Centrale Raad van Beroep Utrecht

Ontslagverlening in casu mogelijk; wachtgelduitkering redelijk
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 26-02-2002

De Raad is van oordeel dat toepassing kan worden gegeven aan art. 99 van het ARAR in het geval dat een in de loop der tijd ontstane impasse in de weg staat aan vruchtbare verdere samenwerking en voortzetting van het dienstverband redelijkerwijs niet van het bestuursorgaan kan worden verlangd. In casu is van zo'n geval sprake. De getroffen regeling, bestaande uit een uitkering overeenkomstig de bepalingen van het Rijkswachtgeldbesluit 1959, plus een vergoeding van 6,25 bruto maandsalarissen inclusief vakantietoeslag en eventueel een evenredig deel van de eindejaarsuitkering, acht de Raad redelijk. Het aandeel van de werkgever in de situatie die tot het ontslag heeft geleid is naar het oordeel van de Raad niet zodanig dat moet worden geoordeeld dat met het extra bedrag daaraan onvoldoende recht is gedaan. Daarbij heeft de Raad mede in aanmerking genomen dat betrokkene na zijn hersteldverklaring ruim vijf en een half jaar in het genot van bezoldiging is geweest, zonder dat daartegenover een arbeidsprestatie ten behoeve van de werkgever heeft gestaan.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD9469
(Zie het originele bericht)