European Commission

IP/02/280

Brussel, 20 februari 2002

Hoe staat het met de Agenda voor het sociaal beleid van de EU?

De Agenda voor het sociaal beleid is de blauwdruk van de EU voor de modernisering en verbetering van het Europees sociaal model door investeringen in mensen en de opbouw van een actieve verzorgingsstaat. Hij moet bijdragen tot de verwezenlijking van de in maart 2000 door de Europese Raad van Lissabon vastgestelde strategische doelstelling. Doel van de agenda is de gemeenschappelijke problemen aan te pakken waarvoor de EU zich gesteld ziet, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat ten volle kan worden geprofiteerd van de nieuwe mogelijkheden. Omzetting van de doelstelling van Lissabon die op de daaropvolgende bijeenkomsten van de Europese Raad nader is uitgewerkt door de totstandbrenging van een dynamische en zich wederzijds versterkende wisselwerking tussen het economisch, werkgelegenheids- en sociaal beleid vormt het kernpunt van deze agenda.

De agenda moet het sociaal beleid als productieve factor, alsook de solidariteit en sociale billijkheid versterken. Bevordering van 'kwaliteit' is een belangrijke drijvende kracht achter deze agenda.

Zowel het Europees Parlement als de Europese Raad onderstreepten het belang van een jaarlijks scorebord om de geboekte vooruitgang te kunnen volgen en de inzet en bijdragen van de verschillende actoren bij de uitvoering van deze agenda te kunnen controleren.

Het referentiepunt waaraan de vorderingen worden getoetst, is de mededeling van de Commissie van juni 2000 en de in december 2000 door de Europese Raad van Nice goedgekeurde politieke richtsnoeren. Dit is het tweede scorebord over de tot dusverre geboekte vooruitgang.

Dit scorebord vormt een aanvulling op het jaarlijkse samenvattend verslag aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad in Barcelona met betrekking tot de acties die een onderdeel vormen van de Agenda voor het sociaal beleid.

DE WERKGELEGENHEIDS- EN SOCIALE SITUATIE

De werkgelegenheidsgroei in 2000 was de sterkste in de afgelopen tien jaar. Er werden bijna drie miljoen nieuwe banen gecreëerd. De netto arbeidsdeelname steeg daardoor weliswaar tot 63,2% 1% meer dan in 1999 maar bleef bijna 4% onder de tussentijdse doelstelling van Stockholm en 7% onder de doelstelling van Lissabon voor 2010. In 2001 zou de werkgelegenheid volgens de laatste ramingen met 1,1% toenemen en zou de netto arbeidsdeelname bij 64% komen te liggen.

In de periode 1998-2000 werden meer vol- dan deeltijdbanen gecreëerd. Van de in 2000 netto gecreëerde banen was bijna 70% een voltijdbaan, tegen 60% in 1999 en 54% in 1998.

Het werkloosheidscijfer daalde in 2000 van 9,1% tot 8,2% en het aantal werklozen nam met 1,5 miljoen af de grootste daling in tien jaar. Niettemin was het totaalaantal werklozen met 14,5 miljoen nog erg hoog. De langdurige werkloosheid nam sneller af dan de algemene werkloosheid en bedroeg 3,6%. Voor 2001 wordt het gemiddelde werkloosheidspercentage voor de EU-15 geraamd op 7,7%, wat neerkomt op een daling van het aantal werklozen met bijna één miljoen.

De resultaten van de structurele hervormingen van de Europese arbeidsmarkten worden met name zichtbaar in de toenemende werkgelegenheidsintensiteit van de groei, meer nieuwe banen in de hightech- en kennisintensieve sectoren wat een verschuiving in de richting van een kenniseconomie weerspiegelt en een sterke instroom van vrouwen op de arbeidsmarkt. De hightech- en kennisintensieve sectoren vormden de motor van de recente werkgelegenheidsverruiming en waren goed voor meer dan 60% van de in totaal 10 miljoen banen die tussen 1995 en 2000 werden gecreëerd. Dit kwam niet alleen ten goede aan hooggekwalificeerde werknemers, maar ook aan laag- en middelmatig gekwalificeerde werknemers in deze sectoren. Van de nieuwe banen werden er meer dan 1,6 miljoen ingenomen door vrouwen, wier arbeidsparticipatie steeg van 52,8% in 1999 tot 54% in 2000 en in 2001 op 54,7% wordt geraamd.

