Ministerie van Buitenlandse Zaken


---


1 Inleiding

2 Inreis in Turkije
2.1 Legaal
2.1.1 Via/vanuit Noord-Irak
2.1.2 Via Iran
2.1.3 Via Syrië
2.1.4 Via Jordanië
2.2 Illegaal
2.2.1 Via/vanuit Noord-Irak
2.2.2 Via Iran
2.2.3 Via Syrië

3 Verblijf in Turkije
3.1 Legaal verblijf
3.2 Illegaal verblijf
3.3 Asiel
3.3.1 Juridisch kader
3.3.2 Uitvoeringspraktijk
3.3.3 Verwijdering en refoulement
3.4 Leefomstandigheden

4 Terugkeer uit Turkije en wedertoelating

5 Samenvatting
Literatuurlijst
Algemeen ambtsbericht Turkije/Irakezen december 2001


1 Inleiding

---

Dit algemeen ambtsbericht bevat informatie met betrekking tot de positie van Irakezen in Turkije. Het ambtsbericht dient gelezen te worden in samenhang met het algemene ambtsbericht Turkije van 4 mei 2001 en de algemene ambtsberichten Centraal- en Noord-Irak van 9 april en 10 oktober2001. Evenals in de laatstgenoemde ambtsberichten wordt met Noord-Irak bedoeld het deel van de Republiek Irak dat onder controle staat van de Koerdische partijen in het noorden van het land en wordt de term Centraal-Irak gebruikt voor dat deel van het land dat onder controle van het regime in Bagdad staat.

Het ambtsbericht is gebaseerd op gesprekken en bevindingen in Turkije en rapportages van de Nederlandse ambassades te Amman, Ankara, Damascus en Teheran, die daartoe een netwerk van contacten hebben geraadpleegd. Ook vakliteratuur en andere bronnen liggen aan dit ambtsbericht ten grondslag. Op plaatsen waar geen (expliciete) bronvermelding is opgenomen, is in veel gevallen gebruik gemaakt van vertrouwelijke bronnen. Daar waar wel een bronvermelding aanwezig is, is naast deze openbare bron in vele gevallen óók gebruik gemaakt van informatie die op vertrouwelijke basis is verkregen. Een opsomming van de gebruikte openbare bronnen is de vinden in de literatuurlijst achterin dit ambtsbericht.

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de mogelijkheden en voorwaarden voor legale inreis van Irakezen in Turkije en de wijze waarop illegale inreis door Irakezen veelal plaatsvindt. Hierbij worden de reisroutes rechtstreeks vanuit Irak en die via Syrië, Iran en Jordanië separaat behandeld.

Hoofdstuk 3 behandelt de mogelijkheden tot legaal verblijf van Irakezen in Turkije en de wijze waarop illegaal verblijf in Turkije plaatsvindt. In dit hoofdstuk neemt de beschrijving van de Turkse asielprocedure een belangrijke plaats in, waarbij tevens het risico van refoulement aan bod komt. De beschrijving van de asielprocedure is een actualisering van het hoofdstuk over Turkije in het algemeen ambtsbericht Asiel in derde landen van 6 december 2000. Tenslotte komen in hoofdstuk 3 de leefomstandigheden waaronder illegaal in Turkije verblijvende Irakezen, asielzoekers en door UNHCR erkende vluchtelingen in Turkije leven aan de orde.

In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de situatie in Noord-Irak bij terugkeer van Irakezen die daarheen vanuit Turkije zijn verwijderd. Ook komen de mogelijkheden om na een verwijdering uit Turkije wegens illegale inreis of illegaal verblijf aldaar opnieuw in het land te worden toegelaten aan de orde. Hoofdstuk 5 vormt een samenvatting van het geheel.


2 Inreis in Turkije

---

2.1 Legaal

---
Vreemdelingen die in Turkije willen inreizen, dienen te beschikken over een geldig paspoort . Voor onder andere Iraakse staatsburgers geldt bovendien een visumplicht. Visa dienen door Irakezen te worden aangevraagd bij de Turkse vertegenwoordigingen in Irak. Bij de grens worden geen visa verstrekt.

Over de wijze waarop personen die woonachtig zijn in Centraal- of Noord-Irak een geldig paspoort of visum voor Turkije kunnen verkijgen zij verwezen naar het algemeen ambtsbericht Centraal-Irak d.d. 9 april 2001, paragraaf 3.2.4. en het algemeen ambtsbericht Noord-Irak d.d. 10 oktober 2001, paragraaf
3.3.4.

Voor de legale inreis in Turkije vanuit Irak over land bestaan twee mogelijkheden. Enerzijds is er de grensovergang Ibrahim Khalil/Habur die Noord-Irak met Turkije verbindt, anderzijds de halverwege 2001 na negentien jaar weer in gebruik genomen treinverbinding tussen Bagdad en Turkije. Deze verbinding loopt voor een deel door Syrië en komt bij de grensovergang Qamishli/Nusaybin Turkije binnen . Mede door het geringe aantal treinen dat op deze lijn rijdt, zou van de laatste mogelijkheid slechts mondjesmaat gebruik worden gemaakt. Sinds de tweede helft van 2001 vliegt Turkish Airlines rechtstreeks tussen Bagdad en Istanbul.

Legaal grensverkeer vanuit Centraal-Irak naar Iran vindt in beperkte mate plaats. Voor Irakezen bestaat in Iran een visumplicht. Irakezen in bezit van een geldig Iraaks reisdocument voorzien van een visum kunnen vanuit Centraal-Irak legaal in Iran inreizen via de grensovergang bij Mundhiriyya (nabij Khanaqin) en Qasr-e Shirin/Khus en de grensovergang bij Basra/Khoram Shahr (brug over de Shatt al-Arab) . Een vliegverbinding tussen Centraal-Irak en Iran bestaat niet. Visa-aanvragen door Irakezen bij de Turkse vertegenwoordigingen in Iran worden alleen in behandeling genomen indien de aanvrager beschikt over een verblijfsvergunning in Iran.

Tussen Noord-Irak en Iran bestaan drie grensovergangen. De grensovergang tussen KDP-gebied en Iran ligt bij Hadjomran. Sinds 1999 zouden tussen PUK-gebied en Iran twee officieuze grensovergangen in gebruik zijn . Legale inreis in Iran vanuit Noord-Irak door inwoners van Noord-Irak is maar beperkt mogelijk. Inreis is alleen mogelijk als wordt gereisd met 'travel documents' die zijn afgegeven door de PUK- of KDP-autoriteiten en wordt vrijwel alleen voor doeleinden van familiebezoek toegestaan. In deze gevallen wordt door de Iraanse autoriteiten een visum van een maand afgegeven, dat in Iran tot maximaal drie maanden te verlengen is.

Tussen Iran en Turkije bestaan vliegverbindingen en een treinverbinding. Grensovergangen tussen Iran en Turkije over land bevinden zich bij Bazargan/Gürbulak en Sero/Yüksekova.

Legale inreis van Irakezen in Turkije via Syrië zou in de praktijk vrijwel nooit voorkomen .

Voor burgers van Irak en andere Arabische staten bestaat voor inreis in Syrië geen visumplicht. Voorwaarde is wel dat men beschikt over een geldig reisdocument dat is afgegeven in Bagdad of door een Iraakse ambassade of consulaat. Irakezen zouden sinds mei 2001 zonder voorafgaande toestemming door de Iraakse veiligheidsdiensten naar Syrië kunnen reizen. Ook zou sinds die datum de uitreisbelasting van 250 US dollar zijn afgeschaft.

Af en toe komt het voor dat Iraakse zakenlieden die in Syrië beschikken over een verblijfsvergunning een visum voor Turkije aanvragen bij de Turkse vertegenwoordiging in Damascus. Het gaat hier om een gering aantal aanvragen per jaar.

Tussen Noord-Irak en Syrië bestaat slechts de officieuze grensovergang Fish Khabur. Personen uit Noord-Irak die via deze grensovergang in Syrië willen inreizen, dienen hiertoe over een geldig, door de Centraal-Iraakse autoriteiten afgegeven reisdocument te beschikken en zowel van de Syrische geheime diensten als van de Noord-Iraakse partijen toestemming te verkrijgen. Indien men echter niet over een dergelijk reisdocument beschikt, kunnen goede contacten bij de Syrische autoriteiten er in voorkomende gevallen voor zorgen dat betrokkene toch toestemming krijgt om Syrië in te reizen. Personen die Syrië willen verlaten (bijvoorbeeld om door te reizen naar Turkije), dienen bij de Syrische geheime dienst een uitreisstempel te halen, omdat ze niet via de officiële Iraakse grens zijn binnengekomen. De geheime dienst zal in een dergelijk geval nagaan of betrokkene inderdaad via Fish Khabur het land is binnengekomen.

In Jordanië bestaat geen visumplicht voor Iraakse staatsburgers. Irakezen die de Iraakse uitreiscontrole gepasseerd zijn, kunnen indien zij over geldige reisdocumenten beschikken zonder problemen Jordanië inreizen. Vanuit Bagdad kunnen personen die over een geldig Turks visum beschikken via Amman naar Turkije vliegen . Na de aanslag in New-York van 11 september 2001 zouden de vluchten van Bagdad naar Amman zijn opgeschort vanwege de verhoogde verzekeringspremies. De vluchten zijn per begin december hervat.

