European Commission
IP/02/282
Brussels, 21 februari 2002
Commissie beoordeelt tenuitvoerlegging van globale richtsnoeren voor
economisch beleid 2001
Vandaag heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een verslag
waarin een algemeen oordeel wordt gegeven over de tenuitvoerlegging
van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid 2001 (GREB). De
hoofdconclusies van het verslag zijn dat het macro-economisch beleid
op adequate wijze heeft ingespeeld op de verslechterende
macro-economische ontwikkelingen in 2001. Hoewel de
conjunctuurverzwakking haar effect op de overheidsfinanciën van de
lidstaten niet heeft gemist, zijn de structurele begrotingssituaties
er over het algemeen niet op achteruit gegaan. Er is verdere
vooruitgang geboekt bij de bevordering van het economisch
groeipotentieel en de werkgelegenheid dankzij het economisch
hervormingsproces en de geleidelijke overgang naar een
kennismaatschappij. Het structurele hervormingsproces lijkt in 2001
evenwel aan dynamiek te hebben ingeboet. Dit proces moet nieuw leven
worden ingeblazen opdat tastbare resultaten worden geboekt en op
schema wordt gebleven bij de verwezenlijking van de gedurfde en
ambitieuze doelstellingen voor de Europese economie die met de
strategie van Lissabon worden beoogd.
Volgens Pedro Solbes, het EU-Commissielid voor economische en
monetaire zaken, "is een aanvang gemaakt met de tenuitvoerlegging van
de meeste in de GREB gedane aanbevelingen en is daarbij op sommige
terreinen goede voortgang geconstateerd. Globaal genomen is echter
slechts weinig vooruitgang geboekt bij de realisatie van de overwegend
voor de middellange termijn geformuleerde doelstellingen. De follow-up
van de tenuitvoerlegging van de in de GREB uitgestippelde strategie en
gedane aanbevelingen door de Commissie is van essentieel belang om te
waarborgen dat het multilaterale toezicht en de druk van de overige
lidstaten een extra stimulans vormen om optimale werkwijzen toe te
passen en beleidsmakers er tevens toe aanmoedigen hun inspanningen te
intensiveren".
Het macro-economisch beleid heeft de vuurproef met goed gevolg
doorstaan
De felle inzinking van de economische groei in 2001 heeft het
macro-economische beleid voor enorme uitdagingen geplaatst.
* In de praktijk hebben de monetaire autoriteiten van de door de
verminderende risico's voor de prijsstabiliteit ontstane
bewegingsvrijheid gebruik gemaakt om de officiële rentetarieven
meermalen te verlagen. Zo zijn zij daadkrachtig opgetreden na de
aanslagen van 11 september, die tot een verdere versombering van
de economische vooruitzichten hebben geleid. Sinds mei 2001 laat
de aan de hand van het geharmoniseerde
consumentenprijzenindexcijfer gemeten inflatie een duidelijk
neerwaartse tendens zien.
* De lidstaten hebben een nagenoeg neutraal begrotingsbeleid gevoerd
door gebruik te maken van de herwonnen budgettaire ruimte om de
feitelijke begrotingssaldi enigszins te laten verslechteren onder
invloed van de werking van de automatische stabilisatoren.
* In 2001 zijn de loonontwikkelingen globaal genomen verenigbaar
gebleven met prijsstabiliteit en werkgelegenheidsschepping.
Vooruitgang merkbaar bij de verbetering van de kwaliteit en
houdbaarheid van de overheidsfinanciën
* Een toenemend aantal lidstaten heeft een aanvang gemaakt met
institutionele hervormingen van begrotingsregels en -procedures om
de doelmatigheid te verhogen en de uitgaven beter in de hand te
houden.
* Diverse lidstaten hebben vooruitgang geboekt bij het verbeteren
van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn
door hun pensioenstelsels te hervormen en reservefondsen aan te
leggen. In sommige gevallen lijkt de houdbaarheid van de
overheidsfinanciën op lange termijn echter nog niet gewaarborgd en
zijn aanvullende maatregelen vereist.
Bij de activering van de arbeidsmarkten is voortgang vastgesteld, maar
de inspanningen moeten worden geïntensiveerd
Hoewel de tijdens de voorafgaande jaren gemaakte vorderingen tot
uiting zijn gekomen in een werkgelegenheidsintensievere groei, die
onder meer toe te schrijven was aan loonmatiging, flexibelere
arbeidsovereenkomsten en op de onderkant van het loongebouw gerichte
belastingverlagingen, lijkt het erop dat het tempo van de
arbeidsmarkthervormingen in 2001 is vertraagd.
* In 2001 is weinig vooruitgang geboekt bij de hervorming van de
belasting- en uitkeringsstelsels om deze
werkgelegenheidsvriendelijker te maken. De recentelijk
doorgevoerde belastingverlagingen moeten met veelomvattender
hervormingen van zowel de wetgeving ter bescherming van werkenden
als de uitkeringsstelsels worden aangevuld om de vraag naar en het
aanbod van arbeid te stimuleren.
* De barrières voor de geografische mobiliteit zijn nagenoeg
ongemoeid gelaten.
