Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Parijs, Brussel, 14 maart 2002
Resultaten 2001

De raad van bestuur van Dexia kwam op 14 maart 2002 bijeen in Parijs. Hij sloot de rekeningen van de Groep voor het boekjaar 2001 af en nam akte van de resultaten. In zijn toelichting bij de resultaten zei Pierre Richard, gedelegeerd bestuurder en voorzitter van het uitvoerend comité:

« 2001 was voor Dexia een jaar van schaalverandering. Het nettoresultaat groepsaandeel nam toe met 42,5% tot 1 426 miljoen euro, met name als gevolg van de strategische acquisities van de voorbije twee jaar. Op grond van een dergelijk resultaat behoort Dexia tot de belangrijkste bankinstellingen in Europa.

«Nog belangrijker is de toename met meer dan 9% van de winst per aandeel. Zo was 2001 het vijfde opeenvolgende jaar van aanzienlijke groei van de WPA sinds de oprichting van de Groep.

«Deze prestatie is des te opmerkelijker aangezien zij tot stand kwam in een bijzonder moeilijk klimaat, dat woog op de opbrengsten en op de kostprijs van het risico van de hele internationale banksector, waarvan ook Dexia de invloed ondervond. Deze prestatie vormt dus een bevestiging van de gegrondheid van de strategie van Dexia en van zijn portefeuille van kernactiviteiten, die weerkerende opbrengsten en een zeer laag risiconiveau garanderen.

«Deze goede resultaten kwamen tot stand ondanks het feit dat de Groep in 2001 aanzienlijke inspanningen moest leveren voor de ontwikkeling van haar eigen activiteiten, alsook voor de integratie van de nieuw verworven ondernemingen en de daaraan verbonden uitgaven moest dragen.

«De toename van de algemene kosten, die zodoende voor het hele jaar hoger uitkwam dan de toename van het NBP, kon op het einde van het jaar gelukkig een halt worden toegeroepen. Dankzij een heropleving van de ontvangsten en een stabilisering van de kosten tijdens het vierde kwartaal, liet het onderliggend BBR (zonder effect van de consolidatie en uitzonderlijke elementen) een zeer bevredigende stijging van meer dan 10% optekenen.

«Zodoende slaagden wij erin om het onderliggend BBR voor het hele jaar 2001 te stabiliseren.

«Thans vormt kostenbeheersing onze eerste prioriteit voor 2002. Onze andere grote prioriteit is de integratie van Artesia tot een goed einde brengen. Vooral dit project moet de synergieën opleveren die een voortgezette groei van onze resultaten garanderen.

°°°

I. Een nieuwe stijging van de resultaten in 2001

Het nettoresultaat voor 2001 is gestegen met 43,5% tot 1525 miljoen EUR in totaal, en wat het groepsaandeel betreft met 42,5% tot 1426 miljoen EUR. In 2000 hadden wij al een stijging met 30,6% ten opzichte van het jaar voordien laten optekenen. Zodoende is het resultaat ook het voorbije jaar sterk toegenomen, met name onder invloed van de grote recente transacties op het vlak van de externe groei. Daardoor is niet alleen de consolidatiekring uitgebreid, maar waren er ook uitzonderlijke kosten.

De opbrengsten groeiden met 51,7% aan tot 5 665 miljoen EUR, wat voornamelijk kan worden verklaard door de uitbreiding van de consolidatiekring. Bij gelijkblijvende consolidatiekring en uitzonderlijke opbrengsten niet meegerekend, zou de toename van het nettobankproduct 5,3% hebben bedragen. In het klimaat van 2001 is deze onderliggende groei volkomen bevredigend en kan zij de vergelijking met de rest van de banksector doorstaan. Het aandeel van de opbrengsten uit de intermediatiemarge steeg in totaal met +36,9% (met +9,5% bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder uitzonderlijke elementen). De provisies en de overige opbrengsten namen in totaal toe met 52,2%; zonder uitzonderlijke elementen en bij gelijkblijvende consolidatiekring zouden deze opbrengsten op 1 jaar tijd evenwel gedaald zijn met -6,4%. De opbrengsten uit verzekeringen zijn ten opzichte van 2000 meer dan verdrievoudigd. Bij gelijkblijvende consolidatiekring was de toename zeer hoog (+18,4%). Het aandeel van de verzekeringsresultaten bedraagt thans 12,3% van de totale ontvangsten, tegen slechts 5,8% een jaar voordien.

