European Commission

IP/02/250

Brussel, 13 februari 2002

Commissie stelt concrete maatregelen voor met het oog op een duurzame ontwikkeling en een rechtvaardiger wereld

Hoe moeten wij de armoede bestrijden? Hoe kunnen wij onze natuurlijke hulpbronnen en ons milieu zo goed mogelijk beheren? Hoe moet de ontwikkeling worden gefinancierd? Met een aantal belangrijke internationale bijeenkomsten voor de deur waar deze vraagstukken zullen worden besproken de conferentie van Monterrey over de financiering van ontwikkeling (maart 2002), de internationale topconferentie over duurzame ontwikkeling (september 2002), en de uitvoering van de agenda voor ontwikkeling die in november 2001 te Doha is goedgekeurd komt de Europese Commissie met voorstellen voor de eerste stappen op de weg naar een beleid ter zake en stelt zij opnieuw met klem dat alleen een multilaterale aanpak doeltreffend genoeg is om deze wereldomspannende uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. Over de drie mededelingen die zij vandaag op initiatief van haar voorzitter Romano Prodi, van commissaris Pedro Solbes voor economische en monetaire aangelegenheden en van commissaris Poul Nielson voor ontwikkeling en humanitaire hulp, heeft goedgekeurd, zal met overheid en burgermaatschappij uitvoerig overleg worden gevoerd.

Bij zijn presentatie van de drie documenten, waarin de verschillende door de mondialisering opgeworpen problemen worden behandeld, geeft voorzitter Prodi aan welke weg de Europese Commissie op wenst te gaan: "Wij leven in een wereld waarin we steeds afhankelijker van elkaar worden, waarin de problemen steeds complexer worden en waarin de behoefte aan een betere 'global governance' zich steeds sterker doet gevoelen. Het gaat hier om problemen op wereldschaal: bittere armoede, de achteruitgang van het milieu, de ontwikkeling van besmettelijke ziekten, de internationale criminaliteit, het terrorisme. Alleen met een multilaterale aanpak van deze problemen zullen wij resultaten krijgen. Wij moeten gezamenlijk optreden en onze inspanningen coördineren. Sedert haar oprichting heeft de Europese Unie laten zien dat zij het vermogen heeft problemen van gemeenschappelijk belang op doeltreffende en democratische wijze en met oog voor de afzonderlijke identiteiten, collectief te beheren. Voor haar is de tijd dan ook gekomen haar voorstellen over de aanpak van de met de mondialisering samenhangende vraagstukken naar voren te brengen.

Het hulpvraagstuk is belangrijker dan ooit. Het mondialiseringsproces is de wereld aan het veranderen, en vaak ten goede. Dit neemt echter niet weg dat de ongelijkheden tussen de verschillende landen en ook binnen een en hetzelfde land zeer schrijnend zijn en in veel gevallen nog groter aan het worden zijn. Op een bevolking van 6 miljard zielen, zijn er 2,8 miljard die met minder dan 2 per dag rond moeten komen. Dit is gewoonweg niet te tolereren. Wij moeten de armoede bestrijden en er tegelijkertijd voor zorgen dat de mondialisering in het voordeel van de armen werkt en zich niet tegen hen keert».

Partnerschap ter beheersing van het mondialiseringsproces

De Commissie is zich bewust van de verantwoordelijkheid die op haar rust. Het is immers zo dat de Europeaan zijn of haar vertrouwen meer in de Unie stelt dan in andere hierbij betrokken instanties, wanneer het erop aankomt de mondialisering in de juiste banen te leiden. De enquête 'Eurobarometer nr 55' (oktober 2001) laat hieromtrent geen twijfel bestaan: 36 % van de ondervraagden hadden meer vertrouwen in de Europese Unie om de effecten van de mondialisering te beheersen dan in hun eigen regering (25 %).

De mondialisering maakt het ons mogelijk te streven naar economische groei, productiviteitswinst en een verbetering van het levenspeil overal ter wereld. Tal van ontwikkelingseconomieën hebben hiervan reeds geprofiteerd. Het probleem is evenwel dat de marktmechanismen op zich niet toereikend zijn om een duurzaam evenwicht tussen economische groei en sociale en milieudoelstellingen tot stand te brengen.

De steeds breder wordende kloof tussen rijk en arm, het endemische armoedeprobleem in bepaalde wereldregio's, de soms onherstelbare milieuschade en de kwetsbaarheid van bepaalde economieën voor de instabiliteit van de financiële markten roepen om gecoördineerde oplossingen op wereldschaal en de inzet van alle betrokkenen: industrielanden, ontwikkelingslanden, multinationale ondernemingen, internationale instellingen en de burgermaatschappij.

De door de Commissie voorgestelde concrete maatregelen om een duurzame ontwikkeling te bewerkstelligen

Bij haar presentatie van de strategie voor een duurzame ontwikkeling in het voorjaar van 2001 heeft de Commissie de toezegging gedaan deze strategie te zullen vervolledigen met een mededeling over de externe dimensie van duurzame ontwikkeling. De Commissie heeft deze belofte vandaag ingelost. Naast een uiteenzetting van de voornaamste agendapunten voor de volgende wereldtop over duurzame ontwikkeling te Johannesburg komt de Commissie met een aantal te volgen actielijnen:
* Tenuitvoerlegging van de ontwikkelingsagenda van Doha: Willen wij de « Doha Development Round » tot een succes maken, dan moet er niet alleen constructief onderhandeld worden over de verlaging van de tolmuren en de opheffingen van andere belemmeringen voor het goederen- en dienstenverkeer, m.i.v. de landbouw, maar dan moeten ook de ontwikkelingslanden meer bij de zich over de gehele wereld voltrekkende groei worden betrokken en moeten er collectieve regels worden opgesteld op met de handel verband houdende terreinen: consumentenbescherming, milieu, volksgezondheid, investeringen, mededinging, en de bevordering van een minimum aan arbeidsnormen. Met de « Doha Development Round » moet tevens een actieve samenwerking op gang worden gebracht tussen de instellingen van Bretton Woods en de WTO, het Programma van de Verenigde Naties voor het milieu (UNEP), alsmede de Internationale Arbeidsorganisatie.

