ChristenUnie


Nieuws


Kars Veling: 'Ik had meer gehoord willen worden' Maandag 18 Februari 2002 - 11:27

Kars Veling (Groningen, 1948) is lijsttrekker van de ChristenUnie bij de kamerverkiezingen dit jaar. Sinds 1991 combineert hij zijn baan als voorzitter van het Gereformeerde Greijdanus College met het lidmaatschap van de Eerste Kamer. Daarnaast is hij, onder andere, voorzitter van VBOK, hulpverlening bij ongewenste zwangerschap, auteur van wijsgerige boeken en tenor in een kamerkoor.

Veling zal na de verkiezingen zitting nemen in de Tweede Kamer. Hij is vastbesloten om politiek te gaan bedrijven zoals het door de ChristenUnie in haar slogan is verwoord: Duidelijk, eerlijk, echt.


1. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben ,,U en ik, wij zijn schepselen Gods. Onze maker is te kennen en Hij laat zich, onder andere in de tien geboden, ook horen en zien. Je kunt daar anders tegenaan kijken: je kunt afgeknapt zijn op het geloof, je kunt het belachelijk vinden of misschien de namen niet weten, maar het is mijn overtuiging dat er een verbinding bestaat tussen God en de mensen. God is geen begrip. God is een persoon. Ik kan Hem niet voor je aanwijzen, maar ik ben wel voortdurend met Hem in aanraking. Als ik met mijn kleinzoon speel, of, in een storm, langs de kust van Bretagne loop... eigenlijk onder alle omstandigheden. Wij zijn geen product van toeval. Er is iemand die de wereld heeft gemaakt, die ons ziet en zo machtig is dat Hij met alle mensen persoonlijk een band heeft. Het doet er toe wie je bent en wat je doet. Er is iemand die verder kijkt. Iemand die ons, ondanks al ons falen, bij zich houdt en corrigeren wil. Het lijkt mij zo eenzaam, zo donker zonder Hem. Te leven in een heelal dat geen begin en geen einde heeft. Zonder betekenis. Zonder een bedoelde samenhang. Dat is voor mij ondenkbaar.''


2. Gij zult u geen gesneden beeld maken van wat boven in de hemel is, noch van wat beneden op aarde is, noch van wat in de wateren onder de aarde is
,,Geen beelden maken is ook: je ontworstelen aan verslaving, van welke aard dan ook. Je leidt toch een armzalig bestaan als je leven door geld, seks of macht wordt beheerst? Macht, waar het in de politiek om gaat, komt als bedreigende verslaving het dichtst in mijn buurt. Toch is het voor mij nauwelijks een punt. Dat komt door de rol die de ChristenUnie speelt in de Nederlandse politiek - bij een vertegenwoordiger van een grote partij denkt de journalist onmiddellijk: wat zal hij hiermee bedoelen? terwijl mijn boodschap op zijn merites wordt beoordeeld - maar het heeft ook te maken met het feit dat ik geen jonge hond ben die uit is op een glansrijke carrière. Ik ga de politiek in omdat ik mij graag begeef in situaties die ik niet ken. Ik ben nogal avontuurlijk ingesteld.''


3. Gij zult de naam van de here, uw God, niet ijdel gebruiken ,,Het is te simpel om te zeggen dat het ijdel gebruik de woede van God zou oproepen, maar ik weet zeker dat het Hem verdriet doet omdat het nonchalante taalgebruik een symptoom is van een levensstijl die op een armzalige manier is vervreemd van hoe het had kunnen zijn. God trekt zich daar iets van aan, Hij bekommert zich om ons. Ik vind het niet zo raar om te bedenken dat Hij het inderdaad niet kan hebben dat de mensen die hij zelf heeft gemaakt zich vrolijk over Hem maken of Zijn naam als stopwoord gebruiken. Waarom ik het mij aantrek als anderen vloeken? Hoe leg ik u dat uit... Stel nu dat iemand van wie ik veel houd ook een publieke persoon is en zijn naam wordt te pas en te onpas
- vaak om daar een ander mee te shockeren, uit onverschilligheid of wrok - gebruikt, zou ik dat dan wel kunnen verdragen? Ik denk het niet. Ik hou van God. Ik voel mij gekrenkt als Hij wordt gelasterd.''