Iraakse staatsburgers kunnen bij de Turkse ambassade in Jordanië een visum aanvragen voor Turkije. De belangrijkste voorwaarde voor afgifte van een visum is dat de aanvrager beschikt over een verblijfsvergunning van minstens één jaar in Jordanië. Zowel zakenvisa als toeristenvisa worden bovendien alleen verstrekt indien er een uitnodiging is van een Turks bedrijf of familielid/bekende. In geval van twijfel wordt de aanvraag voorgelegd aan de autoriteiten in Ankara. Dit gebeurt in circa de helft van de gevallen. In de periode tussen 1 januari en 31 oktober 2001 heeft de Turkse ambassade in Amman circa 500 visumaanvragen van Irakezen in behandeling gehad. Circa een derde deel van de aanvragers beschikte niet over de vereiste verblijfsvergunning in Jordanië. Hun aanvraag is afgewezen.

2.2 Illegaal

---
Het aantal Irakezen dat op illegale wijze Turkije inreist, lijkt sinds begin 2001 drastisch te zijn afgenomen. Dit heeft mede te maken met de sindsdien verscherpte controles van de grenzen door de Turkse autoriteiten.

Illegale grensoverschrijdingen vinden vrijwel uitsluitend plaats op plaatsen buiten de officiële grensovergangen, waarbij de migranten de bergen in het grensgebied overtrekken. Hierbij wordt veelvuldig gebruik gemaakt van mensensmokkelaars. Het bedrag dat men mensensmokkelaars moet betalen voor een illegale reis van bijvoorbeeld Dohuk naar de Turkse plaats Cizre was enige tijd geleden naar verluidt ongeveer 300 US dollar.

Illegale inreis is niet ongevaarlijk gezien de aanwezigheid van landmijnen, en van patrouilles van het Turkse leger in de bergen in het grensgebied. Het aantal jandarma-functionarissen dat aan Turkse zijde de grens bewaakt is zeer groot. Er zou soms sprake zijn van omkoping van de Turkse jandarma's die de grenzen bewaken. Er zou in deze gevallen een bedrag van 100 à 200 US dollar worden betaald .

Slechts een zeer klein deel van de illegale grensoverschrijdingen zou plaatsvinden via de reguliere grensovergangen met behulp van vervalste paspoorten en visa .

Personen die op illegale wijze pogen om Turkije te betreden worden met regelmaat door de autoriteiten vlak na de grens aangehouden en zo spoedig mogelijk weer gedeporteerd. Eigenlijk dienen deze personen in Turkije te worden berecht wegens overtreding van de paspoortwet, maar niet zelden wordt volstaan met het opnemen van de persoonsgegevens, waarna de betrokkenen worden overgedragen aan de grensautoriteiten van het land van waaruit ze zijn ingereisd.

Het komt voor dat de Turkse grensautoriteiten met geweld proberen te verhinderen dat personen de grens met Turkije illegaal overschrijden. Er zijn berichten dat de veiligheidskrachten - soms met dodelijke afloop - schieten op personen die pogen de grens met Turkije illegaal te overschrijden. Zo werd in september 2001 bericht over een geval waarbij de jandarma het vuur opende op een groep personen (waaronder ook Irakezen) die probeerden om vanuit Iran illegaal Turkije binnen te komen. Hierbij zou één Irakees om het leven zijn gekomen . In 2000 zouden zich elf vergelijkbare gevallen hebben voorgedaan .

In 2000 zijn aan de grens werkzame eenheden van de jandarma geïnstrueerd om een ieder die bij zijn illegale inreis in Turkije bij de grens wordt aangehouden eerst in zijn eigen taal een papier te verstrekken waarop het verloop van de procedure waaraan zij zullen worden onderworpen staat beschreven. Verder dient betrokkene volgens deze instructies in de gelegenheid gesteld te worden om asiel aan te vragen . Jandarma-functionarissen lijken zich mede hierdoor gaandeweg steeds beter bewust van het verschil tussen illegale migranten en asielzoekers, aldus de UNHCR. Irakezen die aangeven asiel te willen aanvragen zouden in de regel dan ook dienovereenkomstig worden behandeld en niet worden gedeporteerd. Er zijn berichten dat indien grensoverschrijding plaatsvindt in grotere groepen, in een aantal gevallen niet de gelegenheid wordt geboden om asiel aan te vragen in Turkije .

Personen die zich illegaal in Turkije bevinden en worden aangehouden op het moment dat ze Turkije willen verlaten en de grens tussen Turkije en een derde land willen oversteken, worden bij aanhouding meestal verwijderd naar het land van waaruit ze Turkije zijn binnengekomen, ongeacht of dit hun land van herkomst is of niet. Personen die afkomstig zijn uit een land dat niet aan Turkije grenst, worden alleen indien ze beschikken over geldige reisdocumenten rechtstreeks verwijderd naar hun eigen land . Illegale vreemdelingen die worden aangehouden bij het verlaten van Turkije, krijgen op dat moment niet meer de gelegenheid om asiel aan te vragen omdat de uitreis volgens de Turkse autoriteiten afdoende aantoont dat zij niet het doel hadden om in Turkije bescherming te zoeken.

Ondanks het feit dat de grens tussen Irak en Iran bezaaid ligt met mijnen, vindt een groot aantal illegale grensoverschrijdingen tussen Noord-/Centraal-Irak en Iran plaats.

Vanaf begin 2001 komen illegaal in Turkije inreizende Irakezen met name via Iran het land binnen. Hierbij geniet de provincie Van de voorkeur vanwege de aanwezigheid van een UNHCR-kantoor en een aanzienlijke Iraakse populatie aldaar.

Illegale grensoverschrijding tussen Centraal-Irak en Syrië buiten de officiële grensovergangen komt nauwelijks voor. Omdat het grensgebied tussen deze beide landen op zeer vlak terrein ligt, is de bewaking van deze grens relatief eenvoudig. In tegenstelling tot in de afgelopen jaren is het thans door een verscherpt controlebeleid van de Syrische autoriteiten voor Irakezen ook nog nauwelijks mogelijk om de officiële grensovergangen over te steken met valse of vervalste reisdocumenten. Het is echter niet uit te sluiten dat men hier in bepaalde gevallen via omkoping van de grensbewaking of goede vervalsingen toch in slaagt.

Ondanks het feit dat de grensovergang tussen Syrië en Turkije op punten poreus is en niet overal even goed wordt bewaakt, lijken illegale grensoverschrijdingen van deze grens door Irakezen nauwelijks voor te komen.

3 Verblijf in Turkije

---

Het aantal legaal in Turkije verblijvende vreemdelingen is niet exact bekend. In september 2000 verbleven naar schatting ruim 70.000 buitenlanders legaal in Istanbul . Ook over het aantal Irakezen onder hen bestaan geen precieze cijfers. De Turkse autoriteiten schatten begin 2001 dat er ruim een miljoen niet-Europeanen illegaal in Turkije verbleven .

3.1 Legaal verblijf

---
De overgrote meerderheid van de Irakezen die bij de Turkse autoriteiten om tijdelijk verblijf verzoeken, komt met het doel om asiel aan te vragen . Een minderheid zoekt werk of medische behandeling. Tevens is een gering aantal Iraakse studenten in Turkije woonachtig.

Zoals boven reeds genoemd, kunnen Irakezen Turkije alleen legaal inreizen met geldige reisdocument voorzien van een Turks visum. De duur van een dergelijk visum is maximaal twintig dagen . Tijdens de geldigheidsduur van het visum kunnen Irakezen zich binnen Turkije vrijelijk bewegen. Voorheen konden visa in Turkije vrij eenvoudig worden verlengd. Sinds circa halverwege het jaar 2001 voeren de Turkse autoriteiten een aanmerkelijk restrictiever beleid en worden visa vrijwel niet meer verlengd.

Personen die voor langere tijd in Turkije willen verblijven, hebben niet voldoende aan een visum, maar moeten een aanvraag voor een verblijfsvergunning (Turks: ikamet tezkeresi) indienen. Voor Irakezen die zich legaal in Turkije bevinden op basis van een visum is het niet mogelijk om tijdens hun verblijf daar reeds een verblijfsvergunning aan te vragen. Hiervoor dienen zij terug te keren naar Irak. Hierbij dient een daarvoor bestemd formulier te worden ingevuld. Personen die in Turkije willen werken moeten vóór de aanvang van hun werkzaamheden over een verblijfsvergunning beschikken .

De voorwaarden voor verkrijging van een reguliere verblijfstitel voor onder andere Irakezen is zeer streng. Voor het verkrijgen van een vergunning tot verblijf voor arbeid is het noodzakelijk dat men een arbeidscontract kan overleggen. Dit contract wordt voorgelegd aan de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken. Pas nadat deze ministeries toestemming hebben verleend kan een verblijfsvergunning voor arbeid worden afgegeven. Hierna kan een inreisvisum worden verkregen, dat uitsluitend wordt afgegeven door de Turkse vertegenwoordiging in het woonland van betrokkene. Bij binnenkomst in Turkije dient betrokkene zich te melden bij de Turkse politie en wordt een verblijfsvergunning verstrekt. Werkgevers die buitenlanders te werk stellen dienen dit bovendien binnen vijftien dagen na aanvang van de tewerkstelling aan de lokale politie of jandarma te melden .

Ook het verkrijgen van een verblijfsvergunning ten behoeve van medische behandeling is voor onder andere Iraakse staatsburgers zeer moeilijk.

