Voedingscentrum
Milieuorganisaties dagen supermarkten voor rechter vanwege gif op
druiven
15 februari
De milieuorganisaties Natuur en Milieu, Milieudefensie en de
Alternatieve Konsumentenbond dagen de concerns Laurus en Schuitema
(Super de Boer, Edah, Konmar, Spar en C-1000) voor de rechter vanwege
de verkoop van met bestrijdingsmiddelen vervuilde druiven. De
milieuorganisaties eisen bij toekomstige overtredingen een boete van
twintigduizend euro.
Volgens de Keuringsdienst van Waren voldeed de afgelopen jaren
ongeveer 20 procent van de in Nederland verkochte druiven niet aan de
normen van de Warenwet. In het najaar van 2000 haalde de
Keuringsdienst van Waren enkele partijen druiven uit Griekenland en
Italië van de markt. Het Voedingscentrum adviseerde destijds de
druiven te laten staan en te kiezen voor biologisch geteelde druiven.
Het Voedingscentrum pleitte tevens voor een betere controle van onder
meer Zuid-Europese druiven om te voorkomen dat er producten op de
markt komen die de Nederlandse normen overschrijden.
Geen reden groenten en fruit te mijden
Het Voedingscentrum vindt het belangrijk dat er zeer zorgvuldig wordt
omgegaan met het gebruik van bestrijdingsmiddelen. De incidentele
overschrijdingen bij sommige producten zijn echter geen reden minder
groenten en fruit te eten. Het is belangrijk voldoende groenten en
fruit te blijven eten. Uit onderzoek blijkt steeds weer dat groenten
en fruit een beschermende werking hebben tegen hart - en vaatziekten
en kanker. Deze voordelen wegen sterk op tegen het mogelijke nadeel
van een incidentele overschrijding van de norm voor
bestrijdingsmiddelen.
Misverstanden over risicos
Uit consumentenonderzoek van het Voedingscentrum blijkt dat meer dan
de helft van de consumenten in Nederland zich zorgen maakt over resten
van bestrijdingsmiddelen op groenten en fruit. Er bestaan bovendien
veel misverstanden over de risicos hiervan. Zo denkt bijna de helft
van de consumenten (ten onrechte) dat het af en toe eten van fruit met
meer resten van bestrijdingsmiddeldan wettelijk is toegestaan, een
direct risico oplevert voor de gezondheid. Dat is vrijwel nooit het
geval, omdat in de norm een grote veiligheidsmarge is opgenomen. De
maximale hoeveelheid van een bestrijdingsmiddel dat nog in een product
aanwezig mag zijn op het moment dat het wordt verkocht, is zó
vastgesteld dat iemand die iedere dag kan binnenkrijgen zonder risico
voor de gezondheid. Dat geldt ook voor zwakkere groepen zoals
kinderen, zieken en ouderen. Bij de berekening van de maximale
hoeveelheid bestrijdingsmiddelen is waar mogelijk rekening gehouden
met de werking van andere bestrijdingsmiddelen. Het eenmalig eten van
voedsel met meer bestrijdingsmiddel dan wettelijk is toegestaan,
levert daarom zelden gevaar op voor de gezondheid. Door gevarieerd te
eten, wordt de kans op eventuele schadelijke gevolgen van één enkel
verkeerd product beperkt.
Verdachte partijen
In 2001 bleek bij in totaal 2% van de onderzochte Nederlandse
producten de norm te worden overschreden. De Keuringsdienst van Waren
neemt steekproeven van groenten en fruit om die te onderzoeken op de
aanwezigheid van resten bestrijdingsmiddelen. Daarbij worden vooral
partijen gecontroleerd die worden verdacht van overschrijding,
bijvoorbeeld omdat daar in het verleden overschrijdingen bij zijn
geconstateerd. De kans dat er iets gevonden wordt, is bij die partijen
groter dan gemiddeld.
Meer informatie over bestrijdingsmiddelen
Meer voedingsnieuws