Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Directie Azië en Oceanië

Tweede Kamer der Staten-Generaal Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië

Binnenhof 4 Bezuidenhoutseweg 67

Den Haag Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum 18 februari 2002 Behandeld mr J. Roodenburg

KenmerkDAO-0117-02 Telefoon (070) 348 5655

Blad 1/1 Fax (070) 348 5323


Bijlage(n) 1 E-mail jeroen.roodenburg@minbuza.nl

Betreft Beantwoording vragen van het lid

Hoekema over de zaak Sander Thoenes

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld

door het lid Hoekema over de zaak Sander Thoenes. Deze vragen werden

ingezonden op 7 februari 2002 met kenmerk 2010205660.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Hoekema.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat Indonesië van plan is de moord op Sander Thoenes niet te laten berechten door het Oost-Timor Tribunaal, maar door een gewone rechtbank?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat deze stap het risico heeft dat de werkelijke schuldigen niet zullen worden berecht en dat deze stap moet worden beschouwd als het inslaan van een zijpad of het maken van een schijnbeweging door de Indonesische autoriteiten?

Antwoord

Het bewuste bericht is gebaseerd op anonieme bronnen bij het Openbaar Ministerie te Jakarta. Daartegenover staat de recente verklaring van de Indonesische procureur-generaal tegenover de voorzitter van de VN Mensenrechtencommissie dat de moord op Sander Thoenes voor het ad hoc tribunaal zal worden gebracht. Voorts heeft de plaatsvervangend procureur-generaal zeer recent tegenover de Nederlandse ambassade te Jakarta laten weten dat men nog steeds het mensenrechtenspoor volgt en dat het onderzoek daarop is gericht.

Vraag 3

Welke stappen wilt u c.q. gaat u zetten om de Indonesische autoriteiten ervan te overtuigen dat er voldoende bewijsmateriaal is om adequate behandeling door het speciale Tribunaal te garanderen?

Antwoord

De Nederlandse regering zal zich blijven inzetten voor volwaardige berechting van de daders van de moord op Sander Thoenes. Tijdens een tweede bezoek aan Jakarta en Oost-Timor in september jl. heeft de Nederlandse hoofdinspecteur, die indertijd reeds een grondig onderzoeksrapport schreef, de Indonesische onderzoekers opnieuw van waardevolle informatie kunnen voorzien. Hij heeft het rapport persoonlijk uitvoerig kunnen toelichten bij het Indonesische onderzoeksteam.

In bilaterale gesprekken op politiek niveau, voor het laatst tijdens de recente bezoeken van staatssecretaris Ybema en minister Hermans, is duidelijk gemaakt dat deze zaak in de ogen van de Nederlandse regering een belangrijke testcase is voor de geloofwaardigheid van de Indonesische regering op het terrein van vervolging en berechting van hen die zich schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen. Ook vanuit de Nederlandse ambassade wordt deze zaak zeer intensief behandeld en wordt regelmatig overleg gevoerd met vertegenwoordigers van het OM over het verloop van het onderzoek. Bij deze gelegenheden is steeds de noodzaak benadrukt van berechting door het ad hoc tribunaal van de daders van de moord op Sander Thoenes. Tijdens een gesprek op 11 februari jl. is door het OM aangekondigd dat op korte termijn een onderzoeksmissie naar Dili zal afreizen in vervolg op het bezoek en de bevindingen van de Nederlandse hoofdinspecteur.

Vraag 4

Bent u voornemens daarbij de EU en de VN in te schakelen?

Antwoord

Ja. Nederland heeft de EU en de VN al eerder ingeschakeld om in deze zaak de druk op de ketel te houden en zal dit blijven doen. Ik wijs onder meer op de EU-verklaring tijdens de Consultatieve Groep voor Indonesië op 7 november 2001 en de nauwe samenwerking met de Serious Crimes Investigation Unit van UNTAET. Eveneens in EU-verband heeft Nederland bereikt dat deze zaak expliciet zal worden meegenomen in de contacten met de Indonesische autoriteiten over de operationalisering van het ad hoc tribunaal voor Oost-Timor.

Meer recent wijs ik op het bezoek van de voorzitter van de VN Mensenrechtencommissie, die tijdens zijn bezoek aan Indonesië op uitdrukkelijk verzoek van Nederland veel aandacht besteedde aan deze zaak. De verklaring van de voorzitter van de VN Mensenrechtencommissie over de zaak Thoenes is ook uitvoerig in de Indonesische pers verschenen.

Trouw, 4 februari jl.

===