Ministerie van Verkeer en Waterstaat

15 februari 2002

Gesprekken IJzeren Rijn gaan weer door na verschillenanalyse

Nederland en België kunnen de gesprekken over de heringebruikname van het goederenspoor IJzeren Rijn weer hervatten nu de verschillenanalyse van de kostenramingen door het bureau KPMG is afgerond. Uit de analyse van de verschillen tussen de raming van het Nederlandse Railinfrabeheer (RIB) en het Belgische TUCRail voor het voorziene definitieve tracé wordt het volgende geconcludeerd.

Met name bij de geplande tunnelconstructies bij de Weerter- en Budeler Bergen en door het Meinweggebied raamt RIB hoger dan TUCRail. Het gaat hierbij om kosten voor het betonwerk en de tunneltechnische installaties. Het ontwerp en de raming van RIB zijn gebaseerd op het door de Nederlandse overheid vastgestelde Beveiligingsconcept Goederenspoortunnels. Hierbij wordt uitgegaan van tunneltechnische installaties zoals die geëist worden door de brandweer, voordat bouwvergunningen verleend kunnen worden. Volgens TUCRail zouden deze eisen veeleer van toepassing moeten zijn voor reizigersspoortunnels. Voor voorzieningen in goederenspoortunnels raamt TUCRail dan ook een aanmerkelijk lager bedrag dan RIB.

Daarnaast is een belangrijke constatering van KPMG dat TUCRail met beduidend lagere percentages voor onvoorziene kosten rekent dan RIB. Verder wordt gerapporteerd dat recent door een ander Nederlands bureau een second opinion is gegeven op de raming van RIB. Dit onafhankelijke onderzoek bevestigt grotendeels de werkzaamheden, hoeveelheden en eenheidsprijzen zoals gehanteerd door RIB.

De gesprekken tussen Nederland en België kunnen nu op korte termijn worden hervat. Minister Netelenbos hoopt dat spoedig met België tot overeenstemming gekomen kan worden en dat zij vervolgens gezamenlijk met de Belgische Transportminister Durant en hun Duitse ambtgenoot Bodewig een Memorandum van Overeenstemming (MvO) kan opstellen. Zodra dit MvO is ondertekend, wordt het gezamenlijke voorstel aan de betreffende parlementen voorgelegd.

De kosten van de modernisering van de IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied zijn door het Nederlandse Railinfrabeheer geraamd op circa 550 miljoen Euro en door het Belgische TUCRail op circa 375 miljoen Euro. De opdracht van beide landen aan KPMG was het maken van een analyse van de verschillen tussen die ramingen voor het definitieve tracé van de IJzeren Rijn, het goederenspoor van België via Nederland naar Duitsland. De analyse geeft een gedetailleerde vergelijking van de kostenopbouw die door respectievelijk RIB en TUCRail zijn gebruikt.

De samenvatting van het KPMG-rapport is beschikbaar op internet: http://www.venwnieuws.nl

De beide hierboven genoemde rapporten zijn niet beschikbaar voor openbaarmaking omdat deze gedetailleerde kosteninformatie bevatten; openbaarmaking zou invloed kunnen hebben op de hoogte van de toekomstige aanbestedingsbedragen voor deze werken.

Samenvatting KPMG-rapport