Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Vragen hebben hoge toon

Vragen hebben hoge toon
4 februari 2002
In het Nederlands worden vragen op een hogere toon uitgesproken dan mdedelingen, blijkt uit experimeneel taalonderzoek van drs. Judith Haan van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Het door NWO gesubsidieerde onderzoek geeft steun aan de hypothese dat vraagintonatie een biologische oorsprong heeft.

In veel talen hebben vragen een gemiddeld hogere toon dan mededelingen. Taalkundige Judith Haan heeft aangetoond dat Nederlands hierop geen uitzondering vormt. Haar resultaten ondersteunen de theorie van de Amerikaanse taalkundige Ohala, die stelt dat de verhoogde toon in vragen een biologische oorsprong heeft. Uit onderzoek blijkt dat zoogdieren en vogels bij een ontmoeting met een soortgenoot het fysieke overwicht van de ander onder andere afschatten aan de toonhoogte van het geluid dat de ander maakt. Een geluid met een lagere toon of lagere geluidsfrequentie duidt immers op een groter lichaam.

Volgens Ohala speelt deze zogenoemde frequentiecode ook een rol in menselijke spraak. Het stellen van een vraag kan als een vorm van afhankelijkheid worden beschouwd: de vraagsteller is voor bepaalde informatie afhankelijk van de luisteraar. Dat uit zich in een hogere toonhoogte en zou verklaren waarom dit verschijnsel in zoveel uiteenlopende talen is te vinden. Die grotere hoogte openbaart zich meteen aan het begin van de vraagzin, ook in het Nederlands, iets wat in Spaanse teksten heel passend wordt uitgedrukt door een vraagteken ondersteboven aan het begin van een vraagzin te plaatsen.

De onderzoekster liet tien proefpersonen vier soorten zinnen voorlezen. Ze verzamelde zo 200 gewone mededelingen, 200 mededelingen die ook als vraag kunnen dienen, zoals "Hij gaat naar Londen?", 200 vragen waarin onderwerp en werkwoord zijn omgedraaid, zoals "Gaat hij naar Londen?" en 200 vragen die met een vraagwoord beginnen, zoals "Wanneer gaat hij naar Londen?". Deze zinnen vergeleek de taalonderzoekster op vijf melodie-kenmerken.

Opmerkelijk was dat vrouwen in het experiment de neiging hadden grotere toonbewegingen te maken. Ook hielden zij hun mededelingen en de drie verschillende vraagtypen beter uit elkaar met behulp van toonhoogte dan de mannen. De onderzoekster vermoedt dat vrouwen meer gebruik maken van de intonatie omdat ze in hun communicatie vooral duidelijkheid nastreven, en daarbij minder bang zijn zich afhankelijk op te stellen.


---

Nadere informatie bij
drs. Judith Haan (KUN, afdeling Algemene Taalwetenschap en Dialectkunde) tel. 026 4822282 (privé)
e-mail j.haan@let.kun.nl.
Promotie 20 februari, promotoren prof. dr. V. van Heuven (UL) en van prof. dr. C. Gussenhoven (KUN).


--
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) Afdeling Voorlichting en Communicatie
Postbus 93138
2509 AC Den Haag
Telefoon (070) 344 07 13
Fax (070) 385 09 71
E-mail news@nwo.nl
Internet algemeen http://www.nwo.nl
Internet pers en publiek http://www.nwo.nl/wetenschapsplein