Buitenlandse studenten aan Turkse universiteiten of hogescholen krijgen doorgaans een verblijfsvergunning voor Turkije, mits ze kunnen aantonen dat ze daadwerkelijk in Turkije studeren en verder aantonen in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien .

Een verblijfsvergunning wordt afgegeven voor een geheel gezin. Kinderen ouder dan achttien jaar dienen over een zelfstandige verblijfsvergunning te beschikken. Een verblijfsvergunning kan voor een periode van maximaal twee jaar worden afgegeven. Aan de afgifte van een verblijfsvergunning zijn kosten verbonden. Voordat de geldigheidstermijn is verstreken kan een verblijfsvergunning worden verlengd . Indien men kan aantonen dat de beperking waaronder de vergunning is verstrekt nog steeds van kracht is, levert dit geen problemen op.

Ook bij de bepalingen die gelden voor legaal verblijf in Turkije bestaat in beginsel geen onderscheid tussen de diverse etnische groeperingen (Arabier, Koerd, Turkmeen etc.) onder de Irakezen. Wel lijkt het zo te zijn dat Turkmenen die geaffilieerd zijn met het door Turkije gesteunde Iraaks Turkmeens Front er door hun contacten vaak in slagen speciale privileges te verkrijgen.

Naturalisatie
De Turkse nationaliteitswet kent de bepaling dat een ieder die met een Turks staatsburger is gehuwd van rechtswege (automatisch) de Turkse nationaliteit verkrijgt. In geval van echtscheiding blijft deze nationaliteit gehandhaafd . Een Turks paspoort wordt vaak reeds binnen enkele dagen verkregen. In de afgelopen tijd zou een toenemend aantal schijnhuwelijken zijn gesloten .

Etnische Turken (Turkmenen uit Noord-Irak, maar ook bijvoorbeeld Azeri's, Turkmenen uit Centraal-Azië, Kazachen, Oezbeken, Oeigoeren, Tataren etc.) kunnen krachtens artikel 7 van de Wet op het Turkse Staatsburgerschap de Turkse nationaliteit verkrijgen. Ze dienen hiertoe een aanvraag in te dienen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, die hierover een advies uitbrengt aan de ministerraad. Deze neemt uiteindelijk de beslissing over het verlenen van Turks staatsburgerschap . In de jaren negentig van de vorige eeuw hebben circa 4800 personen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt .

3.2 Illegaal verblijf

---
Veel van de illegaal in Turkije verblijvende Irakezen zijn Turkije ook op illegale wijze binnengekomen. Onder de in Turkije verblijvende illegale Irakezen bevindt zich echter ook een aanzienlijke groep van personen die Turkije met een geldig visum legaal zijn ingereisd. Op het moment dat de geldigheidsduur van het visum is verlopen en zij niet over een vergunning voor (voortgezet) verblijf beschikken, wordt hun status in Turkije vanaf het moment van het verstrijken van de geldigheidsduur van het visum illegaal.

Een groot aantal medische behandelingen van Turkmeense Irakezen in Turkije wordt geregeld via het Iraaks Turkmeens Front. De te behandelen persoon reist vaak legaal in op basis van een visum. Het komt echter regelmatig voor dat de medische behandeling langer duurt dat de geldigheidsduur van het visum. Na de ziekenhuisbehandeling wordt dan aan betrokkene een medisch rapport verstrekt dat aan de politie wordt overgelegd ten bewijze van de behandeling. Op basis hiervan is de politie bereid de overschrijding van de visumtermijn door de vingers te zien en wordt het illegaal verblijf en de daarop volgende illegale uitreis betrokkene niet toegerekend.

Een deel van de illegaal in Turkije verblijvende Irakezen bestaat uit personen die met een visum legaal in Turkije zijn ingereisd met als doel om op een westerse ambassade aldaar een visum voor gezinshereniging met hun in West-Europa verblijvende partner aan te vragen, maar van wie het visum inmiddels verlopen is. De Nederlandse ambassade in Ankara geeft aan dergelijke personen een schrijven waarin is vastgelegd dat voor betrokkene een visumaanvraag aanhangig is op deze ambassade. De facto kan op deze wijze deportatie door de Turkse autoriteiten wegens illegaal verblijf in Turkije in een aantal gevallen worden voorkomen. Van de Duitse ambassade is een vergelijkbare werkwijze bekend. Daarnaast is er ook een aantal Irakezen dat terugkeert naar Noord-Irak en de uitkomst van hun visumaanvraag daar afwacht. Ook in deze gevallen geven de Nederlandse en Duitse ambassades in Ankara een schrijven mee, waardoor de latere inreis van deze personen in Turkije wordt vergemakkelijkt.

Personen die op illegale wijze in Turkije verblijven worden door de autoriteiten veelal bezien vanuit het oogpunt van veiligheid en potentiële bedreiging voor de economie . Er zijn berichten dat de veiligheidskrachten van tijd tot tijd excessief geweld gebruiken tegen illegale vreemdelingen. Ook zou soms sprake zijn van harde en vernederende omstandigheden tijdens detentie van aangehouden illegalen . Sommige veiligheidsfunctionarissen zouden proberen financieel gewin te slaan uit de kwetsbare situatie van illegale migranten door ze in voorkomende gevallen af te persen .

Turkije heeft een actief uitzettingsbeleid voor illegaal in het land verblijvende Irakezen. Illegaal in Turkije verblijvende Irakezen die worden aangehouden, worden dan ook - ongeacht of ze uit Noord- of Centraal Irak afkomstig zijn - kort na hun aanhouding verwijderd naar Noord-Irak. Op jaarbasis gaat het om enkele duizenden personen.

3.3 Asiel

---
In de eerste acht maanden van het jaar 2001 hebben volgens de UNHCR totaal 3117 personen asiel aangevraagd bij een van de vertegenwoordigingen van deze organisatie in Turkije. Hieronder bevonden zich 690 Irakezen. In het jaar 2001 hebben in de periode tot en met september 744 Irakezen asiel aangevraagd. In de jaren 1998, 1999 en 2000 was het totale aantal asielaanvragen van alle nationaliteiten samen respectievelijk 6838, 6606 en 5777 .

Personen die bij een confrontatie met de Turkse autoriteiten aangeven asiel te willen aanvragen (bijvoorbeeld bij aanhouding na illegale grensoverschrijding), krijgen hiertoe in de regel de gelegenheid. In de gevallen dat de Turkse autoriteiten niet de mogelijkheid van asiel willen bieden en onmiddellijk willen overgaan tot verwijdering, wordt de UNHCR vaak ingelicht door de betrokken mensensmokkelaar of soms zelfs door de jandarma. Hierop intervenieert de UNHCR bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, waarna in veel gevallen alsnog een asielaanvraag kan plaatsvinden.

Ook bij de bepalingen die gelden voor asiel is er geen sprake van onderscheid tussen de diverse etnische groeperingen (Arabier, Koerd, Turkmeen etc.) onder de Irakezen. Wel lijkt het zo te zijn dat Turkmenen die geaffilieerd zijn met het door Turkije gesteunde Iraaks Turkmeens Front er door hun contacten vaak in slagen speciale privileges te verkrijgen.

De regelgeving met betrekking tot asiel in Turkije is vervat in de Algemene Maatregel van Bestuur van 14 september 1994, gepubliceerd in de Turkse Staatscourant van 30 november 1994, die vaak kortweg wordt aangeduid als de 'Asylum Regulation' . Deze Maatregel is in januari 1999 op enkele punten gewijzigd. Zo is de meldingstermijn verlengd van vijf naar tien dagen . Het hierna volgende is gebaseerd op de bepalingen zoals die zijn terug te vinden in Asylum Regulation na de wijzigingen van 1999.

Turkije is partij bij het Vluchtelingenverdrag van 1951 en het protocol van 1967, maar heeft bij de ratificatie van het verdrag een territoriaal voorbehoud gemaakt. Hierdoor komen alleen uit Europa afkomstige personen in Turkije in aanmerking voor erkenning als vluchteling. Overigens hebben de Turkse autoriteiten in 2001 aangegeven, dat deze beperking naar verwachting in 2004 zou worden opgeheven. Ook staat voor die datum een modernisering van de asielwetgeving gepland. Turkije is door diverse verdragen waarbij het partij is, zoals het VN anti-folterverdrag en het Europese Mensenrechtenverdrag, gehouden om ook niet-Europese personen die het risico van foltering of onmenselijke behandeling lopen niet uit Turkije te verwijderen.

De Asylum Regulation bevat door deze tweedeling twee definities voor personen die in Turkije al dan niet tijdelijk bescherming kunnen krijgen. De term 'vluchteling' (Turks: mülteci) wordt gebruikt voor personen afkomstig uit Europa die krachtens het Vluchtelingenverdrag als vluchteling moeten worden aangemerkt. Personen die in de zin van het Vluchtelingenverdrag als vluchteling worden gekwalificeerd maar niet uit een Europees land afkomstig zijn, worden in de Turkse Maatregel gedefinieerd als 'asielzoekers' (Turks: siginmaci) .

Als gevolg hiervan kunnen personen afkomstig uit Europa in Turkije een aanvraag tot asiel indienen (Turks: iltica etmek). Personen uit niet-Europese landen kunnen slechts een aanvraag indienen voor een (tijdelijke) verblijfsvergunning teneinde bij een ander land asiel aan te vragen (Turks: baska bir ülkeye iltica etmek üzere ikamet izni talep etmek) . Bij de beoordeling of een dergelijke verblijfsvergunning dient te worden toegekend, wordt door de Turkse autoriteiten het asielrelaas van de aanvrager meegewogen in de beslissing.

