Nationaal Dubo Centrum

dinsdag 12 maart 2002

Hogere productiviteit door gezondere gebouwen

Bij de ontwikkeling van kantoorgebouwen wordt veelal naar de kostenaspecten van een gebouw zoals aanschaf van de grond, de bouw en de exploitatie en het onderhoud gekeken. Maar let de gebouweigenaar of projectontwikkelaar wel voldoende op de kwaliteit van het binnenmilieu? Uit onderzoek blijkt dat een afnamen van de productiviteit door een niet optimaal binnenmilieu een organisatie veel geld per werknemer per jaar kost. Langzamerhand begint bij ontwikkelaars en gebouwbeheerders het besef door te dringen dat de verhuurbaarheid toe neemt als een gebouw gezond is.

Volgens dr. ir. Ph. M. Bluyssen van TNO Bouw, afdeling Gezonde Gebouwen en Installaties, blijkt dat een afname van de productiviteit door een niet optimaal binnenmilieu een organisatie veel geld per werknemer per jaar kost. Dit staat in tegenstelling tot de gebruikelijke aandacht van een gebouwbeheerder die beperkt blijft tot de financiële haalbaarheid op termijn, waarvoor betrokken partijen prestatiecriteria afspreken. De financiën krijgen vervolgens de voornaamste aandacht.
De financiële prestatiebeoordeling is vooral gebaseerd op de kostenaspecten van een gebouw zoals aanschaf van de grond, de bouw en de exploitatie en het onderhoud. De aandacht voor een gezond binnenmilieu blijft hierbij over het algemeen onderbelicht. Uit onderzoek blijkt dat een afname van de productiviteit door een niet-optimaal binnenmilieu een organisatie veel geld per werknemer per jaar kost.

Productiviteitswinst tot 12,4 euro per jaar
Volgens Bluyssen zijn de getroffen maatregelen voor een positieve prestatiebeoordeling op basis van deze aspecten niet altijd maatregelen die zorgen voor een gezond binnenmilieu. En dat blijkt naast de gezondheidsklachten die werknemers ervaren, een enorme hoeveelheid geld te kosten. Bluyssen: "Geëxtrapoleerd op basis van Amerikaanse cijfers, geeft een gezond binnenmilieu in Nederlandse gebouwen een potentiële besparing en productiviteitswinst tussen de 2,1 en 12,4 miljard euro op jaarbasis. Teruggerekend op werknemerniveau betekent dat een afname in de productiviteit van tien procent en bijgevolg kost dat een organisatie ruim 3.600,- per werknemer per jaar. Dat is net zo veel als een niet-realiseerbare besparing op de huisvestingskosten van vijftig procent. Volgens Bluyssen is dat de reden dat er steeds meer aandacht van organisaties komt voor gezondheid en productiviteit in relatie tot het gebouw. Bovendien hebben betrokken partijen verschillende belangen bij het gebruik en de exploitatie van kantoorgebouwen.
Bluyssen maakt in de groep van belanghebbenden onderscheid tussen investeerders, regelgevers, gebruikers, beheerders en uitvoerders. "Wat de belanghebbenden als goede kwaliteit of belang beschouwen is voor een ieder verschillend. Ogenschijnlijk willen ze allemaal het zelfde. Ze drukken het alleen op een andere manier uit. En het enige tastbare zijn ook hier de getallen. Daarom blijk er steeds meer behoefte te zijn aan een methodiek voor prestatiecriteria van gebouwen. Maar op dit moment is er nog geen methode of concept beschikbaar die het mogelijk maakt om de prestatie van een gebouw tijdens de gehele levensduur te volgen, van initiatie tot sloop", aldus Bluyssen.

Methodiek voor prestatiecriteria
De behoefte aan een methodiek van prestatiecriteria volgde ook uit interviews die TNO Bouw heeft gehouden met projectontwikkelaars, beleggers, aannemers en gemeenten. "De geïnterviewden spreken een verschillende taal door verschillende belangen, belevingswereld en kennisniveaus. Door de miscommunicatie ontstaan niet realistische verwachtingspatronen", aldus Bluyssen. Juist een methodiek voor prestatiecriteria is een middel om te achterhalen wat de belanghebbende als goede kwaliteit of belang beschouwt. "Op dit moment zijn er twee Europese projecten waar TNO Bouw aan deelneemt. Het eerste heet HOPE, Health Optimisation Protocol for Energy-efficient Buildings. Dit onderzoek met een looptijd van 36 maanden, heeft als doel het leveren van oplossingen om het aantal duurzame gebouwen die daarbij gezond zijn te verhogen. Hierbij is onder meer het identificeren van parameters van belang die de duurzaamheid en de gezondheidsstatus van gebouwen kunnen beschrijven. Verder komt de ontwikkeling aan bod van methoden die de duurzaamheidsstatus kan relateren aan de gezondheidsstatus van gebouwen. Het project beoogt een toename in de productiviteit en een afname van het ziekteverzuim van werknemers in kantoorgebouwen en een gezonder en meer comfortabel binnenmilieu."
Het project HOPE levert een lijst van prestatiecriteria op voor duurzame en gezonde gebouwen. Deze criteria worden getest in honderdtachtig kantoor- en woongebouwen, waarvan twintig in Nederland. Dit luidt de ontwikkeling in van protocollen voor het testen van de prestatie van een gebouw. Aan de hand van een database zijn gebouwen te vergelijken. De resultaten komen op een interactieve website voor het publiek.
"Een tweede project is PeBBu. De doelstelling is het stimuleren en pro-actief faciliteren van internationale verspreiding en implementatie van prestatiegericht bouwen. Het PeBBu Netwerk omvat 47 internationale organisaties en heeft een looptijd van vier jaar."

Gezonde gebouwen beter verhuurbaar
Het duurt nog geruime tijd voordat de resultaten beschikbaar zijn. Wat moet een gebouwbeheerder ondernemen als hij voornemens is om een gezond kantoorgebouw te bouwen? Bluyssen: "Er is veel kennis voorhanden, ook bij TNO Bouw. Maar een beroep doen op externe kennis kost geld en daar haakt een ontwikkelaar meestal af, terwijl de 'kennisinvestering' op korte termijn al wordt terugverdiend. De verhuurbaarheid is afhankelijk van uitstraling en locatie. Maar langzaam aan begint ook door te dringen dat de verhuurbaarheid toe neemt als een gebouw gezond is." (bron: Cobouw)