Vooruitzichten

Op de korte termijn zal de Europese economie, gezien de lager uitvallende prognoses voor 2001 en 2002, naar verwachting niet hetzelfde gunstige klimaat bieden voor verbeteringen aan het werkgelegenheidsfront. Diepte en duur van de conjunctuurvertraging zijn nog onzeker, evenals het precieze effect daarvan op de werkgelegenheid.

Er zijn echter nog steeds structurele zwaktes in de werkgelegenheid die om blijvende en versterkte aandacht vragen:
* De lage arbeidsparticipatie van ouderen: een geschatte 38,3% in 2001 in vergelijking met het streefcijfer van 50% dat in Stockholm voor 2010 is overeengekomen;

* Aanzienlijke genderkloven: 18% in termen van arbeidsparticipatie en 14% in termen van beloning;

* Hoge werkloosheidscijfers: ongeveer 8% van de beroepsbevolking, waarvan 3,6% langdurig werklozen en meer dan 16% werkloze jongeren;

* De regionale verschillen in werkgelegenheid en werkloosheid blijven erg groot.

Armoede en sociale uitsluiting

Ofschoon men het er algemeen over eens is dat de economische en werkgelegenheidssituatie vóór 2001 over de gehele linie verbeterd is, lopen de trends in armoede en sociale uitsluiting tussen de lidstaten nogal uiteen.

Armoede en sociale uitsluiting komen in de Europese Unie nog steeds wijdverbreid voor, maar de omvang en aard van het probleem verschillen sterk van de ene tot de andere lidstaat. Aangezien het echter nog steeds ontbreekt aan tijdige en vergelijkbare statistieken, is het niet mogelijk een volledig beeld van de recente ontwikkeling te krijgen. Dit betekent ook dat het effect van de periode van economische groei, dalende werkloosheid en toenemende werkgelegenheid in de afgelopen vijf jaar moeilijk te beoordelen is.

Ten aanzien van de inkomensverdeling duiden de gegevens van het Huishoudpanel van de Europese Gemeenschap, die worden gepresenteerd als een structurele indicator ter ondersteuning van het jaarlijkse samenvattend verslag, op aanzienlijke individuele ongelijkheden. De verhouding tussen de best verdienende 20% en de slechtst verdienende 20% bedraagt 5,7 voor de EU in haar geheel, een cijfer waarachter grote verschillen tussen de lidstaten schuilgaan.

Bijzonder zorgwekkend is het nog steeds hoge percentage mensen dat van een laag inkomen rond moet komen. Ongeveer 18% van de bevolking, of meer dan 60 miljoen mensen, dreigen in armoede te vervallen omdat zij leven onder een minimum, dat is vastgesteld op 60% van het mediaan equivalent inkomen.

Zonder sociale overdrachten exclusief pensioenen zou 26% van de EU-bevolking in armoede leven, tegen 18% nu. Dit is een specifiek voorbeeld dat illustreert welk effect het ontbreken van een sociaal beleid op de Europese samenleving zou hebben.

Gezondheid en veiligheid op het werk

Een ander duidelijk voorbeeld van de kosten van het ontbreken van een sociaal beleid is de gezondheid en veiligheid op het werk.

Gezondheid en veiligheid op het werk dragen in belangrijke mate bij tot de kwaliteit van de arbeid en tot het scheppen van gelijke voorwaarden voor de ondernemingen in de EU doordat deze moeten voldoen aan uniforme minimumnormen. Deze normen bieden de werknemers veiligheid en helpen de ondernemingen de kosten tengevolge van arbeidsongevallen en beroepsziekten te verminderen door middel van preventie.

De laatste jaren is vooruitgang geboekt bij de vermindering van het aantal arbeidsongevallen en het totaalaantal ernstige ongevallen is sinds het midden van de jaren negentig gedaald, zij het niet overal in de Europese Unie. De algemene daling van het aantal arbeidsongevallen met bijna 10% in de periode 1994-1998 toont de voordelen van preventieve maatregelen en gezondheids- en veiligheidsnormen aan.

Een hoge arbeidsongevallenincidentie komt het concurrentievermogen van Europa echter nog steeds duur te staan: in 1998 en 1999 gingen jaarlijks bijna 148 miljoen werkdagen door dergelijke ongevallen verloren. In 1998 daalde het aantal ernstige arbeidsongevallen tot 4.089 per 100.000 werknemers wat neerkomt op in totaal nog steeds zo'n 4,7 miljoen ongevallen. In 1998 werden ook 5476 dodelijke arbeidsongevallen geregistreerd . Uit dit cijfer blijkt dat de huidige praktijken op het gebied van arbeidshygiëne en -veiligheid nog tekortschieten en dat de kosten van het ontbreken van een sociaal beleid voor het bedrijfsleven en de werknemers hoog zijn.

Beleidsmaatregelen: stand van zaken

Bijlage 1 van de mededeling van de Commissie van juni 2000 bevatte een overzicht van de voorstellen en initiatieven van de Commissie en een tijdschema. Alle voor 2000 en 2001 aangekondigde initiatieven zijn ingediend en de voorbereidingen voor belangrijke kwesties zoals de grondige herziening van de Europese werkgelegenheidsstrategie en de nieuwe strategie inzake gezondheid en veiligheid liggen op schema. De nodige eerste stappen zijn daarom ondernomen. Sommige initiatieven hebben al tot besluiten geleid, over andere wordt nog onderhandeld.

Over het geheel genomen ligt de agenda goed op schema wat de omzetting van de toezeggingen in concrete actie betreft. Alle nieuwe onderwerpen die de Commissie uitdrukkelijk had verklaard voor eind 2001 ter hand te zullen nemen, zijn behandeld.

De tenuitvoerlegging van de Agenda voor het sociaal beleid is een duidelijk voorbeeld van nieuw en verbeterd bestuur, dat in de praktijk laat zien hoe de overheden op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau, tezamen met de sociale partners en het maatschappelijk middenveld, doeltreffend samenwerken om hervormingen tot stand te brengen. Dit hangt nauw samen met het gebruik van een geschikte beleidsmix.

De arbeidsmarkten worden hervormd door middel van de Europese werkgelegenheidsstrategie. Daarbij speelt het Europees Sociaal Fonds een ondersteunende rol, met name via investeringen in mensen. De Raad en het Europees Parlement hebben onderhandelingen gevoerd over een aantal wetsvoorstellen op gebieden als gezondheid en veiligheid op het werk, werknemersparticipatie en gelijke behandeling van vrouwen en mannen. De open coördinatiemethode levert concrete maatregelen op ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. De socialezekerheidsstelsels, met name de pensioenen, worden hervormd om op een duurzame wijze zowel aan de sociale als aan de financiële doelstellingen te beantwoorden.

Onderhandelingen met de sociale partners zullen leiden tot modernisering, flexibiliteit en zekerheid ten aanzien van de modernisering van de werkorganisatie, met name telewerken. Actieprogramma's inzake anti-discriminatie, gelijke kansen en sociale integratie vergemakkelijken niet alleen de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken, maar zijn ook een middel om alle belanghebbenden, inclusief de ngo's op EU-niveau, bij deze onderwerpen te betrekken. In het groenboek over de sociale verantwoordelijkheid van ondernemingen is de stimulering van vrijwilligersactiviteiten door bedrijven ter ondersteuning van de duurzame ontwikkeling aan de orde gesteld.

Ook in 2002 zal de Agenda een goed voorbeeld zijn van de manier waarop alle communautaire instrumenten kunnen worden gecombineerd om strategische doelstellingen te bereiken. De open coördinatiemethode, wetgeving, de sociale dialoog, steun via de Structuurfondsen, Europese steunprogramma's, zij zullen allemaal worden afgestemd op de verwezenlijking van de doelstellingen van economische en sociale vooruitgang.

Het welslagen van de uitvoering van de agenda hangt echter volledig af van de inzet van alle betrokkenen.

Bijlage 1

Overzicht van de geboekte vooruitgang door de gecombineerde inzet van alle op communautair niveau beschikbare instrumenten Wetgeving:

* Statuut van de SE en richtlijn over de rol van werknemers (goedgekeurd)

* Richtlijn inzake informatie en raadpleging (goedgekeurd)
* Richtlijn steigers (goedgekeurd in juni 2001)
* Richtlijn trillingen (bemiddelingsprocedure)
* Richtlijn lawaai (gemeenschappelijk standpunt in oktober 2001)
* Richtlijn asbest (Voorstel van de Commissie juli 2001)
* Gezondheid en veiligheid van zelfstandigen raadpleging van de sociale partners, tweede fase (juni 2001)

* Wijzigingen op Richtlijn 76/207/EEG betreffende de gelijke behandeling van mannen en vrouwen (bemiddelingsprocedure)
* Insolventierichtlijn (gemeenschappelijk standpunt in december 2001)
Open coördinatiemethode