Overeenkomstig de boven omschreven regelgeving moeten Irakezen in Turkije die voor asiel in aanmerking willen komen allereerst bij de Turkse autoriteiten een aanvraag indienen om in Turkije te verblijven teneinde aldus de tijd en mogelijkheid te hebben om asiel aan te vragen in een derde land. De asielaanvraag in een derde land is een procedure die los staat van de procedure bij de Turkse autoriteiten. In de praktijk heeft de asielaanvraag in een derde land altijd de hoedanigheid van een asielaanvraag bij de in Turkije aanwezige vertegenwoordiger van de UNHCR. De UNHCR beoordeelt de asielaanvraag inhoudelijk en draagt tevens zorg voor hervestiging in een derde land van de personen van wie bij de beoordeling van hun aanvraag wordt vastgesteld dat ze daadwerkelijk vluchteling zijn.

In de praktijk is het zo dat iedere Iraakse asielzoeker die erin geslaagd is Turkije binnen te komen zonder aangehouden te worden, zich als eerste meldt bij de UNHCR. De UNHCR neemt de personalia van betrokkene op, maakt kopieën van de documenten die betrokkene bij zich heeft en maakt een afspraak met betrokkene om op een later moment terug te komen voor een gehoor. Vervolgens wordt betrokkene ingelicht over de te volgen procedure bij de Turkse autoriteiten en met een schrijven van de UNHCR in de hand verwezen naar de politie van de provincie waar hij Turkije is binnengekomen om aldaar zijn aanvraag te doen voor tijdelijk verblijf . Personen die erin geslaagd zijn om Turkije binnen te komen en die zich rechtstreeks bij de Turkse autoriteiten melden, worden in de praktijk eerst naar de UNHCR doorgestuurd om de bovengenoemde formaliteiten te vervullen en komen vervolgens met het schrijven van de UNHCR in de hand bij de Turkse autoriteiten terug.

Tiendagentermijn

Aanvragen voor een tijdelijke verblijfsvergunning dienen binnen tien dagen na aankomst te worden ingediend bij de Turkse autoriteiten. Aan deze termijn wordt zeer strikt de hand gehouden . De Turkse overheid is van mening dat het inbouwen van een dergelijke termijn noodzakelijk is om op deze wijze de oprechtheid van asielaanvragen te kunnen beoordelen. De autoriteiten zouden naar eigen zeggen echter wel tolerantie betonen jegens personen die door gezondheids- of vervoersproblemen niet de gelegenheid hebben gehad om zich te melden .

Zoals reeds eerder gezegd, meldt het overgrote deel van de Irakezen zich bij de UNHCR alvorens zich tot de Turkse autoriteiten te wenden. De UNHCR, die goed op de hoogte is van het Turkse beleid met betrekking tot de tiendagentermijn, informeert de betrokkene hierover alvorens deze door te verwijzen naar de Turkse autoriteiten. Indien blijkt dat betrokkene zich reeds langer dan tien dagen in Turkije bevindt, adviseert de UNHCR aan betrokkene om bij de Turkse autoriteiten een van de bovengenoemde ontheffingsgronden (ziekte, vervoersproblemen etc.) op te voeren of laat het aan het oordeel van betrokkene over om bij de Turkse autoriteiten een inreisdatum op te geven die wel binnen de tiendagentermijn valt.

Indien de UNHCR van oordeel is dat er voor betrokkene geen enkele mogelijkheid bestaat om de Turkse autoriteiten ervan te overtuigen de asielaanvraag in behandeling te nemen, wordt de aanvraag van betrokkene door de UNHCR in behandeling genomen zonder betrokkene door te verwijzen naar de Turkse autoriteiten. In dat geval is betrokkene genoodzaakt om zich hangende de UNHCR-procedure illegaal in Turkije op te houden. Indien betrokkene naar het oordeel van de UNHCR een vluchteling is, wordt zijn zaak bewaard tot de UNHCR circa zestig à zeventig van dergelijke zaken heeft opgespaard. De UNHCR maakt vervolgens met derde landen afspraken over hervestiging van deze personen en wendt zich vervolgens tot de Turkse autoriteiten met deze dossiers met het verzoek om dispensatie voor deze groep vluchtelingen die niet aan de tiendagentermijn heeft voldaan en de toezegging van onmiddellijke hervestiging. Door de goede samenwerking tussen de UNHCR en de Turkse autoriteiten wordt deze dispensatie in de praktijk vrijwel altijd verleend. In het jaar 2001 is een dergelijke dispensatie door de Turkse autoriteiten in alle gevallen verleend, waarna betrokkenen door de UNHCR onmiddellijk worden gehervestigd in een derde land.

Aanvragen van personen die zich na de tiendagentermijn bij de Turkse autoriteiten melden en die hiervoor niet één van de eerder genoemde geldige redenen kunnen aandragen, worden door de Turkse autoriteiten niet in behandeling genomen. Betrokkenen worden in dat geval onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken onverwijld uit Turkije verwijderd. In de meeste gevallen slaagt de UNHCR er echter wel in om na interventie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken verwijdering te voorkomen. In sommige gevallen werd na een beroep op een administratieve rechtbank de verwijdering door deze rechtbank opgeschort. Hierbij gaf de rechtbank het argument dat Turkije de internationale verplichting heeft om vluchtelingen niet terug te sturen naar een regime waarvan ze vervolging te vrezen hebben. In sommige gevallen hebben de Turkse autoriteiten betrokkene hierop alsnog toegestaan een aanvraag in te dienen. In andere gevallen zijn de autoriteiten in beroep gegaan bij de Raad van State, de hoogste administratieve rechtbank. Deze heeft in het jaar 2000 in twee zaken geoordeeld, dat het niet voldoen aan procedurele eisen zoals tijdslimieten geen betekenis heeft voor de vaststelling van het vluchtelingschap en dat de aanvraag voor asiel (voor Europeanen) of voor een tijdelijke verblijfsvergunning teneinde asiel aan te vragen in een derde land (voor niet-Europeanen) alsnog in behandeling moet worden genomen .

Op 11 juli 2000 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg in het geval van een Iraniër die naar het oordeel van het Hof bij terugkeer naar Iran een reëel risico liep op foltering danwel onmenselijk of vernederend gedrag (artikel 3 EVRM) gevonnist, dat niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van deze persoon door de Turkse overheid op grond van het niet in acht nemen van de tiendagentermijn een schending van artikel 13 van het EVRM vormt .

Verkrijging van een tijdelijke verblijfsvergunning bij de Turkse autoriteiten

Personen die Turkije legaal zijn ingereisd en een aanvraag willen doen voor een tijdelijke verblijfsvergunning teneinde asiel aan te vragen in een derde land, dienen zich te melden bij de provinciegouverneur van een willekeurige provincie. Dit is gewoonlijk de provincie waar zij verblijf (gaan) houden. Personen die Turkije niet op legale wijze zijn binnengekomen, moeten hun aanvraag indienen bij de provinciegouverneur van de provincie waarin ze Turkije zijn ingereisd . De wettelijke term 'provinciegouverneur' staat in de praktijk voor de Afdeling Vreemdelingen van de politie, die onder verantwoordelijkheid van de provinciegouverneur haar werkzaamheden uitvoert.

Bij een aanvraag voor een tijdelijke verblijfsvergunning bij de Turkse autoriteiten wordt de identiteit van betrokkene vastgesteld, worden vingerafdrukken genomen en pasfoto's gemaakt. Hierbij dient de asielaanvrager ten minste één document te overleggen waaruit zijn identiteit blijkt . Dit hoeft niet noodzakelijk een paspoort te zijn, maar dient wel een goed gelijkende pasfoto en de noodzakelijke persoonsgegevens te bevatten.

Vervolgens wordt betrokkene gehoord. Het gehoor bestaat uit het afwerken van een voorbedrukt vragenformulier . Bij dit gehoor is de UNHCR niet aanwezig . In de meeste gevallen leggen de Turkse autoriteiten bij asielzoekers die het land illegaal zijn ingereisd in het gehoor meer nadruk op de vraag hoe betrokkene erin geslaagd is het land binnen te komen dan op het asielrelaas . De kwaliteit van de tolken bij het gehoor zou vaak te wensen overlaten . Soms wordt gesteld dat personen hun eigen tolk moeten meebrengen naar het gehoor. Zij zouden dan zelf de kosten voor de tolk moeten betalen . Het rapport van gehoor wordt tezamen met de visie van de provinciegouverneur naar het ministerie van Binnenlandse Zaken gezonden. Hangende de procedure mag de asielzoeker in Turkije verblijven.

De beslissing op de aanvraag wordt genomen door het ministerie van Binnenlandse zaken, dat hierbij de visie van het ministerie van Buitenlandse Zaken dient te betrekken. Zo nodig kan ook de visie van andere ministeries en van organisaties zoals de UNHCR worden gevraagd . De praktijk is dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de UNHCR altijd om haar visie vraagt en hierop zwaar leunt, overigens zonder dat deze het verslag van het gehoor te zien krijgt . Het ministerie brengt vervolgens een advies uit aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat de uiteindelijke beslissing neemt en de provinciale overheid waar betrokkene zich bevindt hierover informeert. Tijdens de beslisperiode, die meestal circa drie maanden duurt, kan betrokkene legaal in Turkije verblijven . Overigens wordt bij een afwijzing van de aanvraag de reden van deze afwijzing niet schriftelijk aan de betrokkene meegedeeld .