De bedrijfskosten beliepen 3 371 miljoen EUR, d.i. een stijging met 63,9%, maar met slechts +9,8 % als men het effect van de consolidatie, de uitzonderlijke kosten en de kosten voor de integratie van Artesia buiten beschouwing laat. Deze laatste vertegenwoordigden in de rekeningen van het boekjaar een som van 127 miljoen EUR.

Het brutobedrijfsresultaat beliep 2 294 miljoen EUR, tegen 1 678 miljoen EUR in 2000, wat neerkomt op een toename met 36,7%. Zonder het effect van de consolidatie, de integratiekosten en uitzonderlijke elementen, bleef het BBR vrijwel stabiel (-0,3%) ten opzichte van 2000. De oorzaak daarvan ligt bij twee factoren. In de eerste plaats hebben de activiteiten m.b.t. de externe groei en de integratie in beperkte mate bijgedragen tot de bedrijfskosten, en ze worden dan ook niet als uitzonderlijk beschouwd. Anderzijds heeft de in 2000 vastgestelde forse commerciële ontwikkeling de Groep ertoe gebracht haar werkmiddelen te herschikken met name in de kernactiviteiten inzake vermogensbeheer, omdat men nog een jaar van hogere opbrengsten verwachtte. Dat is er helaas niet van gekomen. Integendeel, de ommekeer van de markten zorgde voor een afwachtende houding bij de cliënteel, en de waarderingsgrondslag van de beheerde activa en de daarmee gepaard gaande provisies namen sterk af. Uiteraard werden tegen deze nieuwe achtergrond de uitgaven en investeringen die in het begin van het jaar waren goedgekeurd, tijdens het tweede halfjaar neerwaarts herzien. Dat heeft echter niet kunnen verhinderen dat de algemene kosten in totaal en voor het volledige jaar sterker zijn toegenomen dan de opbrengsten. De trend heeft zich evenwel omgekeerd tijdens het vierde kwartaal, aangezien het NBP voor deze periode met +4,0% steeg en de algemene kosten stabiel bleven (+0,1%).

De exploitatiecoëfficiënt beliep aldus 59,5% in 2001, tegen 55,1% in 2000. Als wij de gewijzigde consolidatiekring en de uitzonderlijke elementen buiten beschouwing laten, zou deze coëfficiënt zijn uitgekomen op 57,3 % in 2001, tegen 54,7% in 2000. Deze stijging weerspiegelt de trend van de onderliggende bedrijfsvoering in 2001. De gezamenlijke coëfficiënt is in hoofdzaak het resultaat van de bijdrage van Artesia in 2001, waarvan de eigen exploitatiecoëfficiënt 79,7% beliep. De integratie van deze dochteronderneming en de daarvan verwachte synergieën moeten op termijn bijdragen tot een verlaging van de exploitatiecoëfficiënt in de richting van de doelstelling van de Groep, nl. 50%.