* In het afgelopen jaar hebben slechts enkele lidstaten maatregelen
genomen om tot een doelgerichter en efficiënter actief
arbeidsmarktbeleid te komen.
Hardnekkige belemmeringen voor het grensoverschrijdende
dienstenverkeer
In 2001 liet de bij de uitvoering van het economische
hervormingsprogramma geboekte vooruitgang een gemengd beeld zien. De
meeste maatregelen hadden een geleidelijk karakter, maar gingen wel de
goede richting uit en sloten aan bij de in de afgelopen jaren gemaakte
vorderingen. Om een volkomen geïntegreerde en efficiënt functionerende
interne markt tot stand te brengen, moet echter krachtdadig worden
opgetreden en een nieuwe impuls worden gegeven aan het
hervormingsproces van de productmarkten, vooral op de terreinen waar
tot dusver weinig vorderingen zijn gemaakt. Met name het
grensoverschrijdende dienstenverkeer stuit op bijzonder hardnekkige
belemmeringen.
* Algemeen genomen bleef de staatssteun als percentage van het BBP
in het merendeel van de lidstaten verder teruglopen, maar dit
neemt niet weg dat hij in sommige lidstaten nog vrij hoog blijft.
* Hoewel bij de openstelling van de markten voor overheidsopdrachten
reeds aanzienlijke vorderingen zijn gemaakt, staat een groot deel
van de overheidsopdrachten nog niet open voor concurrenten uit de
hele Unie.
* De concurrentie is bevorderd door de aan de gang zijnde
hervormingen en liberalisering in sommige netwerkindustrieën. Uit
de nog steeds vrij grote marktaandelen van de gevestigde
exploitanten kan echter worden opgemaakt dat er slechts sprake is
van een beperkte daadwerkelijke openstelling van de markten.
Bovendien is nog maar weinig vooruitgang geboekt bij de
koppelingen en uitwisselingen tussen lidstaten.
Alle EU-instellingen moeten zich inzetten om de APFD-termijnen te
halen
Ook in 2001 ging de modernisering en consolidatie van de financiële
sector door.
* Hoewel in 2001 in verband met een aantal specifieke dossiers
bemoedigende vorderingen zijn gemaakt, moet de algemene
vooruitgang bij de uitvoering van het Actieplan voor financiële
diensten (APFD) als vrij langzaam worden bestempeld. Er is nood
aan een nieuwe impuls en aan de inzet van alle EU-instellingen om
het APFD uit te voeren tegen 2003 voor de effectenmarkten en tegen
2005 voor de financiële markten in het algemeen.
* Er is weinig of niets gedaan om het ontmoedigende effect van
faillissements- en insolventieprocedures aan te pakken.
* Verscheidene lidstaten hebben weliswaar een begin gemaakt met de
hervorming van hun toezichtregelingen, maar daarbij zijn
uiteenlopende wegen ingeslagen.
Inspanningen ter bevordering van het ondernemerschap
* Tal van lidstaten hebben maatregelen genomen om de administratieve
lasten te verminderen en starters en kleine en middelgrote
ondernemingen te ondersteunen, maar er blijven grote verschillen
bestaan tussen de lidstaten wat de tijd en de kosten betreft die
nodig zijn om nieuwe bedrijven op te richten.
* Fiscale belemmeringen blijven tot verstoringen op de interne markt
aanleiding geven.
Verschillen tussen de lidstaten bij de overgang naar een
kenniseconomie
Er is weliswaar enige vooruitgang geboekt bij de overgang naar een
"kennismaatschappij", maar er blijven grote verschillen bestaan tussen
de lidstaten en er moet vaart worden gezet achter de recentelijk
ondernomen acties om de doelstellingen van Lissabon te halen.
* In vele lidstaten blijft het algemene onderwijsniveau ontoereikend
en in sommige lidstaten zijn slechts weinig vorderingen gemaakt
bij het inlopen van de aanzienlijke achterstand.
* Verscheidene lidstaten hebben actie ondernomen om O&O krachtiger
te stimuleren en sterker te financieren, alsook om de samenwerking
tussen de wetenschappelijke wereld en het bedrijfsleven te
bevorderen. De streefdatum van eind 2001 om af te spreken hoe het
Gemeenschapsoctrooi dient te worden toegekend, werd evenwel niet
gehaald. In de loop van 2001 is ICT steeds beter toegankelijk
geworden.
* De ontbundeling van het aansluitnet vordert weliswaar, maar
slechts in een langzaam tempo.
Milieuzorg staat hoog op de beleidsagenda
* De lidstaten hebben velerlei maatregelen getroffen ter bevordering
van de milieuzorg. Deze maatregelen hebben er met name toe geleid
dat de milieukosten beter in de prijzen tot uiting komen.
* Bij het bereiken van overeenstemming over een kader voor een
energiebelasting op Gemeenschapsniveau is in 2001 slechts weinig
vooruitgang geboekt.
Het verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de globale
richtsnoeren voor het economisch beleid 2001 en een werkdocument van
het directoraat-generaal Economische en financiële zaken van de
Commissie met landenspecifieke beoordelingen zullen vanaf 13h00
beschikbaar zijn op internet op:
http://europa.eu.int/comm/economy_finance/publications/european_econom
y/implement2001_en.htm