Toewijzing van de aanvraag door de Turkse autoriteiten houdt in, dat betrokkene een verblijfsvergunning krijgt, waarmee deze de tijd heeft om een aanvraag voor asiel te doen bij een derde land. In de praktijk komt dit zoals boven reeds beschreven neer op de mogelijkheid tot het in Turkije afwachten van de beslissing van de UNHCR over zijn zaak. Afwijzing door de Turkse autoriteiten houdt in, dat betrokkene de beslissing van de UNHCR niet in Turkije mag afwachten en uit het land dient te worden verwijderd. Bij personen van wie de UNHCR de aanvraag afwijst, wordt door de Turkse autoriteiten de tijdelijke verblijfsvergunning ingetrokken.

Sinds 1999 geeft UNHCR cursussen aan overheidsfunctionarissen in vluchtelingenrecht en in de toepassing van de Asylum Regulation. Hierdoor is de bescherming van niet-Europese asielzoekers verbeterd. Ook is door deze trainingen de Turkse overheid er meer en meer van overtuigd geraakt dat UNHCR onpartijdig te werk gaat bij het vaststellen van vluchtelingschap .

In het jaar 2000 is in 519 Iraakse zaken een aanvraag voor tijdelijk verblijf gedaan bij de Turkse politie. Hiervan beschikten de aanvragers in 474 gevallen over een paspoort. Aan het eind van het jaar 2000 waren bij de Turkse autoriteiten nog 3.440 aanvragen voor een tijdelijke verblijfsvergunning, waaronder 861 Iraakse, aanhangig.

In het jaar 2000 heeft de Turkse overheid in 41% van de voorgelegde Iraakse zaken beslist dat betrokkene recht had op een tijdelijke verblijfsvergunning teneinde door de UNHCR gehervestigd te worden.

Asielaanvraag bij de UNHCR

De UNHCR heeft in Turkije vier kantoren. In Ankara bevindt zich het hoofdkantoor van UNHCR-Turkije. Daarnaast beschikt de UNHCR in Turkije over drie zogenaamde field offices in Istanbul, Silopi (aan de grens met Irak) en Van (aan de grens met Iran). In Agri (aan de grens met Iran) en Hakkari (aan de grens met Irak) wordt de UNHCR vertegenwoordigd door een lokale advocaat.

Strikt genomen houdt de UNHCR zich niet bezig met asielverlening, maar met statusbepaling. Deze statusbepaling vindt plaats op basis van een gehoor. Op het eerste moment dat betrokkene zich bij de UNHCR meldt, wordt een afspraak gemaakt voor dit gehoor, dat enkele weken na het maken van de afspraak plaatsvindt. Tijdens dit gehoor wordt de vreemdeling als asielzoeker geregistreerd en over zijn vluchtmotieven ondervraagd. Dan volgt een beslissing in eerste aanleg. De asielzoeker kan tegen een negatieve beslissing bezwaar aantekenen.

UNHCR-Turkije streeft ernaar twee à drie weken na het gehoor een beslissing in eerste aanleg te nemen. In de praktijk laat deze beslissing door het grote aantal aanvragen en een gebrek aan personeel langer dan twee maanden op zich wachten. De termijnen voor een beslissing na bezwaar (de zogenaamde review of the case) liggen bij circa zes maanden, onder meer vanwege de tijd die verstrijkt met het nader onderzoek.

Alle vluchtelingen die niet uit Europa afkomstig zijn en door UNHCR worden erkend, dienen in een derde land te worden hervestigd. Hervestigingslanden zijn bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Australië, Canada en sommige Scandinavische landen. Hiertoe heeft UNHCR-Turkije zich in een afspraak met de Turkse autoriteiten verplicht.

Indien het verzoek om een tijdelijke verblijfsvergunning door de Turkse autoriteiten is ingewilligd en de UNHCR heeft besloten dat betrokkene vluchteling is en in aanmerking komt voor hervestiging, krijgt betrokkene van de UNHCR een zogenaamde exit-letter en verlengen de Turkse autoriteiten de verblijfsvergunning voor de duur van zes maanden teneinde hervestiging af te wachten. Indien de hervestiging niet binnen zes maanden plaats kan vinden, kan de verblijfsvergunning worden verlengd. De Turkse autoriteiten bepalen in welke plaats de vluchteling in afwachting van hervestiging dient te verblijven.

Indien de UNHCR er niet in slaagt betrokkene binnen een redelijke termijn te hervestigen, hebben de Turkse autoriteiten volgens de Maatregel van Bestuur inzake Asiel het recht om de tijdelijke verblijfsvergunning in te trekken . In een dergelijk geval zou betrokkene theoretisch gezien niet meer in aanmerking komen voor verlenging van de verblijfsvergunning en uit Turkije verwijderd kunnen worden. Dergelijke situaties hebben zich in het verleden in de praktijk voor zover bekend nooit voorgedaan.

Circa tien procent van de personen die een asielaanvraag bij de UNHCR hebben ingediend, hebben geen aanvraag voor tijdelijk verblijf ingediend bij de Turkse autoriteiten. Het gaat hier in vrijwel alle gevallen om personen die de tiendagentermijn hebben overschreden, zonder dat ze hier een door de Turkse autoriteiten geaccepteerde geldige reden voor hebben.

De UNHCR heeft in 2000 een aantal van 2.140 personen als vluchteling erkend. Hieronder waren 642 Irakezen. Eind 2000 waren bij de UNHCR nog circa 2000 zaken aanhangig. Het aantal Iraakse zaken hieronder is niet bekend. In hetzelfde jaar zijn door UNHCR Turkije 2.334 personen gehervestigd. Hieronder bevonden zich 323 Irakezen .

In de (zoals gezegd vaak parallelle) UNHCR-procedure is in 25% van de Iraakse zaken door de UNCHR positief beslist . In de negen eerste maanden van 2001 lag het percentage van UNHCR-erkenningen bij 32.

Personen van wie de aanvraag voor een tijdelijke verblijfsvergunning door de Turkse autoriteiten is afgewezen, dienen het land te verlaten . Voor de verwijdering van deze personen is het ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk. Ook personen die de openbare orde verstoren of de nationale veiligheid in gevaar brengen kunnen conform de bepalingen van het vluchtelingenverdrag uit Turkije worden verwijderd.

De UNHCR spant zich in voor de zo spoedig mogelijke afhandeling van bij haar gedane aanvragen van personen die van de Turkse autoriteiten een afwijzende beslissing hebben ontvangen, van wie de aanvraag niet in behandeling wordt genomen omdat ze de tiendagentermijn hebben overschreden of die zijn aangehouden zonder dat ze een asielaanvraag hadden ingediend bij de Turkse autoriteiten. Indien hierbij komt vast te staan dat de UNHCR deze persoon als vluchteling beschouwt, stuurt zij een zogenaamde 'letter of support' aan het ministerie van Binnenlandse Zaken met het verzoek de verwijdering van betrokkene op te schorten. In de praktijk komt het nauwelijks voor dat de UNHCR en de Turkse autoriteiten van mening verschillen over de erkenning van een persoon .

Personen van wie de aanvraag niet in behandeling is genomen omdat ze zich niet binnen tien dagen tot de autoriteiten hebben gewend, zijn soms reeds door de UNHCR voorgedragen en geaccepteerd voor hervestiging in een derde land, maar kunnen Turkije vanwege hun illegaal verblijf niet verlaten. Overigens wordt voor deze probleemgevallen dankzij de goede werkverhouding tussen UNHCR en de Turkse autoriteiten in de praktijk uiteindelijk vaak wel een bevredigende oplossing gevonden . Zo komt het voor dat vreemdelingen alsnog worden geregistreerd of dat zij speciale toestemming krijgen om het land te verlaten om naar een hervestigingsland te kunnen afreizen. Dit is echter geen recht dat kan worden opgeëist, maar een gunst van de Turkse autoriteiten.

Tegen het verwijderingsbesluit kan binnen vijftien dagen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken bezwaar worden gemaakt. De beslissing op bezwaar wordt aan betrokkene uitgereikt via de provinciegouverneur . Hiertegen kan weer beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter . De vreemdeling mag volgens een zegsman van het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken de uitkomst van het beroep in Turkije afwachten . In de praktijk lijkt dit echter niet altijd het geval te zijn . Overigens wachten vreemdelingen verwijdering veelal niet af, maar verdwijnen zij in de illegaliteit of proberen zij door te reizen naar een derde land.

Noord-Irakezen en een deel van de Centraal-Irakezen wiens aanvraag voor een tijdelijke verblijfsvergunning door de Turkse autoriteiten is afgewezen of die zijn aangehouden bij illegale inreis in Turkije, worden verwijderd naar Noord-Irak. Deze verwijdering vindt plaats door hen eerst met bussen naar Silopi te vervoeren, vanwaar ze per taxi de grens met Noord-Irak over worden vervoerd. De overige Centraal-Irakezen worden uitgezet naar het land waardoor ze Turkije zijn binnengekomen, hetgeen meestal Iran of Syrië is. Afgewezen Centraal-Irakezen worden niet verwijderd naar Centraal-Irak.

Turkije is door diverse verdragen waarbij het partij is, zoals het VN anti-folterverdrag en het Europese Mensenrechtenverdrag, gehouden om ook niet-Europese personen die het risico van foltering of onmenselijke behandeling lopen niet uit Turkije te verwijderen. Turkije is in 2000 door het Europese Hof eenmaal veroordeeld wegens het niet nakomen van haar verdragsverplichting op dit punt .

