Ingezonden persbericht


Antwoord op Kamervragen SP over privatisering water Bolivia:

Staatssecretaris Ybema vindt wereldwijd omstreden constructie en Nederlandse rol bij schadeclaim doodnormaal.

Op 21 februari heeft SP-tweedekamerlid Harry van Bommel zeven vragen gesteld over de omstreden schadeclaim die een consortium van multinationals heeft ingediend vanwege hun mislukte overname van de watervoorziening van Cochabamba in Bolivia. Nadat buitenlandse multinationals (met name Bechtel uit de VS en Edison uit Italie) het waterbedrijf van Cochabamba overnamen, kwam de bevolking daar in opstand en maakte de privatisering ongedaan. De multinationals eisen nu een schadevergoeding van 25 miljoen dollar van het straatarme Bolivia, hetgeen ruim drie keer het bedrag is dat de multinationals geïnvesteerd hadden. Uitgebreide achtergrondinformatie over deze kwestie is te vinden op de website

De schadeclaim is bij de geschillencommissie van de Wereldbank (ICSID) ingediend via een in Nederland gevestigde brievenbusmaatschappij. Door het eigendom van het overgenomen waterbedrijf onder te brengen bij een holding (International Water Holding BV) die vervolgens weer 'beheerd' wordt door het Amsterdamse Intra Beheer BV, kunnen Bechtel en Edison gebruik maken van het bilaterale
investeringsbeschermingsverdrag tussen Nederland en Bolivia. Dat verdrag maakt het mogelijk om geschillen over investeringen via het ICSID uit te vechten.

Op 6 maart heeft staatssecretaris van Economische Zaken Gerrit Ybema, mede namens de minister van Ontwikkelingssamenwerking antwoord gegeven op de vragen van kamerlid Van Bommel (zie: . De antwoorden komen er kort gezegd op neer dat Ybema de gang van zaken normaal vindt, en ook vindt dat er geen enkel probleem bestaat in verband met het feit dat de buitenlandse multinationals die een beroep doen op het Nederlands-Boliviaanse investeringsbeschermingsverdrag, Nederland alleen als brievenbus gebruiken.

Zeer opmerkelijk is, dat Ybema de constructie verdedigt terwijl de betreffende holding pas opgericht en in Amsterdam gevestigd werd nadat het waterbedrijf van Cochabamba door de multinationals werd overgenomen. Hiermee looft de staatssecretaris in feite een bonus uit aan buitenlandse investeerders die om belastingtechnische redenen hun bezittingen in Nederland parkeren. Maar het is duidelijk dat het bilaterale investeringsbeschermingsverdrag tussen Nederland en Bolivia niet voor de bescherming van dergelijke brievenbusconstructies bedoeld is.

Daarnaast stelt dhr. Ybema meerdere malen dat er niets aan de hand is met de manier waarop het multinationale consortium nu probeert geld van de Boliviaanse regering los te krijgen. Volgens dhr. Ybema is het ICSID een volstrekt onpartijdige instelling. Hij vergeet echter dat door het geschil te laten beoordelen onder de regels van ICSID, er geen lokale rechtbank meer aan te pas kan komen. Bovendien is de ICSID-procedure erg kostbaar, zeker voor het straatarme Bolivia. In het jaarverslag van de holding IWH is ook te lezen dat " ... the success of this action for recovery depends substantially on obtaining ICSID jurisdiction".

Onderzoekers hebben steeds meer kritiek op de werkwijze van het ICSID en de bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten die daar naar verwijzen. Luke Peterson van het International Institute for Sustainable Development stelt dat deze constructies zeer in het voordeel van multinationals werken (zie bijv.
.

Vorige week zijn solidariteitsactivisten in Amsterdam op bezoek gegaan bij het kantoor van ING-Trust aan de Teleportboulevard 140 bij station Sloterdijk. De beheersmaatschappij Intra Beheer BV is sinds enkele maanden eigendom van ING. De activisten overhandigden een aantal foto's van de wateropstand in Cochabamba aan twee
vertegenwoordigers van ING en Intra Beheer. Bovendien werd het straatnaambord veranderd in Hugo Daza, de naam van een 17-jarige jongen die tijdens de protesten door een scherpschutter van het leger doodgeschoten werd. (foto's kunt u vinden op website: .

Internationaal wordt de eis gesteld dat het consortium de schadeclaim intrekt. De twee heren verklaarden dat zij binnen twee weken, dus uiterlijk vrijdag 22 maart, met een antwoord zullen komen.

Activisten in Nederland zijn nu ook begonnen met voorbereidingen voor een internationaal tribunaal dat in mei plaats zal vinden en waarbij de betreffende transnationale ondernemingen, de Nederlandse staat en de Wereldbank in de beklaagdenbank gezet zullen worden.



Ingezonden persbericht