Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek


Rat herstelt deels na dwarslaesie
4 februari 2002
Wetenschappers van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek hebben een experimentele therapie ontwikkeld die ratten met een dwarslaesie deels van hun verlamming afhelpt. Tot nu toe was herstel, hoe klein ook, niet mogelijk. NWO financierde het Amsterdamse onderzoek waarop Bas Blits op 26 februari verwacht te promoveren.

Illustratie: Achterpootafdrukken van een rat met en zonder dwarslaesie. (Klik op het plaatje voor een grotere versie)

De methode gebruikt een combinatie van transplantatie en gentherapie. Bij de transplantatie implanteren de onderzoekers zenuwcellen die buiten het lichaam zijn gekweekt. De cellen zijn afkomstig uit de zenuwen van de tussenrib waar ze gemist kunnen worden. Na de transplantatie moet gentherapie de groei en herstel van de beschadigde zenuwcellen verder stimuleren. Dat gaat met groeibevordende stoffen. Deze neurotrofe factoren zijn van nature aanwezig bij bijvoorbeeld het herstel van zenuwen na een diepe snee in de vinger. Ze zijn normaal onvoldoende aanwezig in het ruggenmerg.

De komende jaren gaan de onderzoekers proberen hun therapie te verbeteren. Promovendus Blits vervolgt zijn onderzoek, met steun van NWO aan de universiteit van Miami. Daar gaat hij onder andere proberen om stamcellen te implanteren in plaats van zenuwcellen uit de tussenrib.

De onderzoekers probeerden bij ratten drie soorten ruggenmergschade te herstellen. De eerste, de dorsale, partiële hemisectie is bij mensen vergelijkbaar met een messteek in de rug. De twee belangrijkste zenuwbanen voor vrijwillige beweging zijn doorgesneden. Bij de mens leidt deze dwarslaesie tot een gedeeltelijk verlamd onderlichaam. Bij de rat tot deels verlamde achterpoten. Na therapie liep de rat beter. Het bleek dat een van de twee zenuwbanen langzaam herstelde.

De tweede dwarslaesie die de onderzoekers bekeken, was de complete transectie ter hoogte van de achtste wervel. Het ruggenmerg is geheel doorgesneden, vergelijkbaar met een dwarslaesie na een forse messteek in de buurt van de ribben. Het resulteert in de verlamming van het onderlichaam, of bij de rat het achterlichaam. De rat ging na de therapie zijn achterpoten iets bewegen. De wetenschappers zoeken nog naar een verklaring, omdat anatomisch onderzoek uitwees dat de dwarslaesie niet was hersteld.

De derde beschadiging is de ventrale wortelavulsie, officieel geen dwarslaesie. Hierbij is de uittredende zenuw van het ruggenmerg losgescheurd, bijvoorbeeld door een ernstig motorongeluk. Deze beschadiging lijdt vaak tot het afsterven van aangetaste motorneuronen. Dat zijn grote zenuwcellen die zorgen voor de beweging. Na toediening van groeibevorderende stoffen bleken de motorneuronen niet te sterven, maar ook niet opnieuw uit te groeien en te herstellen.


---

Nadere informatie bij
drs. ing. Bas Blits (NIH-KNAW, Afdeling Neuroregeneratie, vanaf maart werkzaam bij 'The Miami project to cure paralysis' aan de universiteit van Miami in de Verenigde Staten) tel. 020 5665512 (direct) of 5665500 (algemeen)
fax 020 6961006
e-mail b.blits@nih.knaw.nl.
Promotie 26 februari, Vrije Universiteit, promotoren prof. dr. Joost Verhaagen (NIH/VU) en prof. dr. Dick F. Swaab (NIH/UvA)


--
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) Afdeling Voorlichting en Communicatie
Postbus 93138
2509 AC Den Haag
Telefoon (070) 344 07 13
Fax (070) 385 09 71
E-mail news@nwo.nl
Internet algemeen http://www.nwo.nl
Internet pers en publiek http://www.nwo.nl/wetenschapsplein