Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken
Directie Politieke Zaken Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 14 februari 2002 Auteur DPZ/EC

Kenmerk DPZ-037/02 Telefoon 070 - 348 62 11

Blad /1 Fax 070 - 348 46 38

Bijlage(n) 1 E-mail vv-del.colle@minbuza.nl

Betreft Informele bijeenkomst van Ministers van Buitenlandse Zaken ("Gymnich"), 8-9 februari jl., Caceres

Zeer geachte Voorzitter,

Ik heb de eer U hierbij het verslag te doen toekomen van het Gymnich-overleg van 8 en 9 februari jl. te Caceres.

In verband met besluitvorming in de Ministerraad over belangrijke aangelegenheden die mijn aanwezigheid vereiste, kon ik de middagsessie op 8 februari jl. niet bijwonen. In dat licht heb ik tevoren het Voorzitterschap een korte brief geschreven waarin de hoofdlijnen van de Nederlandse inzet werden weergegeven (als bijlage bij dit verslag).

De Minister van Buitenlandse Zaken

Verslag informele Algemene Raad ('Gymnich') van 8 en 9 februari jl. te Caceres, Spanje

Tijdens deze Gymnich-bijeenkomst vond een open gedachtewisseling plaats over een beperkt aantal onderwerpen. Daarbij zijn geen formele besluiten genomen.

Westelijke Balkan

Ten aanzien van de FRJ, in het bijzonder de dialoog tussen Servië en Montenegro over de hervorming van de federatie, werd de lijn van handhaving van druk op Montenegro om af te zien van een referendum bevestigd. De Hoge Vertegenwoordiger Solana zou die lijn in zijn gesprek met de Montenegrijnse premier, dezer dagen, uitdragen. Overigens zou in Podgorica langzamerhand het besef doordringen dat een onafhankelijk Montenegro economisch nauwelijks levensvatbaar zou kunnen zijn.

Wat Macedonië betreft betrof de discussie vooral de mogelijkheid van 'overname' door de EU van de NAVO-operatie Task Force Fox, in de vorm van een EU-geleide operatie met gebruik van NAVO-middelen. Verschillende ministers vonden een dergelijke ambitie in het logische verlengde liggen van de verantwoordelijkheden op andere gebieden die de EU reeds ten aanzien van het land en de regio had genomen. De Nederlandse opvatting

lag in schriftelijke vorm voor (zie bijlage). Algemeen was de indruk dat de timing van een en ander nauwkeurig moet worden afgewogen. Zo lag verlenging van het NAVO-mandaat voor tenminste de komende maanden voor de hand, ook al omdat de Macedoonse regering en bevolking voorlopig prijs stelden op voortzetting van de rechtstreekse betrokkenheid van de NAVO. Over een en ander zijn contacten tussen de Secretaris-Generaal van de NAVO en de Macedoonse regering gaande.

De komende maanden zouden goed moeten worden gebruikt voor regeling van de EU-NAVO-relatie leidend tot 'assured access to NATO assets' ('Berlijn Plus') en interne EU-aspecten, zoals de financiering van het EVDB.

Midden Oosten

De gedachtewisseling over het Midden Oosten weerspiegelde grotendeels de belangrijkste elementen van de Verklaring van Laken over het Midden Oosten en de Raadsconclusies van 28 januari jl.

HV Solana gaf zijn indrukken weer van zijn recente gesprekken in Washington. President Bush had begrip getoond voor de Israëlische veiligheidszorgen, maar tegelijkertijd ook voor de noodzaak van een politiek perspectief voor de Palestijnen. Voorts had President Bush aangegeven President Arafat te beschouwen als de gesprekspartner aan Palestijnse zijde. De EU moest, volgens HV Solana, nauw met de VS blijven samenwerken; voor eigen EU-initiatieven bestond geen aanleiding.

Zelf heb ik mij bij HV Solana aangesloten; de samenwerking met de VS is van blijvend essentieel belang en enige weg om positieve invloed in de regio uit te oefenen. Liever dan het ontwikkelen van eigen plannen zou de EU haar gewicht moeten zetten achter het Abu Ala - Peres gedachteoed.

