buigen van het hoofd
* suf is (moeilijk contact)

Waarschuw direct bij:

* hoge koorts en

* roodpaarse vlekjes in de huid, die bij druk zichtbaar blijven
* sufheid.

Behandeling.

Behandeling is mogelijk en nodig met antibiotica in een ziekenhuis.

Genezing.

Behandeling van meningokokkenziekte is gericht op volledige genezing. In sommige gevallen kunnen als complicatie restverschijnselen blijven bestaan, zoals doofheid, scheelzien, leer- en concentratiestoornissen. In ernstige gevallen kan de patiënt aan de ziekte overlijden.

Extra maatregelen.

Gezinsleden van een patiënt krijgen enkele dagen een antibioticum om de zeer kleine kans op een tweede ziektegeval te voorkomen. Voor andere personen in de directe omgeving (klasgenoten, collegas op het werk) is dit niet nodig. Blijf desondanks (meer in algemene zin) alert op genoemde ziekteverschijnselen, wanneer meningokokkenziekte in de directe leefomgeving is vastgesteld. Het komt zelden voor dat 2 kinderen in één schoolgroep binnen korte tijd de ziekte krijgen.

Dagverblijf, school en werk.

Kinderen en volwassenen die contact hebben gehad met een patiënt kunnen gewoon naar school, kindercentrum of het werk. Thuis blijven of kinderen thuis houden helpt niet om de ziekte te voorkomen. Er zijn immers overal en het hele jaar door mensen, jong en oud, die de bacterie bij zich dragen en verspreiden.

Voor nog meer informatie kunt contact opnemen met de GGD Fryslân, tel: (058) 233 43 34.

Leeuwarden, februari 2002
GGD Fryslân