Ingezonden persbericht


Investeerders claimen miljoenen van Bolivia voor terugdraaien waterprivatisering
Dubieuze rol voor Nederland

Amsterdam, 18 februari 2002 -- Het terugdraaien van de privatisering van de watervoorziening van Cochabamba, de derde stad van Bolivia, is een van de bekendste recente 'overwinningen' in de strijd tegen neo-liberale globalisering. Het door Bechtel (VS) en Edison (Italië) geleide consortium Aguas del Tunari verwierf in november 1999 een 40-jarige concessie voor de watervoorziening in Cochabamba. Een volksopstand tegen extreme
tariefsverhogingen dwong het bedrijf om zich een paar maanden later weer uit Cochabamba terug te trekken. Via de in Amsterdam geregistreerde brievenbusfirma
International Water Holdings B.V. eisen
hoofdbelanghebbenden Bechtel en Edison nu van de
straatarme Boliviaanse regering het buitensporig hoge bedrag van 25 miljoen US$ aan schadevergoeding.

De geclaimde 25 miljoen dollar is ruim drie keer de waarde van de investering zelf. Bechtel en Edison hebben elk een belang van 50% in International Water Holdings B.V. In het jaarverslag over 2000 van deze brievenbusfirma, is de voor Aguas del Tunari opgevoerde totale boekwaarde 7,613 miljoen euro (opgesplitst in 4.744 miljoen euro materiële vaste activa en 2.869 miljoen euro aan vorderingen)

Volgens het aanvankelijk geheime contract tussen Aguas del Tunari en de Boliviaanse overheid, zouden bewoners van Cochabamba geen onbetaald gebruik meer mogen maken van eigen putten en oppervlakte-water, aangezien het nieuwe concern het monopolie had op al het drinkwater in de hele provincie. De reactie van bewoners, vakbonden,
boerenorganisaties etc. was fel. Grote demonstraties, waartegen hard werd opgetreden door leger en politie, mondden in april 2000 uit in een daadwerkelijke bezetting van de stad door meer dan 100.000 mensen. Er vielen honderden gewonden en een 17- jarige jongen, Victor Hugo Daza, werd door een scherpschutter van het leger doodgeschoten. Door het verzet van de bevolking werd de privatisering, die nota bene onder druk van de Wereldbank was doorgezet, de facto ongedaan gemaakt. In de hele wereld werd deze strijd met bewondering bekeken. De volksorganisaties die tegen de privatisering in opstand kwamen, hebben niet alleen de privatisering weten terug te draaien, maar bovendien een democratisering van het drinkwaterbeleid van de stad doorgevoerd door de instelling van een gekozen 'waterraad'.

Aguas del Tunari onderhandelt al bijna twee jaar met de Boliviaanse regering over een schadevergoeding voor het opschorten van de concessie. Op 12 december 2001 heeft International Water Holdings B.V., als hoofdaandeelhouder van Aguas del Tunari (55%), deze schadeclaim ter 'bemiddeling' voorgelegd aan het International Center for Settlement of Investment Disputes (ICSID), een afdeling van de
Wereldbank. Daarbij wordt een beroep gedaan op de
Nederlands-Boliviaanse investeringsbeschermingsovereenkomst.

Volgens bronnen in Bolivia heeft de Boliviaanse regering tot nu toe weten te voorkomen dat de zaak door het ICSID in behandeling is genomen. Belangrijk argument daarbij zou zijn dat de Nederlandse holding ten tijde van het afsluiten van de concessie nog niet bestond. Naar verluidt is het contract voor de concessie in november 1999 getekend door een op de Kaaiman- eilanden gevestigde holding "International Water". Deze brievenbusfirma is later 'overgenomen' door het op 8 december 1999 in Nederland opgerichte International Water Holdings B.V.

De voor investeerders gunstige bilaterale
investeringsbeschermingsovereenkomst tussen Nederland en Bolivia vormde voor Bechtel en Edison - naast het gunstige Nederlandse belastingklimaat - waarschijnlijk een belangrijke reden om de Amsterdamse brievenbusconstructie te hanteren. International Water Holdings B.V. is trouwens niet de enige 'Dutch Connection' waar een luchtje aan kleeft. Op 8 februari maakte de Amerikaanse Bankruptcy Authority bekend dat het een onderzoek is gestart naar de meer dan 120 Nederlandse vennootschappen waarvan het failliet verklaarde Amerikaanse energiebedrijf Enron zich bediende.

Volksorganisaties in Bolivia en organisaties die actief zijn in de internationale anti-globaliseringsbeweging, hebben verklaard zich te zullen verzetten tegen uitbetaling van schadevergoeding aan het concern. De web-site van het Democracy Centre
, geeft een goed overzicht van de argumenten. Ook vanuit Nederland wordt nu deelgenomen aan een internationale campagne om de bewoners van Cochabamba te steunen. Er is een website geopend, met informatie over de specifieke rol van Nederland in deze zaak. Zie .

Later dit voorjaar zal in Amsterdam een internationaal tribunaal plaatsvinden, waarop de multinationals, de Wereldbank en de Nederlandse Staat aangeklaagd zullen worden. Ook is er een video beschikbaar over het 'wateroproer' in Cochabamba.

De SP heeft vandaag, 18 februari, schriftelijke kamervragen gesteld over de Nederlandse rol in deze zaak.

Voor meer informatie kunt u terecht bij: XminY
Solidariteitsfonds (Kees Hudig) Keizersgracht 132, 1015 CW Amsterdam tel 020-6279661, e-mail: kh@xminy.nl