Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Financiën

Persbericht Ministerraad
22 februari 2002

VOORLOPIGE REKENING 2001

De ministerraad heeft op voorstel van minister Zalm van Financiën ingestemd met de Voorlopige Rekening 2001. De nota geeft een voorlopig overzicht van de budgettaire verschillen ten opzichte van de Najaarsnota. De definitieve rekening over het begrotingsjaar 2001 zal worden opgemaakt in het Financieel Jaarverslag waarin ook meer definitieve cijfers van de andere overheidssectoren worden opgenomen. Dan zal ook worden ingegaan op de verschillen tussen de realisatiecijfers en de ontwerpbegroting.

Het jaar 2001 wordt gekenmerkt door een vertraging van de groei van de wereldeconomie. Ook in Nederland is sprake van een conjuncturele afzwakking. Na jaren van economische groei rond de 4%, is de groei in 2001 uitgekomen op 1,1%. Deze verslechterde economische situatie heeft gevolgen voor de (voorlopige) uitkomsten van de begroting 2001. De voorlopige inzichten geven aan dat het EMU-saldo 2001 uitgekomen is op 0,2% BBP. Dit is 0,5% lager dan werd voorzien ten tijde van de Najaarsnota 2001. Het tegenvallende EMU-saldo is hoofdzakelijk het gevolg van tegenvallende inkomsten in de sfeer van de omzetbelasting, de vennootschapsbelasting en de successierechten. Op basis van de huidige inzichten is de inkomstentegenvaller in belangrijke mate structureel.

De uitgavenkant van de begroting is sinds de Najaarsnota 2001 beperkt gewijzigd. Er is sprake van een onderuitputting van circa ¼ miljard euro onder het totale uitgavenkader. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van lagere afdrachten aan de Europese Unie in 2001. De uitgaven die het meest afhangen van de conjunctuur (werkloosheid, rente) laten in de uitvoering toch nog bescheiden meevallers zien. De EMU-schuldquote zal naar verwachting uitkomen op 53% BBP. Dit is hoger dan bij Najaarsnota werd voorzien als gevolg van het lagere overschot. Ten opzichte van het jaar 2000 is de schuldquote in 2001 met 3%-punt BBP gedaald.

RVD, 22.02.2002