4. Gedenk de sabbatdag dat gij die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen maar de zevende dag is de sabbat van de here, uw God, dan zult gij geen werk doen
,,Ik heb wel eens gedacht dat er in het pleidooi voor de koopzondag iets van rancune zat. Zeker in de eerste dagen van Paars was er haast een euforische stemming: eindelijk kunnen we, na jaren van 'onderdrukking' door het CDA, zelf bepalen wat wij met die zondag doen. Ja, nu hebben ze spijt. Het is bijna nergens meer stil, winkeliers klagen dat ze de zaak open moeten houden voor de zogenaamde 'fun-shoppers' en de teloorgang van een zekere gezamenlijkheid is ingezet. Terwijl iedereen erkent dat het goed is om het jachtige bestaan te doorbreken. Iemand heeft ooit geopperd om iedereen 52 extra dagen te geven zodat we zelf kunnen kiezen wanneer we die 'zondagen' opnemen. Maar hoe kun je dan ooit nog iets samen doen? Op welke dag kom je bij elkaar voor een sportwedstrijd? Wanneer trek je er samen op uit? Voor mij heeft de zondag altijd een ander karakter gehad. Contemplatie en kerkgang maken daar deel van uit, maar het accent ligt vooral op: niet werken. Ik begin en eindig iedere dag met gebed. Niet alleen de zondag.''


5. Eer uw vader en uw moeder
,,Ik eer mijn moeder om wie zij is: vitaal en betrokken. Ze is nog altijd de trait d'union in onze familie. Ze woont in Groningen, waar ik vandaan kom. We bellen iedere zondagavond en zien elkaar regelmatig als er iets gezamenlijks is. De laatste jaren gaat moeder met ons mee op vakantie. Ze hoort erbij. Het voelt ook helemaal niet als een verplichting, nee zeg, alsjeblieft niet. Ik vind het juist een kwestie van eren: ik respecteer mijn moeder door niet mezelf maar haar als uitgangspunt van mijn denken te nemen. Ik ga niet naar haar toe omdat 'het weer de hoogste tijd is om iets aardigs te gaan doen' of omdat 'het nu wel aardig uitkomt in de agenda'. Het eren -ook van mijn vader, al leeft hij niet meer- heeft ook te maken met het pad volgen dat zij voor mij hebben uitgezet. Het is misschien niet hetzelfde pad, maar ik loop nog altijd in diezelfde richting: ik leef met God die dichtbij en genadig is. Die laat weten wat goed is en daarin vertrouwd kan worden. Het loont de moeite om naar Hem te luisteren en om datgene wat Hij verkondigt door te geven. Het is zoals het in Deuteronomium staat: als kinderen vragen waarom zij de geboden moeten volgen, vertel hen dan dat je slaaf was in Egypte en dat je daarom dit moet doen en dat moet laten. Vertellen van God. Dat is de opdracht voor iedere nieuwe generatie.''


6. Gij zult niet doden
,,Je kunt het diep betreuren dat iemand zichzelf doodt. Je kunt zeggen: ik keur het af, alleen God beschikt over leven en dood. Maar waar het in de euthanasiediscussie om ging -en dat vind ik de bedenkelijke kant van die legalisering- is het inbrengen van de keuzemogelijkheid in de gezondheidszorg om, omwille van anderen, bij een gevoel van overbodigheid, je leven te laten beëindigen. Die optie staat naast: verder verzorgen, langer je best doen om de pijn te verlichten en nieuwe opvangmogelijkheden zoeken.''

,,Mijn dochters werken in de verpleging en ik heb een zoon die arts is
- ik kan zo een situatie uittekenen waarbij je je afvraagt of het niet mogelijk is om iemand uit zijn of haar lijden te verlossen. Daar valt vaak weinig tegenin te brengen. En toch zeg ik: iemand die een eind aan zijn leven maakt, is iemand die geen andere oplossing zocht en het speelveld heeft verlaten. En wat hebben ze gedaan? Ze hebben de spelregels zo gemaakt dat het voortijdig verlaten van het veld een officiële mogelijkheid is. Dat had niet gemogen, vind ik. Consulenten klagen er al over dat patiënten hun recht komen opeisen en ik hoor verhalen van artsen die er op een afschuwelijk nonchalante manier mee omgaan. Ik had een oom die ongeneeslijk ziek was. Op een dag kwam er een arts, met wapperende jaspanden, bij hem binnen stormen die zei: 'Zullen we maar afspreken dat we niet meer gaan reanimeren?' Die man is er dagen van overstuur geweest.''

