Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Persbericht
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Nr. 152
15.02.2002
Standpunt Nederlandse regering Europese Raad Barcelona
'Meer Europa, Meer Lissabon'. Dat wordt de inzet van het kabinet tijdens de
Europese Raad die op 15-16 maart plaatsvindt in Barcelona. De titel van het
Nederlandse standpunt onderstreept het belang dat het kabinet hecht aan het
realiseren van de zogeheten 'Lissabonstrategie'. Met deze strategie, genoemd
naar de Europese Raad van Lissabon (2000), streeft Europa ernaar de meest
dynamische en concurrerende kenniseconomie in 2010 te worden. Centraal
hierin staan duurzame groei, een grote werkgelegenheid en een hechte sociale
samenhang. Elk voorjaar staat de Europese Raad in het teken van de voortgang
op deze terreinen. Het kabinet ziet de Lissabonstrategie als de juiste
aanpak voor de verslechterende economische omstandigheden en de oplopende
werkloosheid.
Nederland steunt de agenda van het Spaanse voorzitterschap. Op drie thema's
wil Nederland meer nadruk leggen:
1. Het tijdpad. Als de strategische doelstelling in 2010 gehaald moet
worden, is het noodzakelijk nu te handelen. Sommige deadlines blijken niet
gehaald te zijn, zoals voor het gemeenschapsoctrooi, het actieplan voor
betere Europese regelgeving, en de nieuwe regels voor overheidsopdrachten.
Ook andere deadlines, zoals voor de herziening van de elektriciteits- en
gasrichtlijn en het actieplan financiële diensten dreigen overschreden te
worden. Nederland vindt dat hier vaart mee moet worden gemaakt. Op andere
terreinen is wel voortgang geboekt. Het Telecompakket is in december 2001
aanvaard, de uitvoering van het eEurope actieplan ligt goed op schema, en er
is een accoord bereikt over het Europees Vennootschap.
2. Kennis. Onderwijs, onderzoek en innovatie zijn niet alleen belangrijk
voor economische groei, maar ook voor de sociale samenhang. Nederland steunt
het voorstel om een Europese Onderzoeks- en Innovatie Ruimte te creëren, en
wil dat meer gebruik wordt gemaakt van moderne technologieën als
breedbandinternet en biotechnologie. Ook de arbeidsmobiliteit van
wetenschappers, onderzoekers en studenten moet verhoogd worden zodat meer
kennis wordt uitgewisseld en de samenwerking tussen onderzoeksinstellingen
wordt bevorderd.
3. Vergrijzing. Vergrijzing van de samenleving ziet het kabinet als de
belangrijkste sociaal-economische ontwikkeling van dit moment. Daarom is
speciale aandacht voor pensioenen en de gevolgen van vergrijzing voor de
gezondheidszorg nodig. Ook hier wil het kabinet de open coördinatiemethode
toepassen waarbij specifiek wordt besteed aan toegankelijkheid, kwaliteit en
betaalbaarheid van zorg.