Gemeente Leiden
Uitbreiding kinderopvang loopt goed
De uitbreiding van het aantal plaatsen voor kinderopvang in de stad
ligt ruimschoots op schema. Dat blijkt uit de woensdag verschenen
tussenrapportage van het project kinderopvang. Verdere uitbreiding
blijft noodzakelijk vanwege de lange wachtlijsten.
CULTUUR EN EDUCATIE - In totaal werd Leiden vorig jaar 223 kinderopvangplaatsen rijker. Uit een deze week gepresenteerde rapportage blijkt dat de stad ruimschoots op schema ligt met de uitbreiding van kinderopvang. Dit jaar denkt de gemeente zo'n 160 extra plaatsen voor kinderopvang te kunnen creëren.
Hoge lat
Van het rijk moest de gemeente het aantal kinderopvangplaatsen voor
2003 met 543 uitbreiden. Maar de gemeente legde zelf de lat nog iets
hoger: voor 1 januari 2003 moet het aantal plaatsen met zeshonderd
zijn uitgebreid. Uit de tussenrapportage blijkt dat de beoogde
uitbreiding ruim op schema loopt. Het resultaat is zelfs iets hoger
uitgevallen dan verwacht. Vorig jaar zijn 133 kindplaatsen naschoolse
opvang voor kinderen van 4 tot 12 jaar en negentig kindplaatsen voor
dagopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar gerealiseerd. De verwachting
voor dit jaar is dat er 80 plaatsen voor naschoolse opvang en 82
plaatsen voor dagopvang zullen worden gerealiseerd. Dit betekent dat
de totale uitbreiding eind 2002, berekend vanaf 1997, bijna 633
plaatsen is.
Nieuwe locaties
Vorig jaar zomer heeft de gemeente opdracht gegeven voor een onderzoek
naar de behoefte aan kinderopvang en peuterspeelzalen, afgezet tegen
het huidige en geplande aanbod aan kinderopvang. Uit dit onderzoek
blijkt onder andere dat de stad een bovengemiddeld voorzieningenniveau
heeft wat betreft kinderopvang. De gemeente blijft de uitbreiding van
kinderopvang stimuleren. Niet alleen financieel, maar ook door actief
onderzoek naar nieuwe locaties.
Meer informatie: Gerda Visser (071-5165323) of Jet van Haastrecht
(071-5165244).
Vorig jaar werd de stad 223 kinderopvangplaatsen rijker. De
uitbreiding van het aantal plaatsen voor kinderopvang gaat ook dit
jaar weer door. Foto: Wim van Noort.