Gemeente Amsterdam


Toespraak bij de uitreiking van de 10e El Hizjra Literatuurprijzen op zondag 17 maart 2002

Dames en heren,

De uitreiking van de 10e El Hizjra Literatuurprijzen vindt - wellicht niet helemaal toevallig - halverwege de Boekenweek 2002 plaats. Het thema van de Boekenweek is dit jaar De Liefde.
"Een van de aspecten van de liefde is het verenigd zijn. Dit is het hoogste geluk dat iemand ten deel kan vallen, een subliem stadium, een hoge graad van volmaaktheid, een rijzend goed gesternte, ja men zou het zelfs een nieuw leven, een hoger bestaan kunnen noemen, een voortdurende vreugde, een grote genade van God. Ware het niet dat de wereld nu eenmaal een oord van bitterheid, beproeving en kommer is, en het Paradijs de plaats waar men beloond wordt met verlossing van alle ellende, dan zouden wij kunnen zeggen dat het verenigd zijn met de geliefde een onbewolkt geluk is, een vreugde waaraan niets ontbreekt en waar geen enkel verdriet aan verbonden is, de vervulling van al wat men wenst, het hoogste wat men kan verlangen.
Ik heb genoegens van zeer uitlopende aard gesmaakt en zeer verschillende soorten geluk ervaren, maar geen ervan evenaarde het geluk van het verenigd zijn met een geliefde: het verkeren met de vorst betekende minder, en zo was het ook met het genot van verworven bezit, het hebben van iets dat ik eerst niet had, de terugkeer na lange afwezigheid, het veilig zijn nadat ik in gevaar had verkeerd en het ontspannen genieten van mijn bezit.
Dit geldt vooral wanneer de vereniging de minnaar lang ontzegd is gebleven en zijn geliefde hem lang heeft gemeden, zodat hij in vuur en vlam is geraakt, terwijl de vonk van zijn hoop bijna gedoofd was. Een grote verscheidenheid aan plantengroei na regen, het ontluiken van bloemen in de lente nadat uit de voorbijdrijvende wolken een bui is gevallen, het geluid van water dat neerruist op een gevarieerde bloemenpracht, het in verrukking bezien van witte paleizen omgeven door groene tuinen - dat alles is niet zo heerlijk als de vereniging met een geliefde wiens karakter u bevalt, wiens aard uw goedkeuring wegdraagt en die voortreffelijke eigenschappen heeft. Zelfs de meest welsprekende tong vermag het niet te beschrijven, het redenaarstalent zelfs van de beste spreker schiet hier tekort. Het gaat alle verstand te boven en is niet voor begrip vatbaar"

Deze woorden zijn omstreeks 1027 in het Arabisch geschreven door Abu Muhammad Ali ibn Ahmad ibn Said ibn Hazm, kortweg Ibn Hazm. Ze staan in een boek dat in de Nederlandse vertaling de Ring van de Duif heet en dat geheel aan de liefde is gewijd. De in Cordoba geboren Ibn Hazm schreef zijn boek terwijl hij zich in ballingschap bevond in het plaatsje Jativa. Wie wil weten hoe het hem daar verging, moet het prachtige verhaal lezen van Abdelkader Benali "De ballingschap van Ibn Hazm" in zijn verhalenbundel "Berichten uit Maanzaad Stad" uit 2001.

Het boek van Ibn Hazm weerspiegelt de rijke Arabische en islamitische cultuur van zijn tijd. In de Ring van de Duif noemt hij enkele van zijn leermeesters en de vakken waarin hij onderricht kreeg. Het ging om vakken als Islamitische Traditie, grammatica, retorica, dialectiek, theologie, rechtsgeleerdheid, klassieke Arabische poëzie en filosofie. De hoogstaande Arabische en islamitische cultuur waar Ibn Hazm een exponent van was, was lange tijd dé cultuur waaraan West Europa zich spiegelde en waaraan ze haar kennis ontleende.