,,Het treurige is: we zullen onze onschuld nooit meer terug winnen. Nu moeten we namelijk uitspreken of iets euthanasie is of niet, terwijl in het verleden... Misschien moest ik u het verhaal van mijn vader maar vertellen. Hij is gestorven aan een akelige botkanker. Wij hadden een huisarts die euthanasie in een zekere fase niet uitsloot en dat ook op een goede, respectvolle manier aan ons liet weten. We hebben hem volledig vertrouwd. Mijn vader kon gelukkig thuis zijn. We hebben in zijn huis overnacht. We waren erbij toen hij stierf. Op een zeker moment hebben wij de Heer gevraagd hem weg te nemen. Mijn vader kreeg in toenemende mate morfine toegediend. In die situatie, wetende wat de invloed van nog meer pijnbestrijding zou zijn, konden wij er in berusten. Het is goed geweest. Zo 'geholpen' worden was -in die vertrouwensrelatie- mogelijk. Maar als zoiets nu ter sprake komt, gaat iedereen zich ogenblikkelijk afvragen: wat gebeurt hier? Is dit misschien euthanasie? Het lijkt wel alsof we daar, door die discussie over legalisering van euthanasie, nauwelijks meer ruimte voor hebben. Je bent er voor of je bent er tegen. Je hebt een levensverklaring of je hebt een euthanasieverklaring. Dat vind ik een van de niet bedoelde, maar wel afschuwelijke gevolgen van onze zelfoverschatting. We dachten dit zaakje netjes geregeld te hebben. Het tegendeel is waar.''


7. Gij zult niet echtbreken
,,Het zou dwaas zijn om de indruk te wekken dat, als je meer dan dertig jaar getrouwd bent zoals ik, er geen momenten kunnen zijn dat je wat minder enthousiast bent over de relatie. En ja, natuurlijk zijn er andere vrouwen die mij zouden kunnen boeien, maar goed: trouw is ook een zaak van een wil en van een keuze. Als je je op de ander blijft richten ontdek je dat er, nadat het een tijdje wat stroever is gegaan, ook nieuwe fasen aanbreken. Ik kan mij niet voorstellen dat een echtscheiding in mijn eigen, concrete situatie, ooit ter sprake zou komen, maar ik ben goed genoeg thuis in de wereld om te weten dat sommige problemen onoplosbaar zijn. Ik heb hooguit bezwaar tegen een te gemakkelijke berusting; alsof een verbintenis niet iets kostbaars zou zijn en slechts voortduurt zo lang je je impulsen beheerst.''

,,Onderzoek wijst uit dat een op de zes kinderen met echtscheiding te maken heeft. Voor velen van hen is dat een traumatische ervaring. Ik kan als politicus niet gaan roepen dat echtscheidingen verboden moeten worden, maar ik zou mij wel willen inzetten voor het bemoeilijken ervan. Ik zou er voor zijn om een zekere bemiddeling als voorwaarde voor het aanvragen van een echtscheiding verplicht te stellen. Of, als er jongere kinderen bij betrokken zijn, de echtscheidingsprocedure te verzwaren waarbij een rechter expliciet moet afwegen of hun belang wel goed is overwogen. Als ik zoiets voorstel, doe ik dat vanuit mijn levensovertuiging, maar het heeft niets met een christelijke gelijkhebberigheid te maken. Ik wil vanuit een heldere positie midden in het debat staan. En als de herkomst van mijn redenering je niet bevalt, kun je in ieder geval over de uitkomst ervan je gedachten laten gaan.''


8. Gij zult niet stelen
,,Ik wil mezelf niet al te braaf voordoen, maar ik heb nog nooit iets gestolen. Of het moet die ene sigaar van mijn vader zijn geweest en die is mij niet eens zo goed bekomen... Denk nou niet dat het een morele verdienste van mij is, maar ik hecht gewoon niet aan materiële dingen. In een breder verband -en indirect- voel ik mij, als bevoorrechte westerling, wel aangesproken. Je kunt dit gebod ook overtreden als je een ander niet helpt, als je de ander niet gunt waar hij recht op heeft.''

,,Ik ben in januari in een tijdelijke noodvoorziening voor vreemdelingen geweest. Daar heb ik eten uitgedeeld en hier en daar een praatje gemaakt. Ik herinner mij een Nigeriaan die vertwijfeld naar de landkaart staarde en mij vroeg: 'Waar ben ik?' We moeten deze mensen gastvrij bejegenen, maar ik geloof ook dat we het probleem niet nationaal kunnen oplossen. Het is geen kwestie van: kunnen we ze erbij hebben, of niet? De vraag is: waar is de ellende ontstaan? Als we het nu hebben over economische vluchtelingen klinkt dat haast synoniem aan oplichters, terwijl het gaat over mensen die in uitzichtloze toestanden verkeerden. Daar moet iets veranderen. Het budget dat wij besteden aan ontwikkelingssamenwerking is nog altijd veel te laag.''


9. Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste ,,Ik heb geen grote misdaden op te biechten, maar ik aarzel ook om hier al te laconiek op te reageren omdat een gebrek aan integriteit
-waar het in dit gebod volgens mij om gaat- de omgang tussen mensen kan bederven. Ik kan mij voorstellen dat er in de politieke cultuur, waar pragmatisme en opportunisme een belangrijke rol spelen, makkelijker fouten worden gemaakt op dit gebied, maar ik wil mij er toch naar vermogen tegen verzetten. Ik realiseer mij wel dat ik het spel moet spelen met het oog op de uitkomst, maar ik hoop toch dat ik altijd open en eerlijk kan blijven over de standpunten die mijn partij inneemt. Homoseksualiteit? O... Ik ben, eerlijk gezegd, zo ontzettend zat van dat onderwerp. En nu begint u er ook weer over. Alsof een politicus van de ChristenUnie, in gesprek met een journalist, niets beters weet dan over die homo's te zeuren. En alsof dit onderwerp vermijden betekent dat wij een bedenkelijk standpunt achterhouden. Laatst kwam er een journalist op school die mij vroeg of een docent die aan, hoe heet dat, coming out deed ontslagen zou worden. Toen zei ik: integendeel, ik zou wensen dat er juist makkelijker en opener over homoseksualiteit gesproken kon worden. Mensen kunnen ontdekken dat ze een andere geaardheid hebben; er moet ruimte zijn om daar in alle veiligheid over te praten. Pas daarna komt het al dan niet hebben van een ethische beoordeling van een bepaalde stijl van leven. Er zijn veel zaken die je, vanuit de tien geboden, bedenkelijk kunt vinden of zelfs wilt afkeuren. Een zekere stijl van leven in seksueel opzicht hoort daarbij. Als ik vreemdga, word ik ook op het matje geroepen. Een alleenstaande die er toch seksuele relaties op nahoudt, wordt binnen onze gemeente ook op zijn levensstijl aangesproken. Zeker, ook binnen onze Vrijgemaakte Gereformeerde gemeente zijn er homoseksuelen. Praktiserend? Eh... ja dan komen we dus weer uit op het verhaal van de levenstijl die ik - maar moet u luisteren: nu zijn wij weer, zonder dat ik dit wilde, over dat onderwerp aan het praten. Ik vind dit heel onaangenaam. Goed, u heeft gelijk: we hebben het er ook over juist omdat ons standpunt hierover afwijkt van wat gangbaar is in de samenleving. Maar vergeet niet dat standpunten die nu als heel specifiek christelijk te boek staan, alleen maar zo opvallen omdat de rest van de samenleving zich op zo'n bedenkelijke manier heeft ontwikkeld. Als ik abortus provocatus -om redenen die niet met de gezondheid van de moeder te maken hebben- een kwaad noem, winden niet-gelovigen zich daarover op, terwijl het twee eeuwen geleden niet eens zou zijn opgevallen als een specifiek christelijk standpunt.''

,,Ik prijs mij gelukkig dat de overheid zich nauwelijks bemoeit met zaken die gaan over de menselijke aard en levensstijl. Juist omdat die vaak ingewikkeld en gevoelig liggen. U meent dat ik uit angst voor kritiek mijn mond wil houden, maar zou het ook niet van wijsheid kunnen getuigen als je er op sommige momenten het zwijgen toe doet?''


10. Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is ,,Volgens mij is dit een verdieping van de eerdere geboden. Je mag niet echtbreken, maar je mag de vrouw van een ander ook niet begeren. Je mag niet stelen, maar je moet ook wat van een ander is niet begeren. Met andere woorden: je houding doet er ook toe. Bewonderen is goed, zo lang daar maar geen jaloezie of naijver in schuilt. Hoe komt u erbij dat ik daar geen last van zou hebben? Het zit bij mij, zoals gezegd, niet in materiële dingen, maar als een ander iets kan wat ik had willen kunnen, kan ik wel degelijk jaloers zijn. Ik heb een tijd als docent filosofie gewerkt. Ik heb laatst nog een filosofisch boekje gepubliceerd, maar het heeft niet veel aandacht getrokken. Ja, ik had meer gehoord willen worden. Of iets geschreven willen hebben waar de wereld op zat te wachten. En ik vrees dat het niet zo is. Misschien begrijpen mensen mij soms niet, maar dat is niet erg. Ik geef nooit op. Ik word gestimuleerd door de omgang met mensen. Dat is mijn motivatie, mijn inspiratie. Ook in de politiek. Ik heb geen hoge verwachtingen van resultaten. God geve dat ik iets kan betekenen voor de Nederlandse samenleving. Ik wil verbeteren, maar of het goed komt, hangt van God af. Niet van mij. Ik ben geen politieke radicaal die denkt alles te kunnen regelen. Nee. Ik ben er diep van overtuigd dat het beperkt zal blijven.''


---