De waardecorrecties met inbegrip van de risicokosten, de beleggingseffecten, de afschrijving van meerwaarden en de toevoegingen aan en terugnemingen uit het FABR beliepen 283miljoen EUR, d.i. een stijging met 21,5% ten opzichte van 2000 (233 miljoen EUR). Deze evolutie weerspiegelt verscheidene factoren. De kostprijs van het risico bedroeg 281 miljoen EUR, een toename met 167 miljoen EUR, waarvan 69 miljoen EUR kunnen worden toegeschreven aan het effect van de consolidatie. Voor het overige kregen alle kernactiviteiten van de Groep te maken met de verslechtering van de risico's in 2001 (Enron: 22 miljoen EUR; Argentinië: 6miljoen EUR; Sabena: 16 miljoen EUR; portefeuille van «share leasing»-contracten in Nederland: 25 miljoen EUR). Bovendien werd voor een geval van fraude door een ziekenhuis uit Chicago dat cliënt is bij de Groep een voorziening van 51 miljoen EUR aangelegd (waarmee het risico vrijwel volledig gedekt is). Ondanks deze verslechtering blijft de kostprijs van het risico bij Dexia zeer laag, nl. 14 basispunten van de totale verbintenissen ten aanzien van de cliënteel, d.w.z. één derde van het gemiddelde in de banksector. Bovendien bedraagt de nettowinst op de beleggingsportefeuille in 2001 13miljoen EUR, tegen 31 miljoen EUR in 2000, en kwam de afschrijving van meerwaarden uit op 56miljoen EUR (tegen 49 miljoen EUR in 2000). Ten slotte werd overgegaan tot een terugneming van 41miljoen EUR uit het FABR (tegen een toevoeging van 101 miljoen EUR in 2000), in de gezamenlijke context van de specifieke kosten voor het jaar 2001, met name de integratie van Artesia en de daaruit voortvloeiende kosten.

De ROE (rendement op het eigen vermogen) kwam dit jaar uit op 18,7%, tegen 17,7% in 2000, m.a.w. andermaal een stijging.

De winst per aandeel van 1,25 EUR betekent voor dit jaar een nieuwe stijging (+9,1%).

De ratio van het eigen vermogen (Tier One) van de Groep bleef met 9,3% ongewijzigd ten opzichte van einde 2000.

°°°

De diverse kernactiviteiten leverden tegengestelde prestaties, maar in het geheel genomen hield de totale prestatie in een internationaal ongunstig klimaat goed stand dankzij het evenwicht van de diverse bijdragen.

Zo leverden de activiteiten inzake de financiering van collectieve voorzieningen en credit enhancement een nettoresultaat op van 719 miljoen EUR, d.i. een stijging met 63,1% in één jaar, vooral als gevolg van de gewijzigde consolidatiekring. Bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder uitzonderlijke elementen kunnen we spreken van een stevige bedrijvigheid. Zo namen de onderliggende opbrengsten van de kernactiviteit toe met 6,3%, en steeg het onderliggend BBR voor het hele jaar met 7%, en tussen het 3de en het 4de kwartaal van 2001 met 12,5%. Bovendien blijft de risicokostprijs ondanks het schadegeval van Chicago en de voorzieningen voor Argentinië, uiterst laag, nl. 11 basispunten ten opzichte van de verbintenissen. Over het hele jaar genomen steeg het nettoresultaat groepsaandeel van de kernactiviteit met 71,6%, en bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder uitzonderlijke elementen met 9,9%. De kernactiviteit geeft voor dit jaar een forse rentabiliteit op het economisch eigen vermogen te zien (21,4%), wat een toename is ten opzichte van 2000 (17,7%).

Op het vlak van de financiële diensten aan de retailcliënteel evolueerde het jaar 2001 correct gelet op de matige conjunctuur. Het NBP van de kernactiviteit bedroeg 1 762 miljoen EUR, een toename met 58,1%, grotendeels onder invloed van de overeenkomstige sectoren van Artesia binnen de consolidatiekring van de kernactiviteit. Bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder uitzonderlijke elementen namen de opbrengsten toe met + 3,2%, wat globaal een goede prestatie is rekening houdend met name met de minder grote belangstelling van de cliënteel voor producten inzake collectief beheer, die een belangrijke component vormen van het gamma dat via de kantorennetten wordt verkocht. Zo namen de provisies en de andere opbrengsten tijdens het jaar lichtjes af (-2,8%). De rentemarge hield daarentegen goed stand (+2,9%), en vooral de technische en financiële marge van de verzekeringsactiviteiten nam fors toe (+49,1%), wat een bevestiging vormt van het succes van Dexia Insurance. Het onderliggend BBR van de kernactiviteit van zijn kant nam voor het hele jaar lichtjes af (-4,1%) als gevolg van de kosten die wogen op de sector en voor het merendeel verband houden met de integratie van Artesia. Tijdens het 4de kwartaal nam het BBR evenwel opnieuw toe (+5,0% meer dan tijdens het 3de kwartaal) vooral als gevolg van een daling van de onderliggende algemene kosten (-2,7%). Over het hele jaar genomen steeg het nettoresultaat groepsaandeel voor deze kernactiviteit met 38,9%, (met 3,5% bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder uitzonderlijke elementen). Het rendement op het economisch eigen vermogen voor deze kernactiviteit over 2001 bedroeg 12,4%.

