Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Karakteristieke schaduw schilderij Rafael onbedoeld

4 februari 2002

De zeer diepe schaduwen en de uiterst donkere achtergrond in de benedenhelft van Rafaels laatste schilderij, De Transfiguratie van Christus (1517-1520), blijken nooit zo door de schilder bedoeld te zijn. Dat stelt de Amsterdamse kunsthistorica drs. Margriet van Eikema Hommes. Zij bestudeerde, gefinancierd door NWO, de veroudering en verkleuring van schilderijen.

(Klik op het plaatje voor een grotere versie)

Het onderzoek geeft uitsluitsel in een al eeuwen voortgaande discussie over Rafaels picturale bedoelingen. De moderne literatuur beschouwt de diepe schaduwen en de harde overgangen tussen licht en donker, die sterk afwijken van die in Rafaels overige werk, als een essentieel kenmerk van het schilderij. Vasari, een tijdgenoot van Rafael, bemerkte echter in zijn Vite (1568) dat de schaduwen in het schilderij in 40 jaar tijd ernstig donkerder waren geworden.

De onderzoeker vergelijkt Rafaels schilderij met voorstudies en vroege geschilderde kopieën. Zo kon ze aantonen dat de schaduwpartijen in het origineel inderdaad donkerder zijn geworden. Onderzoek van het schilderijoppervlak wijst er op dat dit zogenaamde verdonkeren al moet zijn begonnen kort nadat het werk Rafaels atelier verliet. Door de donkere schaduwen is het contrast tussen de belichte en beschaduwde partijen sterker en meer abrupt geworden. Dit heeft geleid tot de suggestie van een theatrale, dramatische belichting; een effect dat niet door Rafael is bedoeld.

Zestiende-eeuwse Italiaanse teksten laten zien dat in het begin van die eeuw de belichting in een schilderij nog niet diende als expressiemiddel. In De Transfiguratie diende de lichtbehandeling onder aan de berg uitsluitend om de suggestie te bereiken van driedimensionaliteit.

Het onderzoek van Eikema Hommes is de eerste uitgebreide kunsthistorische studie die het probleem van veroudering en verkleuring van schilderijen centraal stelt. Het geeft inzicht in de oorspronkelijke samenstelling van de verven die schilders uit de renaissance en de barok gebruikten en hoe hun schilderijen er origineel uitzagen.

Uitgangspunt voor het onderzoek vormden tweehonderd teksten uit deze periode over schildertechniek en kunsttheorie. De onderzoeker gebruikte deze bronnen als basis en combineerde ze met resultaten van moderne analyseapparatuur. Het onderzoek van Van Eikema Hommes maakt deel uit van Molart, het NWO-programma voor onderzoek naar moleculaire aspecten van veroudering in schilderijen. Dat wordt opgevolgd door het programma De Mayerne.


---

Nadere informatie bij
drs. Margriet van Eikema Hommes (Universiteit van Amsterdam, Leerstoelgroep Kunstgeschiedenis van de Nieuwere tijd) tel. 020 6892132 (privé)
fax. 020 3054600
e-mail eikema@kih.myweb.nl.
Promotie 22 februari, promotor prof. dr. E. van de Wetering. Van het proefschrift verschijnt in de toekomst een handelsversie.


--
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) Afdeling Voorlichting en Communicatie
Postbus 93138
2509 AC Den Haag
Telefoon (070) 344 07 13
Fax (070) 385 09 71
E-mail news@nwo.nl
Internet algemeen http://www.nwo.nl
Internet pers en publiek http://www.nwo.nl/wetenschapsplein