Gemeente Breda
20-02-2002
Armoedebeleid Breda succesvol
Het Bredase armoedebeleid werpt haar vruchten af. Veel mensen maken
gebruik van de verschillende financiële ondersteuningsmiddelen die er
zijn en kunnen daardoor beter rondkomen. Dit komt niet alleen door de
gunstige economische ontwikkeling in de jaren 1996-2000 waardoor
minder mensen zijn aangewezen op een bijstandsuitkering. Juist ook de
integrale, actieve en persoonlijke benadering van huishoudens met
financiële problemen heeft hiervoor gezorgd. Dit blijkt uit een
onderzoek van de gemeente naar het armoedeprofiel van de stad en naar
de werking van het Bredase armoedebeleid over het jaar 2000.
Armoede concentreert zich
In 1998 verscheen er voor het eerst een rapport over de armoede onder
Bredanaars. Dit met betrekking tot het jaar 1996. Uit het in 2000
uitgebrachte tweede rapport bleek dat in 1998 ruim 11.000 Bredase
huishoudens moesten rondkomen van een laag inkomen (115% van het
bijstandsniveau). Ruim 6.000 daarvan hadden al 3 jaar of langer een
inkomen op bijstandsniveau. In het jaar 2000 waren er nog 8.250
huishoudens met een laag inkomen, waarvan 4.640 huishoudens langdurig
op bijstandsniveau rondkwamen. Ook zijn er minder huishoudens met een
uitkering als hoofdbron. Het onderzoek geeft verder aan dat in de
wijken Fellenoord, Kesteren, Geeren-Noord, Geeren-Zuid, Valkenberg,
Heuvel en Haagpoort bijna een kwart van de huishoudens behoort tot de
lage inkomensgroep.
Bredaas armoedebeleid
Het Bredase armoedebeleid bestaat uit sociale activering,
inkomensondersteuning, de aanpak van problematische schulden en het
stimuleren van het gebruik van voorzieningen. Doel van sociale
activering is het stimuleren van deelname aan het maatschappelijk
leven. Bijvoorbeeld door toeleiding naar gesubsidieerd en betaald
werk, vrijwilligerswerk, het volgen van cursussen en de BredaPas.
Inkomensondersteuning gebeurt door bijzondere bijstand (waaronder een
jaarlijkse bijdrage in de aanschafkosten van duurzame
gebruiksgoederen, een jaarlijkse bijdrage in de schoolkosten van
kinderen, gezondheidsprojecten, premies voor het terugdringen van
energielasten en/of het laten aanbrengen van inbraakpreventieve
voorzieningen en de eenmalige compensatie voor armoedeval). Ook de
kwijtschelding van lokale belastingen en heffingen valt hieronder.
Door samenwerking met het IMW (Maatschappelijk Werk) in het Meldpunt
Schuldhulpverlening worden mensen met problematische schulden
geholpen. De gemeente stimuleert het gebruik van deze regelingen door
voorlichting. Daarbij heeft het project Financiële voorlichting aan
ouderen in twee jaar tijd ruim 10.000 Bredase ouderen benaderd. Twee
op de vijf ouderenhuishoudens zijn daarbij daadwerkelijk thuis
voorgelicht over de mogelijkheden van inkomensondersteuning en andere
regelingen. 38% van de bezochte ouderen heeft naar aanleiding van de
voorlichting een aanvraag ingediend voor een voorziening of regeling.
Gebruik regelingen stijgt
Zon 75% van mensen met een laag inkomen heeft in 2000 gebruik gemaakt
van een of meer vormen van deze inkomensondersteuning op grond van het
gevoerde armoedebeleid. Het inkomen van het overgrote deel van de ruim
4.200 huishoudens die in 2000 gebruik hebben gemaakt van het Bredase
armoedebeleid, is in 2000 substantieel verhoogd door de ingezette
gemeentelijke middelen. Bij 60 bejaarde (echt)paren en 180
éénoudergezinnen met een of meer kinderen is het inkomen zelfs zo
gestegen, dat zij niet langer tot de lage inkomensgroep behoren.
Ontwikkeling armoede in Breda
De ontwikkeling van de armoede is in beeld gebracht aan de hand van
het aantal huishoudens met een inkomen onder de lage inkomensgrens.
Het gaat daarbij om mensen met een bijstandsuitkering, inkomen uit
gesubsidieerd werk, (deeltijd)werk, een AOW-uitkering en
zelfstandigen. In 2000 viel 12,1% van de Bredase huishoudens
hieronder. 7,5% van de Bredanaars was aangewezen op een inkomen op
bijstandsniveau (100% van het sociaal minimum). Tot slot leefde 6,7%
van de Bredanaars in 2000 langdurig van een minimuminkomen. Het gaat
daarbij om 4640 Bredanaars die in 2000 drie jaar of langer van een
inkomen op het sociaal minimum leefden.
Aanbevelingen
De afdeling Onderzoek en Informatie die het onderzoek heeft
uitgevoerd, constateert dat door een verdere intensivering van de
informatie het gebruik van de verschillende regelingen kan toenemen.
Ook meer buurt- of inkomensgroepgerichte voorlichting aan Bredanaars
met een (langdurig) laag inkomen die nog geen gebruik maken van deze
inkomensondersteuning kan hiertoe leiden. Het gaat hier om mensen die
niet bekend zijn bij de vakdirectie Sociale Zaken zoals mensen met een
WAO- of WW-uitkering, werknemers en kleine zelfstandigen. Daarnaast
loopt de algemene campagne die eind 2000 is gestart om de bekendheid
met en het gebruik van bijzondere bijstand te stimuleren, ook dit jaar
door. De resultaten van de evaluatie worden meegenomen bij de
ontwikkeling van het beleidsplan Abw 2003.
Bredase inkomensontwikkeling
Breda is een stad met een relatief hoog gemiddeld inkomen. Wel bestaan
er grote verschillen tussen de inkomens van Bredase huishoudens.
Daarbij is er een sterke relatie tussen de hoogte van het inkomen en
het feit of men wel of niet werkt. Het is niet voor niets dat de
gemeente alles op alles zet om zoveel mogelijk mensen met een
bijstandsuitkering te begeleiden naar werk.
Breda, 20 februari 2002