Vanaf 1994 heeft de UNHCR een gestage teruggang in het aantal gevallen van refoulement geconstateerd. In 1998 was sprake van refoulement van 15 door UNHCR erkende vluchtelingen . In 1999 werden geen door UNHCR erkende vluchtelingen gerefouleerd. In 2000 werden totaal vier door de UNHCR als vluchteling erkende personen onder wie één Irakees gerefouleerd. In de eerste acht maanden van 2001 is geen enkele door UNHCR erkende vluchteling gerefouleerd.

Er zijn gevallen bekend van verwijdering van asielzoekers van wie de UNHCR het vermoeden had dat er sprake zou kunnen zijn van vluchtelingschap. In het jaar 2000 registreerde de UNHCR verwijdering van 21 personen, onder wie één Irakees, van wie de aanvraag bij de UNHCR nog in behandeling was. In 1999 werden nog 46 niet geheel uitgeprocedeerde asielzoekers verwijderd. In 1998 was sprake van 49 dergelijke verwijderingen . In de eerste acht maanden van het jaar 2001 ging het voor alle nationaliteiten totaal om 78 gevallen. Het betrof hier in veel gevallen Irakezen die via Cyprus Turkije waren ingereisd om vervolgens een tijdelijke verblijfsvergunning aan te vragen. Turkije beschouwt Cyprus als een veilig derde land. Het feit dat betrokkenen daar geen asiel hebben aangevraagd, is voor de Turkse autoriteiten voldoende reden om aan te nemen dat zij geen vluchteling zijn. Deze worden dan ook verwijderd naar Noord-Irak. De UNHCR in Ankara is bezorgd over deze ontwikkeling en is om die reden met de bevoegde autoriteiten in overleg getreden.

3.4 Leefomstandigheden

---
Woonsituatie

Illegaal in Turkije verblijvende Irakezen bevinden zich veelal in Istanbul, waar het meeste werk te vinden is in het illegale circuit. Bovendien is Istanbul voor veel Irakezen de springplank van waaruit ze hun reis naar West-Europa voortzetten. Ze verblijven vaak in drukbevolkte, goedkope hotels.

De verblijfsomstandigheden waaronder Iraakse asielzoekers en vluchtelingen in Turkije leven, zijn vergelijkbaar met die waaronder ook veel van de armste Turken verkeren. De meeste niet-Europese asielzoekers (inclusief Irakezen) in Turkije bevinden zich in Istanbul, Ankara en haar satellietsteden en de grensgebieden bij Silopi (grens met Irak) en Van (grens met Iran). UNHCR draagt geen zorg voor onderdak van deze personen. Een klein aantal personen dat extra bescherming nodig heeft, kan worden ondergebracht in het zogenaamde 'Gasthuis voor Vluchtelingen' (Turks: Mülteci Misafirhanesi) in de Centraal-Anatolische stad Yozgat dat plaats biedt aan circa honderd personen en onder het beheer van het ministerie van Binnenlandse Zaken staat.

Personen in Silopi verblijven veelal in bakstenen huizen zonder elektriciteit en water . Personen in Ankara die wachten op de beslissing over hun status verblijven vaak in de arme buitenwijken waar ook de talrijke migranten uit de ontruimde dorpen in Zuidoost-Turkije wonen of in goedkope hotels. Deze hotels laten qua hygiëne en comfort te wensen over en zijn vergelijkbaar met de onderkomens van Turken in armere wijken, afgelegen dorpen en op het platteland. Van de asielzoekers in de plaats Van woont 87% in eenvoudige bakstenen huizen, die in vrijwel alle gevallen voorzien zijn van keuken en toilet. 59% van deze huizen beschikt over stromend water. Vaak worden een huis bewoond door tien tot vijftien personen .

De levensomstandigeheden van asielzoekers en erkende vluchtelingen in Turkije is volgens de UNHCR in het jaar 2001 verslechterd ten opzichte van de voorafgaande periode. Deze ontwikkeling, die met name te zien zou zijn in de grensgebieden met Iran en Irak, is deels het gevolg van de economische crisis waarin Turkije sinds februari 2001 verkeert. De situatie heeft reeds geleid tot sociale onrust in de regio en onder de groep asielzoekers en vluchtelingen zelf. Zo is in augustus 2001 door asielzoekers een demonstratie gehouden bij het UNHCR-kantoor in de plaats Van bij de Iraanse grens .

Levensonderhoud

Immigranten zijn in Turkije steeds nadrukkelijker aanwezig op de arbeidsmarkt, in veel gevallen illegaal. Binnen het illegale circuit is soms sprake van uitbuiting van illegale migranten door werkgevers . Kinderen van immigranten zonder legale status worden soms niet toegelaten tot het onderwijs .

Net als asielzoekers mogen ook erkende vluchtelingen die wachten op hervestiging door de UNHCR in Turkije niet werken. Zij zijn afhankelijk van een UNHCR-toelage aangevuld met inkomsten uit illegale arbeid. Begin 2001 werd in de Turkse media gemeld dat er een wetsontwerp aan het parlement is aangeboden, waarin zeer hoge geldboetes worden gesteld op het te werk stellen van vreemdelingen zonder werkvergunning . Indien deze wet wordt aangenomen, zal het voor illegaal in Turkije verblijvende personen en voor asielzoekers en vluchtelingen die zijn aangewezen op het illegale arbeidscircuit nog moeilijker worden om in hun levensonderhoud te voorzien.

Personen wier zaak aanhangig is, hebben geen toestemming om te werken en ontvangen geen structurele sociale ondersteuning van overheidszijde of de UNHCR. In zeer schrijnende gevallen verstrekt de UNHCR een eenmalige uitkering. De UNHCR verstrekt aan erkende vluchtelingen die wachten op hervestiging en die geen hulp van buitenaf (bijvoorbeeld familie in Amerika etc.) krijgen een maandelijke toelage van 100 US$ (het minimumloon in Turkije is circa 150 US$ per maand). Er bestaat een aantal privé- initiatieven en projecten op provinciaal of gemeentelijk niveau die zorgen voor ondersteuning van betrokkenen. Vooral de steun van individuele gemeenten is vaak aanzienlijk, hoewel niet in alle gevallen structureel. De steun vindt met name plaats in natura.

Personen die niet door privé-initiatieven worden gesteund, zijn aangewezen op het illegale circuit. De Turkse overheid blijkt deze illegale tewerkstelling van asielzoekers en door UNHCR erkende vluchtelingen (en dus niet 'reguliere' illegalen) vanuit humanitair oogpunt in veel gevallen te gedogen .

UNHCR-Turkije heeft een afspraak gemaakt met de Turkse autoriteiten over gratis toegang tot medische voorzieningen voor asielzoekers en vluchtelingen. Deze afspraak wordt in de praktijk door de Turkse autoriteiten nageleefd.

Bewegingsvrijheid

Personen die erkend zijn als vluchteling en wachten op hervestiging hebben geen volledige bewegingsvrijheid. Voor reizen langer dan twee weken moet toestemming worden verkregen van de provinciale overheid van de provincie waar men verblijft . Personen die om politieke redenen bescherming zoeken in Turkije mogen alleen verblijven op daartoe door het ministerie van Binnenlandse Zaken aangewezen plaatsen . Zij dienen zich op gezette tijden te melden bij de autoriteiten in zijn plaats van verblijf. De frequentie waarmee de asielzoeker zich moet melden, verschilt van plaats tot plaats en loopt uiteen van eenmaal per dag tot eenmaal per week.

Rechtshulp
In Turkije bestaat geen systeem van gratis rechtshulp voor asielzoekers. In het algemeen bepleiten asielzoekers hun eigen zaak. Zij krijgen daarbij soms hulp van organisaties waarmee zij een band hebben, zoals bij voorbeeld Turkmeense organisaties in het geval van Turkmenen.

De UNHCR biedt vrijwel uitsluitend juridische assistentie aan asielzoekers en vluchtelingen in gevallen waar refoulement dreigt. In Agri werkt de UNHCR met een lokale advocaat, die niet-Europese asielzoekers assisteert om toegang te krijgen tot de Turkse asielprocedure en zonodig in de rechtszaak hun zaken bepleit .

Ondersteuning door ngo's

In Turkije is slechts een zeer klein aantal ngo's dat zich bezighoudt met de vluchtelingenproblematiek. De enige landelijke ngo die zich volledig met deze problematiek bezighoudt is de Association for Solidarity with Asylum Seekers and Migrants (ASAM). Deze organisatie houdt zich naast de problemen van de individuele asielzoeker of vluchteling ook bezig met de bewustmaking van het publiek van de problematiek en met een algemene lobby voor illegalen, asielzoekers en vluchtelingen. Op individueel vlak legt de ASAM zich vooral toe op het verbeteren van de woonomstandigheden.

Op 2 november 2001 hebben enkele ngo's, waaronder de bekende mensenrechtenorganisaties TIHV en Mazlum-Der zich verenigd in het Platform voor het Recht op Vluchtelingschap in Turkije en Mensenrechten van Asielzoekers. Het platform is een eenjarige campagne gestart met betrekking tot asielzoekers in Turkije. Het doel van de campagne is conformering van het Turkse asielbeleid aan internationale standaarden en waarborging van de grondrechten van individuele vluchtelingen en asielzoekers in Turkije. Men wil deze doelen bereiken door monitoring van asielzoekers in Turkije en het aan de kaak stellen van eventuele schendingen van grondrechten in individuele gevallen. Tijdens de campagne wordt door het platform ook gelobbyd voor verbeteringen in de legislatie op dit terrein en zullen onderwijsprojecten worden gerealiseerd .

