KNMG

Congres terugblik: goede communicatie essentieel bij interculturalisatie

"Artsen zullen in staat moeten zijn tegemoet te komen aan de behoefte aan zorg die recht doet aan eigen culturele en levensbeschouwelijke identiteit". Dit zei de voorzitter van de KNMG, R.G.P. Hagenouw op het KNMG-congres. Het dubbelcongres van ZonMw en de KNMG vond plaats in Tilburg op 7 en 8 maart j.l. Het congres stond dit jaar in het teken van diversiteit. Diversiteit in etnische achtergrond, leefstijl, sekse enzovoort. In plenaire sessies en verschillende workshops wisselden de deelnemers ervaringen uit, discussieerden en zochten naar oplossingen. Omdat alle sprekers en deelnemers twee dagen enthousiast en actief hebben bijgedragen hieraan mag het congres zeker succesvol worden genoemd.

Een impressie
Hagenouw sprak ter gelegenheid van dit congres zijn jaarrede uit. Daarbij kwamen een aantal belangrijke thema's aan de orde. Zo gaf hij aan dat de artsenfederatie KNMG serieus moet onderzoeken of een medisch ombudsman een goede aanvulling is op bestaande voorzieningen zoals het tuchtrecht en de klachtenregelingen. Hagenouw reageerde daarmee op eerdere uitspraken van de Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg, die eind vorig jaar signaleerde dat het aantal onnodige sterfgevallen in de gezondheidszorg wellicht extra maatregelen noodzakelijk maakt.
Integriteit, vertrouwen tussen arts en patiënt en toetsbaarheid van artsen waren andere kernpunten in de jaarrede van de voorzitter. "Integriteit is een van de meest vitale voorwaarden voor vertrouwen tussen ons en de patiënt", aldus de voorzitter. Hagenouw zei verder zich zorgen te maken over het imago van het artsenberoep, dat de laatste tijd onvermijdelijk is beïnvloed door de noodzakelijke verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden.

Ochtendprogramma
De plenaire lezingen in de ochtendprogramma's van 7 en 8 maart behandelden in het algemeen de veranderingen die in het vak van de hulpverlener zijn binnengeslopen door de diversiteit. Sprekers deden beurtelings met veel humor of indringend een beroep op de toehoorders problemen toch vooral te blijven zien als uitdagingen. Op 8 maart (KNMG-congres voor de artsen) lag het accent met name op ervaringen en knelpunten in de dagelijkse praktijk tegen de achtergrond van een veranderende epidemiologie en morbiditeit. Zo begon prof. dr. H.S.A. Heymans, kinderarts in het AMC, zijn inleiding met de geschiedenis van het Emma Kinderziekenhuis. Van begin vorige eeuw tot aan het themajaar 2000 'Kindergeneeskunde bekent kleur'. Met veel verve sprak hij over diversiteit. "De kennis over epidemiologie en etniciteit krijgt steeds meer vorm", aldus Hugo Heymans, "een voorwaarde om hier adequaat mee om te gaan".

Registratie etniciteit
Na de opening door de dagvoorzitter Joke Lanphen, was het woord aan Minister Els Borst-Eilers. Zij gaf aan blij te zijn met het thema van het congres. "Een pluspunt van de hele discussie over culturele verschillen tussen patiënten vind ik in ieder geval dat het aandacht vraagt voor de behoeften van de individuele patiënt", aldus de Minister. Zij sprak zich onder meer sterk uit voor een registratie van etnische achtergrond. In de geestelijke gezondheidszorg gebeurt dit al een paar jaar, zo sprak de Minister. Verder pleitte Minister Borst voor een stevige plaats voor diversiteit in het curriculum en memoreerde zij het RVZ-advies over 'interculturalisatie van de gezondheidszorg'. Een Plan van Aanpak naar aanleiding van dit advies ligt inmiddels in de Tweede Kamer.

Na haar toespraak reikte Minister Borst de Avicenna-prijs uit. Deze prijs wordt uitgereikt aan een zorgverlener of instelling die heeft bijgedragen aan een wezenlijke verbetering van de zorg aan allochtonen.
Dit keer is de prijs gewonnen door Jozien Snijders van Altrecht (een instelling voor geestelijke gezondheidszorg in Utrecht). Zij was erg blij met haar prijs. "Interculturalisatie beslaat vele facetten. Als u dit kunt begeleiden staat u nooit meer voor hetere vuren", zo sprak zij in haar dankwoord.

Uitreiking zilveren KNMG legpenning
Aan het eind van het ochtendprogramma reikte Hagenouw de zilveren KNMG legpenning uit. De penning wordt sinds 1955 toegekend aan artsen en heel soms niet-artsen, met een zeer grote verdienste voor de KNMG of voor de geneeskunst in Nederland. De prijs werd dit jaar toegekend aan professor dr. H.J.J. Leenen, emeritus hoogleraar Sociale Geneeskunde en Gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Al vele decennia is de heer Leenen van grote betekenis voor de gezondheidszorg en voor de volksgezondheid. Hagenouw memoreerde onder andere het feit dat hij nauw betrokken was bij, en voor een deel ook auctor intellectualis en auteur van belangrijke wetgeving, zoals de WGBO, euthanasie en medische keuringen.

Workshops als handreiking
In de middag werd op beide dagen in workshops aandacht besteed aan praktische inzichten en vaardigheden zoals planningsproblemen in de praktijk, toegankelijke opties voor het overbruggen van taal- en cultuurverschillen, klachten in symbolische taal en hoe die te verstaan, het werken in achterstandbuurten, mannen- en vrouwengeneeskunde, diversiteit in leefstijlen en diversiteit in medische vervolgopleidingen. Door middel van interactieve workshops, lezingen en discussies trachtte elke deelnemer in het algemeen een bijdrage te leveren, maar zocht ook voor zichzelf weer aanknopingspunten om verder te kunnen.
Een telkens terugkerende conclusie: bewustwording en goede communicatie zijn essentieel.