Nederlandse Vereniging van journalisten

Gesprek met Justitie over freelancecontracten
Ministerie wenst 'copyright tribunal'

Het ministerie van Justitie onderkent dat de onderhandelingspositie van de individuele freelance-journalist danig aan het verzwakken is. Tijdens een overleg met onder meer de NVJ zegde het ministerie toe te willen bemiddelen tussen uitgevers en beroepsorganisaties met als doel te komen tot een standaardregeling. Verder pleit het ministerie voor een zogenaamd 'copyright tribunal', waarin onafhankelijke specialisten bij bijvoorbeeld inbreukgeschillen een bindende uitspraak kunnen doen. Het overleg tussen de belangenorganisaties en het ministerie krijgt een vervolg.

Aanleiding voor het gesprek vorige week met de heren T. Heukels en C. van der Net van het ministerie van Justitie was de brief van NVJ-secretaris Irene Konings, waarin zij mede namens de BNO, Burafo, de HPA (Holland Photo Agencies) en de Fotografenfederatie aandacht vroeg voor het probleem van eenzijdig opgestelde freelance-contracten.

De behoefte aan wettelijke rechtsbescherming van freelance auteurs in hun contractuele relatie tot exploitanten groeit met de dag. Volgens Irene Konings wordt de onderhandelingspositie van de freelancer volledig uitgehold. Contracten die zij voorgelegd krijgen, bevatten steeds vaker ongunstige bepalingen. Deze komen er op neer dat freelancers voor een geringe vergoeding vrijwel al hun auteursrechten moeten afstaan. Als er al vergoedingen voor hergebruik bestaan, dan zijn deze vaak zeer laag. Licenties gelden vaak voor onbepaalde tijd en zijn dan soms ook nog exclusief. Dergelijke voorwaarden worden door de mediabedrijven eenzijdig en zonder overleg met de auteurs opgelegd. Freelancers die niet bereid zijn met dergelijke voorwaarden in te stemmen, krijgen dikwijls te horen dat in dat geval de samenwerking wordt beëindigd. De steeds verdergaande concentratie bij met name dagbladen en tijdschriften heeft tot gevolg dat een zeer groot deel van de markt voor de freelancer onbereikbaar wordt. Freelancers moeten daarom vaak wel instemmen met voor hen uiterst nadelige contracten.

Bemiddelen
Tijdens de ontmoeting vorige week juichte Justitie een standaardregeling tussen uitgevers en beroepsorganisaties, die bindend kan worden verklaard, sterk toe. Het ministerie bood aan een bemiddelende rol te vervullen om uitgevers en beroepsorganisaties aan de gesprekstafel te krijgen. 'Met dit standpunt van het ministerie in het achterhoofd, zullen we met de uitgeversorganisaties in overleg treden', aldus Konings.
Het ministerie peilde de meningen van de auteursorganisaties over mediation en alternatieve geschillenbeslechting op het terrein van auteursrecht. Een zogenaamd 'copyright tribunal' van onafhankelijke specialisten zou bijvoorbeeld bij inbreukgeschillen of andere concrete zaken, maar ook in het geval van hergebruik een (bindende) uitspraak kunnen doen. Groot-Brittannië en Duitsland hebben hier al ervaring mee. Justitie voelt veel voor een dergelijke geschillenbeslechting. De auteursorganisaties willen het voorstel nader bestuderen.

Wetgeving
In opdracht van de Europese Commissie onderzoekt en vergelijkt het Instituut voor Informatierecht onder leiding van professor B. Hugenholtz de wetgeving op dit gebied in de EU-landen. Verwacht wordt dat dit onderzoek in februari zal worden afgerond. Dan zal ook snel duidelijk worden of de EC hierin aanleiding ziet om een nieuwe Europese richtlijn op te stellen om dit nader te regelen. Het ministerie van Justitie wil het rapport van Hugenholtz afwachten alvorens over aanpassing van de Nederlandse wetgeving een standpunt in te nemen. Het ministerie vraagt aan de auteursorganisaties om gegevens over eenzijdige en dwingende contracten te verzamelen en als dossier aan te leveren.