Wat de kernactiviteit financieel beheer betreft (private banking, vermogensbeheer, administratief fondsenbeheer en adviesverlening en makelaardij m.b.t. aandelen), steeg het NBP met 30,6% zowel als gevolg van de gewijzigde consolidatiekring en de uitzonderlijke elementen die hem hebben verruimd, enerzijds, als door de interne evolutie, die negatief uitviel, anderzijds. De onderliggende evolutie van het NBP voor het hele jaar kwam uit op -13,6%, maar net zoals voor de retailbank keerde deze trend zich radicaal om tijdens het laatste kwartaal van het jaar (+8,6% ten opzichte van het 3de kwartaal). Het onderliggend BBR van de kernactiviteit onderging een gelijkaardige evolutie: een daling met 34,8% voor het hele jaar, en opnieuw groei tijdens het laatste kwartaal (+13,3%). De diverse activiteitslijnen van het metier droegen op uiteenlopende wijze bij tot de evolutie van het onderliggend BBR voor het hele jaar. Inzake private banking bedroeg de daling 30%, als gevolg van toegenomen kosten (6%), enerzijds, en dalende opbrengsten (11%), anderzijds. Op het vlak van het vermogensbeheer bedroeg de terugval 42% zowel als gevolg van de toegenomen kosten (19%) als van de afnemende ontvangsten (-23%). Inzake administratief fondsenbeheer kwam de daling uit op 9%, vnl. door de hogere kosten (+28%) die noodzakelijk waren voor de forse ontwikkeling van de sector, terwijl de opbrengsten met 8% stegen in weerwil van het zeer slechte beursklimaat. Wat de beursdiensten en de financiële verrichtingen betreft, was de daling van de onderliggende opbrengsten in vergelijking met vorig jaar zeer sterk (-69%), waarbij ook de kosten waren gedaald, maar dan minder uitgesproken (-29%). Tijdens het voor de hele banksector zeer slechte jaar daalde het nettoresultaat groepsaandeel van deze kernactiviteit bij Dexia met 18,9% ten opzichte van 2000, wat dan weer een uitstekend jaar was. Bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder uitzonderlijke elementen bedroeg de daling 40,9%. Desondanks beliep het rendement van het economisch eigen vermogen 46,7%, wat een daling is ten opzichte van 2000 (62,4%), maar toch nog opmerkelijk hoog en een flink stuk hoger dan de doelstellingen voor de hele Groep.

Ten slotte leverden de activiteiten inzake thesaurie en kapitaalmarkten die bij Dexia ondersteunende activiteiten vormen een bijzonder goede prestatie in 2001. Het nettoresultaat groepsaandeel voor deze kernactiviteit nam toe met 114,5%, met name als gevolg van de gewijzigde consolidatiekring en uitzonderlijke elementen. Bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder uitzonderlijke elementen noteren we eveneens een forse toename (+37,4%), ondanks de risicokostprijs die toenam door het bankroet van Enron. Ook dit jaar vertoont deze kernactiviteit een forse rentabiliteit van het economisch eigen vermogen (23,7%), wat overeenkomt met een toename ten opzichte van 2000 (16,9%).

De raad zal aan de algemene vergadering van 7 mei 2002 voorstellen om een brutodividend van 0,48 EUR per aandeel (netto 0,36 EUR) uit te betalen, d.i. een stijging met 11,6% ten opzichte van vorig jaar. Het uitkeringspercentage zal 39,3% bedragen.

