Provincie Zuid-Holland

22-02-2002
Provincie: Delfland niet nalatig tijdens wateroverlast Communicatie richting burgers, hulpdiensten en andere overheden moet beter

Na de wateroverlast van 19 en 20 september 2001 heeft de provincie Zuid-Holland een evaluatie uitgevoerd naar de wateroverlast in onder meer het Westland. Deze evaluatie geeft geen aanwijzingen dat het hoogheemraadschap van Delfland voor, tijdens of na afloop van de extreme regenval nalatig zou hebben gehandeld bij de uitvoering van haar waterhuishoudkundige taken en bevoegdheden. Door preventieve maatregelen, zoals voorbemalingen en noodpompen, en een voortvarende aanpak tijdens en na de hevige neerslagperiode heeft Delfland de wateroverlast zo veel mogelijk weten in te perken. Wel kunnen kanttekeningen worden gezet bij de communicatie van Delfland tijdens de wateroverlast met de betrokken instanties en de getroffen burgers en bedrijven. Zo was de informatievoorziening traag en was het hoogheemraadschap telefonisch slecht bereikbaar. Dit blijkt uit een inventarisatie bij de Westlandse gemeenten en uit gesprekken met onder meer de WLTO.

Het evaluatierapport van de provincie is aangeboden aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mevrouw De Vries. Geconstateerd is dat op 19 en 20 september 2001 sprake was van een zeer uitzonderlijke meteorologische situatie die volgens het KNMI hoogstens eens in de 125 jaar voorkomt. Hierop is de huidige waterhuishoudkundige inrichting van met name het Westland niet berekend. Het hoogheemraadschap van Delfland werkt al enige tijd aan de voorbereiding en uitvoering van een omvangrijk verbeteringsprogramma (ABCDelfland). Onder meer naar aanleiding van de eerdere wateroverlast in september 1998. Daartoe wordt op verschillende plaatsen de waterberging uitgebreid en vindt vergroting van de bemalingcapaciteit plaats in combinatie met verbreding van kanalen en dwarsverbindingen tussen de boezemwateren.

Waar mogelijk zal de provincie Zuid-Holland met bestuurlijke en juridische instrumenten de implementatie van ABCDelfland ondersteunen. Zo kunnen de plannen zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Daarbij wordt in het bijzonder gedacht aan de provinciale bevoegdheden in het kader van de ruimtelijke ordening, de toepassing van de Nota planbeoordeling en aan het creatief gebruik van de watertoets en de waterparagraaf in ruimtelijke plannen. Verder moeten op diverse bestuurlijke niveaus initiatieven worden genomen om de ruimtelijke reservering en de aankoop van gronden voor locaties en tracés voor waterafvoer en waterberging te bevorderen. Hier ligt echter ook een duidelijke taak voor de Westlandse gemeenten en de regio Haaglanden. Alleen door samenwerking op alle bestuurlijke niveaus kan de gewenste waterhuishoudkundige situatie in het beheersgebied van Delfland worden gerealiseerd.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dustin Schouten van de afdeling communicatie, telefoon 070 441 75 31.