Op lokaal niveau is de Rooms-katholieke stichting Caritas actief. De stichting heeft haar hoofdkantoor in Istanbul en verder vestigingen in de steden Izmir en Hatay. De stichting verleent zowel assistentie aan asielzoekers en vluchtelingen als aan illegalen. In de regel wenden zich met name christelijke Irakezen tot de stichting. Caritas voorziet in gezondheidszorg door middel van een polikliniek in Karaköy. Indien deze polikliniek niets meer kan doen, wordt de patiënt overgedragen aan een staatsziekenhuis. Tevens fungeert Caritas als postadres voor de in Istanbul verblijvende Irakezen. Verder is er ook een school voor de kinderen in het gebouw van Caritas. Hier wordt vooral Engels onderwezen. Men zorgt verder voor zaken als kleding en dekens. Tevens treedt de stichting op als woordvoerder voor de Irakezen.

De UNHCR heeft recentelijk met diverse nationale ngo's en lokale overheden afspraken gemaakt over verdergaande samenwerking bij de assistentie van asielzoekers . Deze samenwerking is gericht op verbetering van het opvangregime van asielzoekers. Verder bestaan er diverse trainingsprojecten op lokaal niveau over de opvang en begeleiding van asielzoekers.


4 Terugkeer uit Turkije en wedertoelating

---

Uit Noord-Irak afkomstige personen die vanuit Turkije naar Noord-Irak worden verwijderd, kunnen ook als zij niet in het bezit zijn van documenten probleemloos in Noord-Irak inreizen.

Uit Turkije verwijderde personen afkomstig uit Noord-Irak ondervinden bij hun terugkeer naar Noord-Irak aldaar in de regel geen problemen. Zij worden na hun verwijdering naar Noord-Irak door de lokale autoriteiten aldaar aangehouden en aan een procedure onderworpen die begint met het invullen van een formulier. Vervolgens wordt betrokkene gehoord omtrent zijn achtergrond. In KDP-gebied (waarin de grensovergang met Turkije zich bevindt) worden de verklaringen van betrokkene in de regel geverifieerd door een medewerker van de inlichtingendienst van de KDP. Indien er geen bezwaren (onduidelijke identiteit, arrestatiebevel) tegen betrokkene bestaan, volgt in de regel vrijlating binnen twee dagen. In het geval dat er wel bezwaren zijn gerezen, kan verdere detentie volgen, waarvan de duur kan oplopen tot drie maanden.

Irakezen afkomstig uit Centraal-Irak worden op beperkte schaal verwijderd naar Noord-Irak. De KDP is zeer terughoudend in het terugnemen van door Turkije verwijderde Centraal-Irakezen, maar wordt hiertoe vaak onder druk gezet door de Turkse autoriteiten. Deze personen worden intensiever gescreend dan personen die uit Noord-Irak afkomstig zijn. Hierbij wordt met name gelet op eventuele banden die deze personen hebben met het regime in Bagdad. Indien er gerede bezwaren blijken te bestaan, wordt betrokkene overgebracht naar de gevangenis in Aqra. Indien geen bezwaren bestaan, wordt men overgebracht naar een van de kampen Zawita of Balqus (beiden in de buurt van Dohuk). In sommige gevallen wordt betrokkene gesommeerd Noord-Irak te verlaten.

Vaak keren naar Noord-Irak verwijderde personen na korte tijd weer (illegaal) terug naar Turkije en dienen daar bij de Turkse autoriteiten en de UNHCR een hernieuwde aanvraag in.

Wedertoelating tot Turkije

Voor personen die uit Turkije zijn verwijderd en die geen expliciete toestemming van de Turkse autoriteiten hebben gekregen voor terugkeer, is het verboden Turkije opnieuw te betreden . Personen die na een illegale inreis in Turkije door de Turkse autoriteiten zijn verwijderd, worden bij een hernieuwde (legale) poging tot inreis dan ook niet toegelaten tot Turkije. Een uitzondering wordt soms gemaakt als daar bijzondere humanitaire redenen voor zijn.

Personen die Turkije legaal zijn ingereisd maar vervolgens (bijvoorbeeld omdat hun visum was verlopen) illegaal zijn uitgereisd komen in beginsel ook niet in aanmerking voor wedertoelating. Hierbij lijkt in een aantal gevallen een uitzondering te worden gemaakt voor personen die kunnen aantonen dat ze in Turkije waren voor een ziekenhuisbehandeling of personen die kunnen aantonen dat ze zich daar bevonden ten behoeve van een visumaanvraag voor gezinshereniging met hun partner in West-Europa .


5 Samenvatting

---

Irakezen die Turkije legaal willen inreizen, dienen te beschikken over een geldig paspoort en een visum voor Turkije. Legaal in Turkije inreizende personen afkomstig uit Noord-Irak, komen in de meeste gevallen rechtstreeks binnen via de grensovergang Ibrahim Khalil/Habur. Personen uit Centraal-Irak kunnen Turkije legaal inreizen met de pas herstelde treinverbinding via Syrië of bijvoorbeeld per vliegtuig via Jordanië.

Illegale inreis van Irakezen in Turkije vindt de laatste tijd met name plaats via Iran. Het aantal personen dat illegaal probeert Turkije in te reizen lijkt in 2001 drastisch te zijn afgenomen. Illegale inreis vindt in de meeste gevallen plaats buiten de reguliere grensovergangen, waar de grens met behulp van mensensmokkelaars wordt overgestoken. Illegale inreis op deze wijze brengt risico's met zich mee, omdat het van tijd tot tijd voorkomt dat de Turkse grensbewakingsautoriteiten de inreis met geweld proberen te verhinderen.

Na verstrijking van de geldigheidsduur van een visum is voor legaal verblijf in Turkije een verblijfsvergunning nodig. Deze wordt aan Irakezen onder zeer strenge voorwaarden afgegeven voor werk, medische behandeling of studiedoeleinden.

Illegaal verblijf van Irakezen in Turkije begint in veel gevallen reeds met illegale inreis. Ook komt het regelmatig voor dat personen legaal inreizen en na het verlopen van de geldigheidsduur van hun visum alsnog illegaal worden. Het is bekend dat in een aantal gevallen op deze wijze illegaal geworden personen die een medische behandeling hebben ondergaan of een visum voor gezinshereniging op een vertegenwoordiging van een derde land hebben gedaan en hiervan een schriftelijk bewijs hebben, door de Turkse autoriteiten worden getolereerd en ook zonder problemen kunnen uitreizen.

Turkije verleent alleen asiel aan personen afkomstig uit Europa. Personen uit niet-Europese landen, waaronder Irak, kunnen slechts een tijdelijke verblijfsstatus verwerven teneinde door de UNHCR gehervestigd te worden in een derde land. In veel gevallen lopen de statusbepalingen van de Turkse autoriteiten en de UNHCR parallel. De Turkse eis dat een tijdelijke verblijfsvergunning binnen 10 dagen na aankomst in Turkije dient te worden aangevraagd levert soms problemen op voor personen die geen aanvraag doen binnen deze termijn. In de meeste gevallen kan interventie van de UNHCR verwijdering van betrokkene voorkomen en bewerkstelligen dat de persoon als deze vluchteling blijkt te zijn alsnog gehervestigd kan worden. Door de Turkse autoriteiten en UNHCR afgewezen Noord-Iraakse asielzoekers en een klein aantal Centraal-Iraakse asielzoekers worden verwijderd naar Noord-Irak. Verwijderingen naar Centraal-Irak vinden voor zover bekend niet plaats.

Het aantal gevallen van refoulement van door UNHCR erkende vluchtelingen en asielzoekers is sinds 1994 gestaag gedaald. In de eerste acht maanden van 2001 werd geen enkele door de UNHCR als vluchteling erkende persoon gerefouleerd.

Soms zet Turkije personen uit, van wie de aanvraag nog bij de UNHCR in behandeling is. In de eerste acht maanden van het jaar 2001 ging het voor alle nationaliteiten samen om 78 gevallen. Het betrof hier in veel gevallen van Irakezen die via Noord-Cyprus Turkije waren ingereisd om vervolgens asiel aan te vragen. Turkije beschouwt Noord-Cyprus als een veilig derde land. Het feit dat betrokkenen daar geen asiel hebben aangevraagd, is voor de Turkse autoriteiten voldoende reden om aan te nemen dat zij geen vluchteling zijn.

Asielzoekers en door UNHCR erkende vluchtelingen verblijven in Turkije vaak in goedkope hotels of in de buitenwijken van de grote steden onder slechte omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die van de personen die daar vanuit de ontruimde dorpen in Zuidoost-Turkije naar toe zijn gemigreerd. Asielzoekers en door UNHCR erkende vluchtelingen mogen niet werken. Velen zijn werkzaam in het illegale circuit, hetgeen door de Turkse autoriteiten in veel gevallen wordt getolereerd. Er bestaat voor asielzoekers geen structurele steun van overheidszijde. Velen zijn aangewezen op particuliere initatieven. De meest schrijnende gevallen ontvangen van de UNHCR een eenmalige toelage. Door UNHCR erkende vluchtelingen ontvangen na een draagkrachtbepaling een toelage van 100 US$.

