Ernst & Young
Klachten P. Lakeman in hoger beroep Heino Krause-zaak ongegrond
28 februari 2002 - De tuchtklacht tegen de Ernst & Young-accountant van de voormalige zuivelcoöperatie Heino Krause had veel eerder moeten worden ingediend. Daarmee is een oud bezwaar van Ernst & Young tegen de klagers, vertegenwoordigd door de stichting Sobi van drs P. Lakeman, door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (ongevraagd) alsnog toegekend. De kritiek van Lakeman op het oordeel van de Raad van Tucht dat de accountant niets te verwijten viel, is door het College dan ook niet overgenomen. Het College acht zijn klachten "in al haar onderdelen ongegrond". Lakeman was tegen de uitspraak van de Raad van Tucht in beroep gegaan.
"Het College acht termen aanwezig zelf in de zaak te voorzien en verklaart de klacht op bovenstaande argumenten in al haar onderdelen ongegrond", aldus de uitspraak van vandaag over de bezwaren van Lakeman bij de uitspraak van de Raad van Tucht op 25 juli 2000. Volgens het College was Lakeman cs al in 1993 "voldoende op de hoogte van de relevante feiten en omstandigheden om haar bezwaren tegen betrokkene te kunnen onderbouwen". Niettemin wachtte hij tot 1998, vijf jaar dus, met het indienen van een tuchtklacht over werkzaamheden van de accountant in de periode 1984-1990. Dat is volgens het College te lang. Het College van Beroep laat het belang van een accountant daarom prevaleren om "niet te worden geconfronteerd met tuchtklachten die betrekking hebben op zaken die in een ver verleden liggen".
Achtergrond
De Heino Krause-zaak behoort tot de meer geruchtmakende zaken in de
beroepsgroep. Door de voormalige zuivelcoöperatie werd in de jaren
tachtig enige tijd bij de productie van melkpoeder lactose toegevoegd.
Lactose is al een natuurlijk bestanddeel van melk. De toevoeging van
lactose aan melk is op zich dan ook niet verboden. Volgens van
toepassing zijnde regelgeving mag het zo ontstane eindproduct echter
geen melkpoeder meer worden genoemd. Producenten kunnen dan ook geen
voor melkpoeder bestemde exportsubsidie ontvangen over het extra
toegevoegde lactosedeel van het eindproduct. Omdat Heino Krause ten
onrechte de toevoeging van lactose onvermeld liet, is destijds te veel
Europese subsidie verleend. Uit de getuigenverhoren in de eerdere
tuchtprocedure bleek evenwel dat toezichthoudende instanties als de
Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, het
Productschap voor Zuivel en het Centraal Orgaan voor
Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel de lactosetoevoeging niet
opmerkten. De Raad van Tucht concludeerde daarom dat "in redelijkheid
van de betrokkene niet kan worden verwacht dat hij als accountant de
toevoeging van lactose aan melkpoeder had moeten ontdekken en de
fraude bij het invullen van de formulieren voor restituties van
exportsubsidies aan het licht had moeten brengen."
Zwaard van Damocles
Hoewel het College van Beroep vanwege de tijdsfactor vindt dat de Raad
van Tucht helemáál geen inhoudelijk oordeel over de werkzaamheden van
Ernst & Young had hoeven (en moeten) geven, blijven de vaktechnische
bevindingen van de tuchtrechters in stand. Mr Tim den Draak, hoofd
juridische zaken van Ernst & Young, is daarom "tevreden" met de
uitspraak. "Wat ons betreft had het College van Beroep de inhoudelijke
bevindingen van de Raad van Tucht ook mogen toetsen, maar wij
respecteren de gronden waarop het College besloot dat niet te doen.
Voor de beroepsgroep is deze uitspraak in ieder geval heel goed
nieuws. Wie een klacht heeft over een accountant, mag niet eindeloos
wachten om die in een tuchtzaak aanhangig te maken. Een eventuele
tuchtklacht kan niet meer als een zwaard van Damocles jarenlang boven
een accountant blijven bungelen en ik denk dat dat een prima standpunt
is." Lakeman kreeg wel gelijk in zijn verwijt dat de Raad van Tucht
uit eigen beweging de klacht had uitgebreid. Volgens het College
concludeerde de Raad van Tucht ten onrechte dat de klachten van
Lakeman ook betrekking hadden op de jaarrekening 1990 van Heino
Krause, en niet alleen op de jaarrekeningen in de periode 1984-1989.
Vanwege deze formele uitglijder van de Raad van Tucht ziet het College
van Beroep zich gedwongen de uitspraak van de tuchtraad te
vernietigen.
Too little, too late
Tegen de uitspraak van het College bestaan geen beroepsmogelijkheden
zodat het tuchtrechterlijke traject in de Heino Krause-zaak nu is
afgesloten. De kans dat Lakeman zijn civiele claimprocedure tegen
Ernst & Young doorzet, acht Den Draak niet al te groot. "We hebben uit
interviews met de heer Lakeman begrepen dat de eventuele opbrengsten
uit deze zaak ten goede zouden komen van zijn pensioenvoorziening.
Gezien het verloop van de juridische procedures, lijkt het
verstandiger wanneer Lakeman de hand wat op de knip houdt. De
beroepsgroep heeft in de tuchtprocedure de vakinhoudelijke verwijten
van tafel geveegd en het College van Beroep stelt nu bovendien dat hij
te laat is met zijn klacht. De beide colleges zijn daarom helder over
de grieven van Lakeman: too little, too late", aldus Den Draak.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met met Tim den Draak, hoofd juridische zaken van Ernst & Young, telefoon 010 406 8888 of met persvoorlichter Jan-Willem Wits, telefoon 010 406 5364.