De discussie over het Midden-Oosten wordt voortgezet tijdens de Algemene Raad op 18 februari a.s.

Zimbabwe

Over Zimbabwe is aangegeven dat hierop, ook in het licht van een oproep van de Zimbabwaanse oppositie aan de EU tot het sturen van verkiezingswaarnemers, tijdens de Algemene Raad op 18 februari a.s. zal worden teruggekomen.

Hervorming van de Raad

De ministers wisselden kort van gedachten over de hervorming van de (Algemene) Raad, waarover HV Solana in Laken is gevraagd te rapporteren aan de Europese Raad (ER) van Barcelona. Daarbij is naar voren gekomen dat het opsplitsen van de Algemene Raad in een 'GBVB-Raad' en een 'horizontale Raad', waarin nieuw in te stellen 'ministers (of vice-premiers) voor Europese Zaken' zitting zouden nemen, bij de ministers van Buitenlandse Zaken geen enthousiasme ontmoet. Sommige ministers vonden het ook geen pas geven dat Brussel zou adviseren over de interne coordinatie-structuren in de hoofdsteden.

HV Solana wilde nog niet vooruitlopen op zijn rapport aan de ER, maar kondigde al aan dat daarin geen grote veranderingen zullen worden voorgesteld.

EU-uitbreiding en financiële implicaties daarvan

Tijdens het informele overleg heeft een gedachtewisseling plaatsgehad over het "Common Financial Framework 2004-2006 for the Accession Negotiations (CFF)" dat de Commissie 30 januari uitbracht, samen met het "Negotiations on Chapter VII (Common Agricultural Policy) Issues Paper (IP-GLB)".

De Commissie (Prodi) wees erop dat nog geen enkele kandidaat-lidstaat zeker was van toetreding. Commissaris Verheugen zei toe tijdig in de herfst te komen met voortgangsrapportage over de individuele kandidaat lidstaten zodat de Europese Raad in oktober in de gelegenheid is te beslissen welke van de kandidaten voldoen aan de Kopenhagen-criteria en, in dat licht, in een gezamenlijk toetredingsverdrag, te ondertekenen eind 2002/begin 2003, kunnen worden opgenomen. Het commitment aan de kalender, gericht op afronding van de onderhandelingen eind 2002, werd algemeen bevestigd.

Het merendeel van de lidstaten sprak steun uit voor de aanpak die de Commissie heeft gekozen in het Common Financial Framework 2004-2006 (CFF) en het Issues Paper betreffende Hoofdstuk VII (GLB) van de toetredingsonderhandelingen (IP-GLB).

Duitsland en het VK benadrukten, in lijn met de Nederlandse positie, dat het CFF niet alleen in isolement moet worden bezien, maar ook in relatie tot de toekomstige hervorming van het GLB (waarvan de Mid Term Review voorstellen van de Commissie de richting moeten aangeven) en de implicaties voor de volgende generatie Financiële Perspectieven (FP's). Samen met Zweden en Finland en geheel in lijn met de Nederlandse inzet, onderstreepten zij dat in de toetredingsonderhandelingen geen afspraken mochten worden gemaakt die toekomstige hervormingen moeilijker zouden maken.

Frankrijk noemde het CFF een goed vertrekpunt, maar wilde een preciezer financieel kader dan nu voorhanden was.

De Commissie (Prodi) bevestigde dat de "Mid Term Review" voorstellen een engagement in zouden houden betreffende de richting van de toekomstige GLB-hervormingen.

De gedachtewisseling over het CFF wordt voortgezet in de EcoFin-raad van 12 februari en de AR van 18 februari. Vervolgens zal ook in de Landbouwraad van maart nog een gedachtewisseling plaatsvinden. De Commissie zal de Concept Gemeenschappelijke EU-Standpunten voor het GLB en Structuurbeleid naar verwachting eind maart / begin april presenteren.


Kenmerk

Blad /1

===