Productschap Tuinbouw

Oppervlakte bloembollen in Nederland blijft groeien

De beplante oppervlakte met bloembollen (zogenoemde voorjaarsbloeiers) in Nederland bedraagt dit jaar iets meer dan 15.500 hectare. Hiermee is het areaal drie procent groter dan in 2001. De tulp is verreweg het belangrijkste bolgewas in ons land met 10.700 hectare, gevolgd door de narcis met ruim 2.000 hectare. Van beide voorjaarbloeiers groeide de oppervlakte dit jaar met respectievelijk drie en vier procent vergeleken met vorig seizoen. Dat blijkt uit cijfers van het Productschap Tuinbouw (PT) en de Bloembollenkeuringsdienst (BKD).

In vier jaar tijd is het totale bloembollenareaal met voorjaarsbloeiers in Nederland toegenomen met meer dan 600 hectare. In het seizoen 1998/99 bedroeg de oppervlakte nog 14.900 hectare. Dit jaar staat er 15.500 hectare. De oppervlakte met tulpen en narcissen groeide de afgelopen jaren gestaag. De hyacint bleef stabiel, terwijl de belangstelling van de kwekers voor de iris afnam. De krokus en het blauwe druifje bleven in de afgelopen vier jaar vrijwel stabiel. Het areaal van de 'kleine' bolgewassen wisselt sterk. Van bijvoorbeeld scilla en chionodoxa nam de beplante oppervlakte in dit seizoen af, terwijl er in de voorgaande jaren nog sprake was van groei.

Het overgrote deel van de Nederlandse bloembollen gaat naar het buitenland. Jaarlijks gaat het om een exportbedrag van een kleine 700 miljoen euro. De Verenigde Staten, Japan en Duitsland zijn de belangrijkste afnemers. In de afgelopen seizoenen liep de uitvoer voorspoedig. Door de sterke buitenlandse belangstelling breidt de oppervlakte met bloembollen in ons land nog altijd uit.

Belangstellenden kunnen het boekwerkje met de oppervlaktecijfers van de seizoenen 1998/99 tot en met 2001/02 opvragen bij het Productschap Tuinbouw onder telefoonnummer 079-3470633.