D66

D66-logo

donderdag 14 februari 2002

Fortuyn biedt geen weg terug naar achterhaalde monocultuur

Bob van den Bos in de Volkskrant van donderdag 14 februari 2002

Een groeiend aantal kiezers voelt zich in de steek gelaten door de gevestigde partijen die zich niet vereenzelvigen met hun onlustgevoelens. Volgens Bob van den Bos heeft de populariteit van Fortuyn vooral te maken met een verlangen naar een niet meer bestaande monocultuur.

Laten we niet doen alsof Pim Fortuyn een typisch Nederlands verschijnsel is. Elders in Europa zien we immers een zelfde patroon. In Frankrijk, België, Italië, Oostenrijk of zelfs Denemarken trekken brutale, goedgebekte politici veel kiezers door zich af te zetten tegen immigranten, vooral uit Islamitische landen. Er is onmiskenbaar een gemeenschappelijke voedingsbodem voor een anti-buitenlanders politiek.

Overal worden de grenzen van het toelaatbare afgetast bij het bruuskeren van andere culturen of religies. Gevestigde partijen hebben electoraal geen afdoend antwoord omdat zij de bestaande gevoelens van ontevredenheid niet kunnen wegnemen zonder zichzelf te verloochenen. Een groeiend aantal protestkiezers is blijkbaar niet ontvankelijk voor historische associaties met racisme en zelfs niet voor de riskante verharding van de tegenstellingen in onze multiculturele samenlevingen. Het Europese karakter van het fenomeen wijst erop dat het hier in wezen om iets anders gaat dan Fortuyns afrekening met het 'saaie' beleid van Paars, de wachtlijsten of het NS-fiasco. De huidige discussie over de grenzen van een leefbaar Nederland is een vaderlandse variant op een ingrijpende internationale ontwikkeling.

Na de aanslagen op de Twin Towers realiseerden we ons ook in Nederland met een schok hoe weinig we eigenlijk van de Islam weten, terwijl inmiddels honderdduizenden nieuwe landgenoten dit geloof aanhangen. Onze traditie van religieuze tolerantie heeft de vorm van desinteresse aangenomen voor het (gematigde) islamitisch denken. Extreme uitingen van geloofstradities vallen eerder op dan alledaagse. Daardoor wordt onze indruk van de Islam voornamelijk bepaald door geweld van fundamentalisten zoals in Algerije, of de steniging van zogenaamd overspelige vrouwen in Nigeria, het afhakken van ledematen, en de verregaande voorrechten van mannen. Onduidelijk blijft voor velen wát voortkomt uit de koran en wát uit oude gewoontes. Radicale moslims mogen dan een kleine minderheid zijn, 11 september heeft aangetoond waartoe ze in staat zijn.

In dit klimaat van negatieve beeldvorming krijgen mensen als Fortuyn ruim baan om bestaande onvrede te verwoorden en met grove generalisaties een stevige electorale aanhang te mobiliseren. Doordat de gevestigde politici elke vereenzelviging met de onlustgevoelens vermijden krijgen veel mensen de indruk door correct Den Haag in de steek te worden gelaten.

Aanhangers van rechtse protestpartijen in Europa zijn lang niet altijd racisten, wel mensen die zich kwetsbaar voelen, bang zijn te verliezen wat ze hebben en zich vastklampen aan wat ze als nationale verworvenheden beschouwen. Vaak menen ze zelf de grootste last te hebben van open grenzen, in tegenstelling tot de politieke elites die erover beslissen.

Het fundamentele probleem is echter dat er geen weg terug is naar geïsoleerde beschavingen waar ieder als vanouds zijn eigen godsdienst en cultuur kan beleven. De komende decennia zal het grensoverschrijdend maatschappelijk verkeer alleen maar verder intensiveren. Mede door de grote welvaartsverschillen zullen migratiestromen aanhouden. Culturen, godsdiensten, normen en waarden zullen zich gaan vermengen, in welke samenstelling dan ook.

In een uitgebreide Europese Unie mag elke inwoner zich in principe in een andere lidstaat vestigen. Het idee van CDA-leider Balkenende om de multiculturele samenleving af te schaffen is daarom een oproep tot een Hollands achterhoedegevecht tegen windmolens. De populariteit van Le Pen, De Winter en Fortuyn is de verklaarbare laatste stuiptrekking van een door de geschiedenis achterhaalde monocultuur.

De grootste politieke uitdaging ligt in het beheersbaar houden van de onvermijdelijke botsingen van culturen. Het sleutelbegrip is geleidelijkheid, om aanpassingen mogelijk te maken. Dit betekent dat grenzen noch gesloten, noch wagenwijd open gezet kunnen worden. Een gemeenschappelijk Europees asielbeleid is een absolute noodzaak. Bijzondere aandacht moet geschonken worden aan het voorkomen en bestrijden van religieus extremisme en zijn terroristische exponenten. Het is buitengewoon verontrustend dat de VS en Europa geen gezamenlijke strategie ontwikkelen, maar beide blijven steken in het cultureel bepaalde eigen politieke gelijk. Bush kiest eenzijdig voor een militaire benadering, waarbij allereerst de brandhaarden van terreur met geweld moeten worden uitgeschakeld. Europese leiders noemen dit openlijk simplistisch en wijzen terecht op de diepere oorzaken van terrorisme zoals armoede, ondemocratische regimes en de strijd tussen gematigde en radicale gelovigen.

Aan de nieuwe bedreigingen kan alleen het hoofd worden geboden als het beleid wordt gericht op stabiliteit en gematigdheid. Armoedebestrijding en een mondiale inzet voor effectief democratisch bestuur moeten de wind uit de radicale zeilen nemen. De wereld moet niet méér op drift raken dan onvermijdelijk is. Europa en de VS dienen tot een redelijke taakverdeling te komen van militair optreden en hulpverlening, op basis van de eigen mogelijkheden .

Het wordt de hoogste tijd dat we onze politieke discussie verbreden van de zetels voor Fortuyn tot de Europese en mondiale ontwikkelingen die Nederland ingrijpend veranderen. Wie daar het beste antwoord op weet, mag de verkiezingen in mei winnen.

Bob van den Bos
Lid Europees Parlement voor D66
reacties: bvandenbos@europarl.eu.int