De gedetailleerde financiële informatie over het boekjaar 2001 werd neergeschreven in een volledig activiteitenverslag, dat vanaf nu geraadpleegd kan worden op de internetsite van de Groep http//www.dexia.com.

II. De integratie van Artesia

Op 1 april 2002 vindt de juridische fusie van Dexia Bank en Artesia BC met terugwerkende kracht tot 1 januari 2002 plaats. Vanaf die datum zullen de diensten van de gefusioneerde bank onder de bevoegdheid komen te staan van één enkel directiecomité. Alle operationele verantwoordelijken van de drie bovenste lagen van de organisatie zijn thans reeds aangesteld; elke functie heeft nu een enkele titularis, aangezien alle gevallen van overlapping werden weggewerkt. Het oorspronkelijk tijdschema voor de integratie blijft ongewijzigd, en de integratiewerkzaamheden liepen geen vertraging op. De synergiedoelstellingen werden verder uitgewerkt en bekrachtigd.

Over het schema m.b.t. het doelkantorennet vindt diepgaand overleg plaats met de sociale partners op basis van de principes die zorgen voor de best mogelijke overgang voor de cliënteel, de grootste efficiëntie op organisatorisch vlak, en uiteraard het halen van de synergiedoelstellingen in het vooropgezette tijdschema: één enkele merknaam (Dexia Bank) vanaf 1 januari 2003; één gemeenschappelijk informaticaplatform, één enkel management (dat van Dexia Bank); een net met op termijn 1060 kantoren, wat betekent dat er 422 dicht moeten (deze kantoren uit beide netten zijn reeds bekend).

In de andere domeinen werd de uitgestippelde weg gevolgd: er werd een keuze gemaakt wat de structuur van de informaticasystemen betreft en er werd een migratieplanning voor de toepassingen opgesteld; vanaf einde 2001 moeten alle cliënten terechtkunnen in beide netwerken van automatische loketten; samenvoeging sinds eind december 2001 van de marktenzalen in Brussel en van hun back offices; reeds voltooide fusie van de dochterondernemingen voor vermogensbeheer onder één enkel label, nl. Dexia Asset Management; nakende fusie van Dexia Banque Privée France en Artesia Vernes; afstoten van bepaalde activa van Artesia die niet van strategisch belang zijn voor de groep Dexia.

De integratie van Artesia vormt een essentieel project voor de Groep, dat het enthousiasme en de inzet van alle betrokken teams vergt. Het uitvoerend comité van Dexia hecht daar het grootste belang aan en verbindt zich hiertoe uit naam van al zijn leden.

GECONSOLIDEERDE BALANS

In miljoenen EUREvolutie
31/12/0031/12/012001/2000
BALANSTOTAAL 257 847 351 35536,3%
Eigen vermogen 6 537 8 37728,1%
Cliëntendeposito's 52 356 84 00760,5%
In schuldbewijzen belichaamde schulden 134 446 140 8614,8% Vorderingen op de cliënteel 134 370 156 37916,4%
Obligaties, aandelen en andere effecten 70 684 116 78065,2%

GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING

In miljoenen EUREvolutie
200020012001/2000
Nettorenteopbrengsten en aanverwante opbrengsten2 5553 49636,9% Provisies en andere opbrengsten9651 47052,2%
Verzekeringen215699225,1%
Nettobankproduct3 7355 66551,7%
Bedrijfskosten(2 057)(3 371)63,9%
Brutobedrijfsresultaat1 6782 29436,7%
Waardecorrecties en voorzieningen(233)(283)21,5%
Belastingen(411)(534)30,0%
Nettoresultaat ondernemingen waarop vermogensmutatie werd toegepast294864,4% Nettoresultaat1 0631 52543,5%
Aandeel van derden629959,6%
Nettoresultaat groepsaandeel1 0011 42642,5%
Nettoresultaat per aandeel1,151,25
Persdienst - 1, de Meeûssquare - 1000 Brussel - Tel.: 02 222 45 33 - Fax: 02 222 90 90 - pressdexia@dexia.be