* Goedkeuring van het werkgelegenheidspakket met onder meer de werkgelegenheidsrichtsnoeren (+ integratie van de kwaliteit van de arbeid), aanbevelingen inzake het werkgelegenheidsbeleid, het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid
* Succesvolle start van het sociale-integratieproces: nationale actieplannen en gezamenlijk verslag over sociale integratie
* Ondersteunende nationale strategieën voor veilige en betaalbare pensioenen: doelstellingen goedgekeurd in Laken Bewustmaking en uitwisseling van goede praktijken
* Actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (goedgekeurd)
* Actieprogramma voor sociale integratie (goedgekeurd)
* Actieprogramma inzake stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (bemiddelingsprocedure)

* Mededeling over het jaarlijks werkprogramma van de raamstrategie inzake gelijkheid van mannen en vrouwen

* Besluit tot uitroeping van 2003 tot het Europees Jaar van personen met een handicap
Europees Sociaal Fonds

* Overeenstemming met de lidstaten inzake de communautaire bestekken en andere programmeringsdocumenten voor het Europees Sociaal Fonds
* Goedkeuring van 17 operationele programma's voor EQUAL Sociale dialoog

* Aanpassingsvermogen en modernisering van de arbeidsverhoudingen in verband met de werkgelegenheidsstrategie tweede overlegronde met de sociale partners, die uitmondt in onderhandelingen over telewerken

* Oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces

* Bijdrage van de sociale partners tot de uitvoering van de Europese werkgelegenheidsstrategie
Overige maatregelen

* Integratie van gelijke kansen in de globale richtsnoeren voor het economisch beleid

* Mededeling over kwaliteit in het werkgelegenheids- en sociaal beleid

* Benchmarkingverslag over de follow-up van de werkgelegenheidsstrategieën in de informatiemaatschappij
* Groenboek over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven
* Mededeling over de sociale aspecten van overheidsopdrachten
* Mededeling als bijdrage aan de Wereldconferentie van de Verenigde Naties tegen racisme

* Mededeling over fundamentele arbeidsnormen
* Mededeling over gezondheidszorg en ouderenzorg
* Mededeling over levenslang leren

* Mededeling over arbeidsvoorziening en actief ouder worden
Bijlage 2
Vooruitzichten voor 2002

Wat de toekomst betreft, moet in 2002 een begin worden gemaakt met een aantal belangrijke initiatieven. Het belangrijkste is de voortzetting van de in Lissabon overeengekomen en in de Agenda voor het sociaal beleid geschetste structurele hervorming binnen de verschillende processen en beleidsonderdelen, echter onder gelijktijdige invoering van nieuwe elementen om aan nieuwe uitdagingen te beantwoorden. Hierin komt het dynamische en flexibele karakter van de agenda tot uiting.
* Op het gebied van de werkgelegenheid zullen de voornaamste initiatieven betrekking hebben op:

* De voltooiing van een evaluatie van de eerste vijf jaar van het proces van Luxemburg, uitmondend in een mededeling die ten grondslag zal liggen aan het werkgelegenheidspakket 2002
* Een gezamenlijk verslag van de Commissie en de Raad over verhoging van de arbeidsparticipatie en de bevordering van actief ouder worden, ingevolge het verzoek van de top van Stockholm
* De presentatie, voorafgaande aan de Europese Raad van Barcelona, van een actieplan inzake vaardigheden en mobiliteit. Een nieuwe maatregel in dit verband zou de voorbereiding kunnen zijn van een Europese ziektekostenverzekeringskaart in het kader van het actieplan inzake mobiliteit. Dit vormt een essentieel aspect van de daadwerkelijke verbetering van het vrije verkeer binnen de Europese Unie en zal de ontwikkeling van de arbeidsmobiliteit bevorderen. Later in het jaar zal er ook met een voorstel gekomen worden tot herziening van de rechtsgrond van EURES.
* De presentatie van een mededeling inzake integratie van de werkgelegenheid in andere communautaire beleidsonderdelen, in te dienen in 2003.

* Met betrekking tot verandering en werkomgeving,
* Het dynamische en flexibele karakter van de agenda zal tot uiting komen in een nieuw initiatief inzake het anticiperen op en het beheren van het veranderingsproces en de behoefte aan nieuwe aandacht voor de sociale aspecten van de
bedrijfsherstructureringen. Dit initiatief beoogt de dialoog tussen de sociale partners te stimuleren teneinde beste praktijken vast te stellen en te ontwikkelen voor het anticiperen op en beheren van herstructureringen. Het doel is economische verbeteringen te vergemakkelijken en bij te dragen tot een klimaat waarin het economisch herstel sneller en beter in meer netto gecreëerde arbeidsplaatsen wordt vertaald. Om van Europa in 2010 de meest concurrerende economie van de wereld te maken, moeten juist maatregelen genomen worden om de kortetermijndoelstellingen en strategische doeleinden op lange termijn gemakkelijker op elkaar af te stemmen.

