Rijksuniversiteit Groningen

Casustoekenning in agrammatisme

Agrammatische afasiepatiënten hebben moeite met bepaalde elementen van een zin, zoals vervoegde werkwoorden, voorzetsels, persoonlijke voornaamwoorden en lidwoorden. Lukt het niet een (vervoegd) werkwoord te produceren, dan heeft dat gevolgen voor andere elementen uit een zin die daarvan afhankelijk zijn, zoals lidwoorden. Deze afhankelijkheidsrelatie komt doordat werkwoorden evenals voorzetsels een naamval (denk aan de Duitse rijtjes: der, des, dem, den) toekennen aan zelfstandig naamwoorden, die deze naamval altijd nodig hebben. De studie van Ruigendijk gaat over de realisatie van naamvallen bij mensen die door hersenletsel een taalstoornis hebben. Zij onderzocht de afhankelijkheidsrelatie in een taal waarin naamval wordt gerealiseerd via het lidwoord (Duits), een taal waarin naamval nauwelijks zichtbaar is (Nederlands) en twee talen waarin naamval direct aan het zelfstandige naamwoord is gekoppeld (Russisch en Hongaars). Het patroon is in deze talen hetzelfde. De realisatie van correcte en complete zelfstandig naamwoordsgroepen door agrammatische afasiepatiënten hangt sterk af van de realisatie van vervoegde werkwoorden en voorzetsels./GG

Margrietha Esther Ruigendijk (Purmerend, 1973) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek bij de afdeling Nederlands van de Faculteit der Letteren en de Groningse onderzoekschool BCN (Behavioral and Cognitive Neurosciences). Ruigendijk werkt nu als postdoc aan de Universiteit van Utrecht.

Datum en tijd

donderdag 14 maart 2002, 16.00 uur

Promovenda

mw. M.E. Ruigendijk, tel. (030)253 62 13, e-mail: esther.ruigendijk@let.uu.nl (werk), tel. (030)253 62 13 (werk)

Proefschrift

Case assignment in agrammatism: a cross-linguistic study

Promotor

mw. prof.dr. R. Bastiaanse

Faculteit

letteren

Plaats

Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen