ALGEMEEN VERBOND BOUWBEDRIJF

Onderzoek toont aan: ernstige vertraging infraprojecten

Persbericht

Den Haag, 26 februari 2002

Onderzoek toont aan: ernstige vertraging infraprojecten

Van de 138 projecten in de infrastructuur die vermeld staan in het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) ondervinden er veertig (29%) vertraging ten opzichte van de planning van een jaar geleden. Slechts vier projecten gaan sneller. Bovendien is er tot 2006 slechts 2,6 miljard Euro beschikbaar voor de uitvoering van projecten, terwijl daarvoor een bedrag van 4,5 miljard Euro nodig is. Dat concludeert het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB), dat jaarlijks op verzoek van het Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB) de voortgang bij de planning en uitvoering van infrastructuurprojecten onderzoekt. Dat gebeurt aan de hand van het MIT van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Bij de berekeningen zijn overigens de hoofdgroepen waterbeheren/vaarwegen en railwegen buiten beschouwing gelaten omdat hiervan nauwelijks gegevens beschikbaar zijn. Het AVBB spreekt van een zeer ernstig signaal. Van groot belang is meer duidelijkheid te krijgen over de oorzaken van deze vertraging. Het is nog onduidelijk of de vertragingen een rechtstreeks gevolg zijn van het ontbreken van voldoende financiële middelen of van andere oorzaken. Het AVBB-bestuur heeft besloten hiernaar een vervolgonderzoek te laten instellen.
Van de veertig vertraagde projecten zijn er vijfentwintig lokale en regionale infra-structuurprojecten. Het aantal versnelde projecten ligt beduidend lager dan in het vorige onderzoek.

De jaarlijkse monitor van het EIB brengt nog andere feiten aan het licht.
Dit jaar geeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat 5,3 miljard Euro uit aan de realisatie van infrastructuurprojecten. Daarvan is 3,8 miljard Euro bestemd voor aanleg en 1,5 miljard voor beheer en onderhoud.
Van die 5,3 miljard aan uitgaven wordt 4,6 miljard uitbesteed aan de marktpartijen (de zogeheten productuitgaven), de overige 0,7 betreffen uitgaven van Rijkswaterstaat zelf.
Tussen 2002 en 2006 is bijna 17 miljard Euro beschikbaar voor de realisatie en de planvoorbereiding van de projecten. Volgend jaar gaat het budget aanzienlijk omhoog in verband met het Bereikbaarheidsoffensief Randstad. In 2006 stijgt het budget in verband met de aanleg van railwegen.
Van die bijna 17 miljard is 33% bestemd voor de uitvoering van de zogeheten megaprojecten (zoals HSL, Betuwelijn). Ten opzichte van vorig jaar is dat aandeel aanzienlijk gedaald. Toen was het tot 2004 nog 44% van het totaalbedrag voor de megaprojecten. Ten opzichte van 2001 is 355 miljoen Euro meer beschikbaar gesteld in het Infrastructuurfonds (ofwel bijna 6,5%). Dit bedrag is met name bestemd voor de bestrijding van kostenstijgingen. Hiervan is 44% voor rekening van de droge infrastructuur, 30% voor de natte en 33% voor megaprojecten.

Voor nadere informatie:

* over dit persbericht: AVBB, afdeling Communicatie, telefoon
070-3286229

* over de infrastructurele werken: VIANED/GWWO, H. Dragt,
06-53172260

* over het EIB-rapport: drs. P.J.M. Groot, telefoon
020-6429342

Het gehele rapport inclusief een overzicht van de vertraagde en versnelde projecten is te vinden op www.avbb.nl

26 feb 02 09:34