* De Commissie zal begin 2002 een nieuwe gezondheids- en veiligheidsstrategie voorleggen.

* Voortbouwend op de gezamenlijke verklaring van de sociale partners van Laken, zou een vernieuwing van de sociale dialoog in relatie tot de economische context, bovendien het volgende kunnen omvatten:

+ De afronding van nieuwe convenanten inzake levenslang leren en telewerken

+ Sterkere betrokkenheid van de sociale partners bij de open coördinatiemethode, met name bij de
werkgelegenheidsstrategie.

+ Intensivering van de sociale dialoog op bedrijfstakniveau in relatie tot de economische ontwikkeling.
+ De bevordering van de sociale verantwoordelijkheid van ondernemingen met een referentiekader voor toekomstige ontwikkelingen, gebaseerd op een nieuwe mededeling inzake sociale verantwoordelijkheid van ondernemingen.
* De Commissie zal voor de zomer van 2002 ook met een mededeling komen over de sociale dialoog met een voorstel voor een nieuw overlegcomité.

* Bovendien zal de Commissie in de eerste helft van 2002 een begin maken met een tweede overlegronde over de bescherming van werknemersgegevens. Ook zal zij een mededeling en een actieplan presenteren inzake financiële deelneming.

* Wat de wetgeving betreft, zal de Commissie begin 2002 een voorstel indienen voor een richtlijn inzake uitzendarbeid. Ook zal zij studeren op een herziening van de richtlijn van de Raad betreffende de Europese ondernemingsraad.

* Wat de sociale integratie betreft, de vaststelling van langetermijndoelstellingen voor de Unie in het licht van de te Lissabon gedane toezegging om de armoede voor 2010 definitief uit te roeien, op basis van het verslag over sociale indicatoren inzake sociale integratie, vormt een belangrijk initiatief voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
* Over het geheel genomen wordt 2002 echter een jaar van consolidatie van het onlangs begonnen integratieproces. Ook zal begonnen worden met de uitvoering van het actieprogramma.
* Bovendien zal speciale aandacht worden besteed aan de voorbereiding van het Europese Jaar van personen met een handicap.
* Met betrekking tot de modernisering van de sociale bescherming,
+ De eerste nationale strategieën inzake pensioenen worden voor september 2002 verwacht en een eerste gezamenlijk verslag van de Commissie en de Raad staat voor december op het programma;
+ Ook voor de gezondheids- en ouderenzorg wordt een eerste verslag voorgelegd aan de Europese Raad van Barcelona.
* De combinatie van beschikbare instrumenten zal in 2002 worden aangewend om de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen met
* Een voorstel voor een richtlijn op grond van artikel 13 van het EG-Verdrag ter bestrijding van discriminatie op grond van geslacht op andere terreinen dan de werkgelegenheid en het beroep;
* Een beleidsinitiatief inzake de genderproblematiek in de externe betrekkingen;

* De concentratie van inspanningen met betrekking tot de combinatie van werk en gezin in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie uit hoofde van de pijler Gelijke kansen
* Het actieprogramma op het gebied van ouderschapsverlof, waarover de Commissie een verslag aan het opstellen is.
* Conferentie over geweld tegen vrouwen

* Wat de uitbreiding en de externe betrekkingen betreft,
+ De samenwerking met de kandidaat-lidstaten zal worden geïntensiveerd en het jaarlijks samenvattend verslag van de Commissie voor 2003 zal ingaan op de geboekte vooruitgang op het gebied van de werkgelegenheid en het sociaal beleid.
+ In de pretoetredingsstrategie zal speciale aandacht uitgaan naar de voorbereidende maatregelen om het de kandidaat-lidstaten gemakkelijker te maken deel te nemen aan de open coördinatiemethode op het gebied van de werkgelegenheid en de sociale integratie, alsook de geleidelijke openstelling van het werkgelegenheids- en het sociaal programma voor de kandidaat-lidstaten.
+ Ten aanzien van de internationale samenwerkingsactiviteiten zal de Commissie begin 2002 gezamenlijke evenementen organiseren op het gebied van 'Vaardigheden en mobiliteit' met de VS en op het gebied van 'Oudere werknemers' met Japan.
+ Actief ouder worden zal ook centraal staan op de Wereldconferentie over veroudering in Madrid en de G-8 in Montreal in april 2002.

+ Via samenwerking met de ILO zal speciale aandacht worden besteed aan de arbeidsnormen, met inbegrip van het kader van de follow-up op de mededeling inzake fundamentele arbeidsnormen.