Gemeente Breda

20-02-2002

Extra aandacht voor sociale voorzieningen
De gemeente Breda wil meer zicht hebben op de (toekomstige) behoefte aan sociale voorzieningen als huisartsen, woningen voor ouderen of gehandicapten, speelplekken en sporthallen. Er is zowel landelijk als in Breda geen totaaloverzicht in welke mate sociale voorzieningen aanwezig moeten zijn. De gemeente Breda wil een instrument (methodiek) hiervoor ontwikkelen onder de naam sociale infrastructuur. Het college heeft vandaag groen licht gegeven om dit instrument samen met grote welzijnsinstellingen in de stad verder vorm te geven.

Zicht op sociale voorzieningen
De gemeente Breda wil meer zicht hebben op de invloed van allerlei ontwikkelingen in de stad op sociale voorzieningen. Het uitbreiden van een wijk met een aantal woningen, maar ook de demografische ontwikkelingen in de stad, maken inzicht in de aanwezigheid van voorzieningen noodzakelijk. En ook inzicht in de aansluiting van voorzieningen bij de behoeftes van huidige en toekomstige bewoners. Vragen als hoeveel huisartsen of scholen moeten er in een nieuwbouwwijk komen? en moeten er in verband met de vergrijzing van een wijk niet andere zorg in de wijk ontwikkeld worden? moeten in de toekomst makkelijker te beantwoorden zijn.

Richtlijnen
De gemeente Breda heeft samen met het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) vooronderzoek verricht naar landelijke richtlijnen voor sociale voorzieningen. Die blijken er niet voor alle sociale voorzieningen te zijn. Samen met partners in de stad op gebied van kinderopvang, ouderen, welzijns- en maatschappelijk werk (zoals het COKB, SOB, Vertizontaal, IMW) wil de gemeente eventueel aanvullende richtlijnen ontwikkelen om tot een compleet beeld te komen.

Begin maart is er een eerste informerende bijeenkomst met de grote welzijnsinstellingen in Breda. Dan wordt een toelichting gegeven op het instrument en de gebruiksmogelijkheden. Daarna komen er gesprekken met de individuele instellingen over een lijst van basisvoorzieningen en de al dan niet aanwezige richtlijnen die voor deze voorzieningen gelden. Het doel is tot een gezamenlijk uitgangspunt te komen voor het gewenste voorzieningenaanbod in de stad.
Na de gesprekken met de welzijnsinstellingen wordt het instrument gecompleteerd en ter vaststelling aangeboden aan het college en de gemeenteraad (medio 2002). Als de stedelijke uitgangspunten zijn benoemd wordt er een concrete vertaalslag gemaakt naar het huidige en gewenste voorzieningenaanbod per district. Hiermee wordt na de zomervakantie gestart in nauw overleg met onder andere buurthuizen en wijk- en dorpsraden.

Breda, 20 februari 2002