Juridische assistentie wordt alleen door de UNHCR verleend in geval van dreigend refoulement of levensbedreigende situaties. In de meeste gevallen blijkt deze assistentie effectief. Behalve de ngo ASAM zijn er geen landelijke ngo's die zich specifiek met de vreemdelingenproblematiek bezighouden.

Literatuurlijst

---

Anatolia, Turks persagentschap

Arabic News

Bell, R. e.a. in opdracht van de Europese Commissie, General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey (29 januari 2001)

European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), Second report on Turkey, aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001

Europese Hof voor de Rechten van de Mens, Jabari vs. Turkey, 11 juli 2000

Evrensel, Turks dagblad

Human Rights Watch, Turkey. Human Rights and the European Union Accession Partnership (september 2000)

Iraqi News Agency

Le Monde

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Algemeen Ambtsbericht Centraal-Irak (9 april2001)

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Algemeen Ambtsbericht Noord-Irak (10oktober 2001)

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Algemeen Ambtsbericht Jordanië/Irakezen (12oktober 2001)

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Algemeen Ambtsbericht Turkije (4mei 2001)

Turkse Paspoortwet d.d. 15 juli 1950 onder nummer 5682

UNHCR, UNHCR Global Report 1999. Country Operation Turkey (2000)

UNHCR, UNHCR 2001 Global Appeal: Turkey in Short (2001)

U.S. Committee for Refugees, Worldwide refugee information. Country Report: Turkey (1999)

U.S. Committee for Refugees, Worldwide refugee information. Country Report: Turkey (2001)

Wet inzake verblijf en reizen van vreemdelingen in Turkije d.d. 15 juli 1950 onder nummer 5683

Wet op het Turkse Staatsburgerschap d.d. 11-2-1964 onder nummer 403

Turkse Paspoortwet d.d. 15 juli 1950 onder nummer 5682, artikel 2 en 5.

Iraqi News Agency, 5 mei 2001. Arabic News, 24 juni 2001.

Vergelijk het algemeen ambtsbericht Noord-Irak d.d. 10 oktober 2001, blz. 64.

Voor een beschrijving van de jandarma zie paragraaf 2.4.4 van het algemeen ambtsbericht Turkije d.d. 4 april 2001.

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 32.

Vergelijk het algemeen ambtsbericht Centraal-Irak d.d. 9 april 2001, blz. 71.

Vergelijk het algemeen ambtsbericht Noord-Irak d.d. 10 oktober 2001, blz. 61.

Vergelijk Le Monde, 5 maart 2001.

Zie voor een uitgebreidere beschrijving hiervan het algemeen ambtsbericht Centraal-Irak d.d. 9 april 2001, blz. 70-71 en het algemeen ambtsbericht Jordanië/Irakezen d.d. 12 oktober 2001, paragraaf 3.

Le Monde, 5 maart 2001.

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 31.

Turkse dagblad Evrensel, 22 september 2001 en Turkse persagentschap Anatolia, 21 september 2001.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Over de asielprocedure zie paragraaf 3.3.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 26.

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 31.

Zie over asiel paragraaf 3.3. van dit ambtsbericht.

Vergelijk het algemeen ambtsbericht Noord-Irak d.d. 10 oktober 2001, paragraaf 3.3.4.2.

In de Wet inzake verblijf en reizen van vreemdelingen in Turkije d.d. 15 juli 1950 onder nummer 5683, artikel 3 wordt een termijn van één maand genoemd.

Wet inzake verblijf en reizen van vreemdelingen in Turkije d.d. 15 juli 1950 onder nummer 5683, artikel 3.

Wet inzake verblijf en reizen van vreemdelingen in Turkije d.d. 15 juli 1950 onder nummer 5683, artikel 16.

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 25.

Wet inzake verblijf en reizen van vreemdelingen in Turkije d.d. 15 juli 1950 onder nummer 5683, artikel 9 en 10.

Zie over deze organisatie het algemeen ambtsbericht Noord-Irak d.d. 10 oktober 2001, paragraaf 3.4.1.

Wet op het Turkse Staatsburgerschap d.d. 11-2-1964 onder nummer 403, artikel 4.

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 26.

Wet op het Turkse Staatsburgerschap d.d. 11-2-1964 onder nummer 403, artikel 7.Vergelijk General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 9.

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 17.

Second report on Turkey, European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001, paragraaf 47.

Turkey. Human Rights and the European Union Accession Partnership, Human Rights Watch (september 2000).

Second report on Turkey, European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001, paragraaf 48.

UNHCR Turkije o.a. geciteerd door het Turkse Persagentschap Anatolia, 30 september 2001.

Turks: yönetmelik. Een yönetmelik kan overeenkomstig artikel 124 van de Turkse grondwet worden uitgevaardigd door de minister-president, de ministerraad, ministeries en andere publiekrechtelijke lichamen op hun eigen beleidsterrein met als doel de uitvoering van wetten nader vorm te geven. Hoewel het Turkse systeem op dit punt niet geheel overeenkomt met het Nederlandse systeem is toch voor de vertaling 'Algemene Maatregel van Bestuur' gekozen.

De officiële naam van de Maatregel luidt: Türkiyeye iltica eden veya baska bir ülkeye iltica etmek üzere Türkiyeden ikamet izni talep eden münferit yabancilar ile topluca siginma amaciyla sinirlarimiza gelen yabancilara ve olabilecek nüfus hareketlerine uygulanacak usul ve esaslar hakkinda yönetmelik, hetgeen kan worden vertaald met 'Algemene Maatregel van Bestuur inzake procedures en principes die dienen te worden toegepast op vreemdelingen die in Turkije asiel aanvragen of in Turkije een aanvraag voor een verblijfsvergunning indienen teneinde in een ander land asiel aan te vragen, vreemdelingen die naar onze grenzen komen met het oogmerk om in groepsverband bescherming te zoeken en mogelijke bevolkingsmigraties'.

Amendement op de Bestuursmaaatregel inzake Asiel, gepubliceerd in de Turkse Staatscourant d.d. 13 januari 1999.

Maatregel van Bestuur inzake Asiel d.d. 30 november 1994, artikel 3.

Kortheidshalve zal deze aanvraag in de rest van dit ambtsbericht worden omschreven als aanvraag voor een tijdelijke verblijfsvergunning.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Second report on Turkey, European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001, paragraaf 44.

Vergelijk Observations provided by the Turkish authorities concerning ECRI's report on Turkey. Annex bij Second report on Turkey, European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Europese Hof voor de Rechten van de Mens, Jabari vs. Turkey, 11 juli 2000.

Maatregel van Bestuur inzake Asiel d.d. 30 november 1994, artikel 4, zoals gewijzigd in 1999. Voor deze wijziging was de termijn vijf dagen.

Turkey. Human Rights and the European Union Accession Partnership, Human Rights Watch (september 2000).

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 16.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 16.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2000).

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 13.

Maatregel van Bestuur inzake Asiel d.d. 30 november 1994, artikel 6.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 10.

Turkey. Human Rights and the European Union Accession Partnership, Human Rights Watch (september 2000).

UNHCR 2001 Global Appeal: Turkey in Short, UNHCR (2001), blz. 228.

Maatregel van Bestuur inzake Asiel d.d. 30 november 1994, artikel 28.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Second report on Turkey, European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001, paragraaf 43.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Zie onder het kopje 'Tiendagentermijn' in paragraaf 3.3.2. van dit ambtsbericht.

Maatregel van Bestuur inzake Asiel d.d. 30 november 1994, artikel 29.

Artikel 125 van de Turkse grondwet bepaalt namelijk 'Tegen elke handeling en procedure van het bestuur kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank'.

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 10.

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 14.

Zie pagina 19 van dit ambtsbericht.

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2001).

Worldwide refugee information. Country Report: Turkey, U.S. Committee for Refugees (2000).

Research Report. National and Local Capacity Building: Towards Improving the Lives of Refugee Women and Children, ASAM (augustus 2001).

Turkse persbureau Anatolia, 22 augustus 2001.

Second report on Turkey, European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001, paragraaf 50.

Second report on Turkey, European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001, paragraaf 21.

Turkse persbureau Anatolia, 18 februari 2001.

Vergelijk Second report on Turkey, European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001, paragraaf 45 en Observations provided by the Turkish authorities concerning ECRI's report on Turkey. Annex bij Second report on Turkey, European Commission against Racism and Intolerance (ECRI), aangenomen op 15 december 2000 en openbaar gemaakt op 3 juli 2001.

General JHA expert mission to Turkey.18-29 september 2000. Mission report on the situation in the field of Justisce and Home Affairs in Turkey., R. Bell e.a. in opdracht van de Europese Commissie (29 januari 2001), blz. 17.

Wet inzake verblijf en reizen van vreemdelingen in Turkije d.d. 15 juli 1950 onder nummer 5683, artikel 17.

Vergelijk UNHCR Global Report 1999. Country Operation Turkey, UNHCR (2000), blz. 362.

Zie over deze organisaties het algemeen ambtsbericht Turkije d.d. 4 mei 2001, blz. 77 e.v.

Gemeenschappelijke persverklaring van het latform voor het Recht op Vluchtelingschap in Turkije en Mensenrechten van Asielzoekers, 2 november 2001.

UNHCR 2001 Global Appeal: Turkey in Short, UNHCR (2001), 229.

Turkse Paspoortwet d.d. 15 juli 1950 onder nummer 5682, artikel 8.

Vergelijk paragraaf 3.2.

===