Partij van de Arbeid
Den Haag, 22 februari 2002
VRAGEN VAN HET LID VAN OVEN (PVDA) AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
1. Is waar dat de justitiële autoriteiten op Curaçao nog steeds niet de beschikking hebben over de door Nederland in verband met de intensivering van de opsporing van drugssmokkel toegezegde scans? (1)
2. Klopt het dat de wel al geleverde "mole" niet in gebruik zal worden
genomen omdat deze onbruikbaar is?
3. Hoe verhouden deze gegevens zich tot uw uitspraken dat men op Curaçao
de beschikking heeft over een "mole" en dat scans zullen worden geleverd?
4. Bent u bekend met de beslissing van het Openbaar Ministerie in de
Nederlandse Antillen om op korte termijn (weer) over te gaan tot het
wegzenden met een dagvaarding van personen die met drugs in hun lichaam bij
vertrek op de luchthaven zijn aangetroffen?
5. Deelt u het standpunt dat deze maatregel slechts zal leiden tot een
verschuiving van het probleem omdat de berechting en de tenuitvoerlegging
van de te verwachten veroordelingen te zijner tijd evenzeer op de
Antilliaanse justitiële keten zullen drukken?
6. Hoeveel drugskoeriers zijn sedert het in werkingtreden van het Plan van
Aanpak van 18 januari jl. op de Nederlandse Antillen en Aruba nog
aangehouden en berecht?
7. Is dat ( toekomstig) beleid in lijn met datgene wat tijdens het
Tripartite Overleg van ministers van Justitie begin januari 2002 is
afgesproken?
8. Hoe staat het met de werving van personeel voor de Bon
Futuro-gevangenis vanuit het buitenland?
9. Hoe staat het met de ontwikkeling van een gemeenschappelijk
informatiesysteem?
10. Is het nog steeds de bedoeling dat de Antilliaanse regering binnen vier
maanden na 18 januari 2002 tot een 100% controle op uitgaande vluchten komt?
(1) Amigoe, 21 februari 2002