* Bestrijding van de armoede: de Commissie herinnert er nog eens aan hoe essentieel het is dat wij ons houden aan de doelstellingen van de millenniumtop, waaronder een vermindering van extreme armoede met de helft in 2015. Om deze doelstelling te kunnen realiseren, moeten wij de door samenwerking bijeengebrachte middelen concentreren op de minst geavanceerde landen en de armste bevolkingsgroepen en moeten er geïntegreerde strategieën worden goedgekeurd waarbinnen onderwijs, gezondheidszorg, voeding, drinkwater en sanitaire voorzieningen worden gecombineerd.
* Duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en milieu: De Commissie stelt voor de achteruitgang van het milieu tot staan te brengen en deze trend uiterlijk in 2015 om te buigen. Zij wijst er nogmaals op hoe belangrijk het is dat alle multilaterale overeenkomsten op milieugebied, m.i.v. het Protocol van Kyoto, worden geratificeerd en uitgevoerd. Zij stelt een 12 maatregelen tellend actieplan voor dat gericht is op een beter waterbeheer, een grotere veiligheid op zee, de bescherming van de bossen, de bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, enz.
* De financiering van de ontwikkeling: Met het oog op de conferentie van Monterrey verzoekt de Commissie de lidstaten van de EU te laten zien dat zij ook echt naar de beoogde toewijzing van 0,7% van het bruto binnenlands product (BBP) voor openbare ontwikkelingshulp kunnen toewerken. Bij wijze van tussentijdse doelstelling stelt zij voor dat die lidstaten welke momenteel beneden het EU-gemiddelde (0,33%) zitten, zich ertoe verplichten dit in 2006 te bereiken, waarmee het algehele gemiddelde van de EU op 0,39% zal worden gebracht. Vandaag de dag zijn er slechts 4 lidstaten (Nederland, Denemarken, Luxemburg en Zweden) die boven het streefcijfer van 0,7% zitten. De Commissie zou ook graag zien dat er vooruitgang wordt gemaakt bij de vermindering van de zware schuldenlast van bepaalde arme landen en dat er naar nieuwe mogelijkheden wordt gezocht om deze schulden om te zetten. Verder zou zij graag hebben dat er vorderingen worden gemaakt met de ontkoppeling van de openbare ontwikkelingshulp en dat er een participatieproces in gang word gezet om de problemen het hoofd te kunnen bieden die verbonden zijn aan de toegang tot "mondiale collectieve voorzieningen", zoals nodig voor de bescherming van het wereldmilieu, de bescherming tegen besmettelijke ziekten en de financiering hiervan. De Commissie acht het tevens onontbeerlijk dat wij ons over innoverende vormen van financiering blijven beraden, zonder evenwel de moeilijkheden uit het oog te verliezen die zouden komen kijken bij de invoering en het beheer van een wereldomspannend belastingstelsel. Tevens moet de financiering van de ontwikkeling efficiënter in haar werk gaan. Zie MEMO/02/25
* Een betere inpassing van het duurzame-ontwikkelingsconcept in het beleid van de EU: wil de ontwikkeling duurzaam zijn, dan moet het juiste midden worden gevonden tussen economische, sociale en milieudoelstellingen, zodat ons welzijn vandaag verzekerd is zonder dat het welzijn van toekomstige generaties in gevaar wordt gebracht. Voor een coherent overheidsoptreden is het nodig dat interne beleidsmaatregelen met significante externe effecten, zoals op het vlak van energie, landbouw, visserij, immigratie, enz., regelmatig worden herzien, teneinde deze op één lijn te brengen met de globale doelstellingen. De Commissie komt in de eerste plaats met een methode die een betere samenwerking en een verdergaande coördinatie tussen de instellingen van de Europese Unie impliceert. Tevens kondigt zij concrete toepassingen aan van het duurzame-ontwikkelingsbeginsel, bijvoorbeeld bij de geplande herzieningen van het GLB en het visserijbeleid.
* Verbetering van de 'global governance': De samenwerking tussen de verschillende internationale organisaties moet worden gesteund, met name in het kader van de Doha Development Agenda (DDA), maar de Commissie stelt ook voor ter gelegenheid van de topconferentie van Johannesburg concrete vooruitgang te maken op milieugebied en hiertoe met name het UNEP te versterken en de concrete tenuitvoerlegging te bevorderen van de internationale milieuovereenkomsten.

* Verbetering van het internationaal institutioneel kader: Het internationaal monetair en financieel systeem heeft de afgelopen halve eeuw goed gefunctioneerd. Het systeem blijft evenwel kwetsbaar voor monetaire en financiële crises en voor misbruiken, zoals het witwassen van geld, de financiering van illegale praktijken en belastingfraude. De Commissie onderzoekt thans hervormingsvoorstellen en -acties op het vlak van crisispreventie en -beheersing, initiatieven ter beperking van misbruiken van het internationaal systeem, vraagstukken op het gebied van de regionale en mondiale samenwerking, alsmede een hervorming van het institutioneel kader.