Openbaar Ministerie

Den Haag, 28 februari 2002

OM bevraagt Nederlanders over criminaliteit en media Opinieonderzoek: Verdachte vaak al schuldig door publiciteit

Bijna tweederde van de Nederlanders is van mening dat verdachten door de publiciteit vaak al schuldig worden bevonden voordat de rechter een uitspraak heeft gedaan. Verder wil een ruime meerderheid van de Nederlanders dat, als zij zelf verdacht worden, absoluut geen persoonsgegevens van hen door politie en Openbaar Ministerie aan de media worden verstrekt. Dit zijn conclusies uit een opinieonderzoek dat het Openbaar Ministerie heeft laten doen onder 2049 Nederlanders van 16 jaar en ouder.

Het opinieonderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de themadag "Openbaar, tenzij" van het Openbaar Ministerie over persvoorlichting in strafzaken, op 28 februari 2002. De conclusies werden gepresenteerd aan ruim 150 journalisten, politie- en OM-voorlichters, die bij deze themadag aanwezig waren.
Een representatieve steekproef uit de Nederlandse bevolking kreeg zes vragen en stellingen voorgelegd die betrekking hadden op criminaliteit, media en privacy. Hieruit blijkt dat bijna de helft van de ondervraagden (48%) van mening is dat er voldoende aandacht in de media is voor criminaliteit. Van 32 procent mag dat nog wel meer zijn.

Van de ondervraagden vindt 65 procent dat de aandacht voor criminaliteit leidt tot een groter gevoel van onveiligheid. Een iets kleiner percentage (62%) is van mening dat de politie en het OM geen gegevens mogen vrijgeven waaruit blijkt wie de verdachte is. Over de stelling dat onderzoeksgegevens mogen worden vrijgegeven om onrust te verkleinen, ook al gaat dat ten koste van de privacy van slachtoffers, zijn de meningen verdeeld: 42 procent is het daarmee eens; 43 procent is het daarmee niet eens.
Zestig procent van de ondervraagden is van mening dat er sprake is van "trial by media": de verdachte wordt door de publiciteit vaak al schuldig bevonden voordat de rechter een uitspraak heeft gedaan. Tenslotte willen de ondervraagden - als het henzelf betreft - volstrekte anonimiteit. Op de vraag "Stel, u wordt aangehouden voor fraude; hoever mogen politie en OM van u gaan in het verstrekken van uw gegevens aan de media?", antwoordt 21 procent dat helemaal niets mag worden meegedeeld en 34 procent dat uitsluitend de enkele mededeling dat iemand voor fraude is aangehouden mag worden gedaan. Van elf procent mag de woonplaats en het geslacht worden gemeld en van 14 procent mag daar dan ook nog de leeftijd aan worden toegevoegd. Negen procent heeft er geen bezwaar tegen als ook de initialen worden genoemd. En nog eens negen procent vindt het geen probleem als zijn achternaam aan de media wordt verstrekt.

Het Openbaar Ministerie buigt zich over een beleidsnota die hoort bij de nieuwe aanwijzing Voorlichting Opsporing en Vervolging. Deze nota zal de komende tijd aan de orde zijn in gesprekken tussen het OM en de Raad van Hoofdcommissarissen, het Genootschap van Hoofdredacteuren, de Nederlandse Vereniging van Journalisten en andere belanghebbenden.

De resultaten van het opinieonderzoek zijn te vinden op de internetsite van het OM: www.om.nl. Ook ziet u daar de inleidingen van de sprekers tijdens de themadag (de heren J.L. de Wijkerslooth, voorzitter van het College van procureurs-generaal, M. A. Beuving, korpschef KLPD en wnd. voorzitter Raad van hoofdcommissarissen en P.I. Broertjes, hoofdredacteur van de Volkskrant.