De Arabische en islamitische cultuur was immers eeuwenlang toonaangevend op tal van gebieden zoals de wiskunde, de geneeskunst, de zeevaart en niet te vergeten de filosofie. Dank zij de Arabische geleerden die de klassieke Griekse teksten bestudeerden en vertaalden in het Arabisch, zijn deze teksten voor het Westen behouden gebleven. De Arabieren schonken het Westen aldus de mathematica van Euclides, de astronomie van Ptolemaeus, de geneeskunde van Hippocrates en Galenus en de fysica logica en ethica van Artistoteles. Wereldberoemd in deze context is de filosoof en Aristoteles kenner Ibn Rushd (in het westen bekend als Averroes) die van 1128 tot 1198 leefde. Ik kan u ook de naam noemen van Ibn Khaldoun (1332-1395) die door zijn traktaat Mukaddimah Kitab-al-Ibar als de grondlegger van de geschiedenis en de sociologie wordt beschouwd. Of die van Ibn Senna (Avicenna) de grote medicus, wiskundige en filosoof die leefde van 980-1037; zijn Qanun (Canon) vormt het fundament van de medische wetenschap van het Westen. En dan Ibn Batutta, de Marokkaanse ontdekkingsreiziger uit de 14e eeuw, die in 30 jaar van Marokko naar China reisde en terug. Of de de wiskundige al'Khwarizmi, geboren rond 790 in Baghdad, die als de grondlegger van de algebra geldt.
We rekenen overigens nog steeds met Arabische cijfers. En onze Nederlandse woorden admiraal, kabel en bark zijn aan Arabische maritieme termen ontleend.

Wat uit deze opsomming blijkt is dat de cultuur van West Europa diep door de Arabische en islamitische cultuur is beïnvloed - ook al willen we dát nu vaak niet meer weten.
Omgekeerd heeft dat wat we de Westerse cultuur noemen de Arabische en islamitische cultuur diep doordrongen. Ook dát wordt niet altijd onderkend - we hoeven alleen maar naar de verschillende islamitische en andere fundamentalisten te luisteren die de zuiverheid van de cultuur preken.
De onderlinge beïnvloeding en penetratie van de Westerse cultuur enerzijds en de Arabische en islamitische cultuur anderzijds is echter een feit. Dat was in het verleden zo, en is vandaag de dag opnieuw het geval. Door de moderne transport- en communicatiemiddelen is het nu echter minder dan ooit mogelijk om de mensen enkel en alleen in één hokje te stoppen. Mensen zijn én Nederlander, én moslim, én Marokkaan. Of én Nederlander, én liefhebber van Mozart, én lezer van Ibn Hazm. Of én Marokkaan, én Ajax-fan, én liefhebber van R&B (uitspraak: arenbie). Men kan én van Hafid Bouazza én van Liesbeth List houden. Zo kan ik eindeloos doorgaan met het geven van voorbeelden van de culturele gelaagdheden van de moderne wereldburgers.
Als er iets of iemand in Nederland hiervan doordrongen is dan is het wel El Hizjra.

El Hizjra dat in het Arabisch 'vertrekken' of 'migratie' betekent, staat symbool voor een veranderende samenleving, waarin een groot aantal mensen met een Arabische achtergrond hun plaatsnemen. Al 15 jaar zet El Hizjra zich in voor het bevorderen van de kennis van de Arabische kunst en cultuur. El Hizjra vindt dat meer kennis hierover tot een betere verstandhouding leidt tussen Nederlanders en Marokkanen en andere Arabische Nederlanders. Dat dit alles niet helemaal vanzelf gaat heeft El Hizjra ook ondervonden.

Toen El Hizjra in 1992 begon met het uitschrijven van een literaire prijsvraag voor Marokkaanse en andere Arabische Nederlanders en daar een Literatuurprijs aan koppelde, dachten velen in Nederland: "ze zijn gek geworden". Weinigen konden zich voorstellen dat Marokkanen en andere Arabische Nederlanders op literatuur gebied iets te melden zouden kunnen hebben dat ook voor Nederlanders interessant zou kunnen zijn.
Inmiddels vindt vandaag voor de 10e keer de uitreiking van de El Hizjra Literatuurprijzen plaats. Winnaars van vorige edities van de El Hizjra Literatuurprijs zoals Moustafa Sitou (1992), Abdelkader Benali (1995 en 1996), Khalid Boudou (1999). Meer hoef ik niet te zeggen. Hun prachtige romans worden door een breed publiek gewaardeerd.

Het vindt allemaal in het Nederland van de 21ste eeuw plaats en dat doet bij sommigen de vraag rijzen: wordt het geen tijd dat er in Nederland, in Amsterdam, een centrum komt die structureel aandacht schenkt aan de diverse aspecten van de Arabische en islamitische kunst en cultuur? Ik weet dat er op de achtergrond verschillende mensen zijn die met deze gedachten spelen. Er zijn zelfs naar verluidt onderzoeken gepleegd naar de haalbaarheid van een combinatie van diverse initiatieven. Wat niet mogelijk schijnt te zijn. Want het gaat hierbij om initiatieven waarbij de ene wil werken vanuit het binnen Nederland bestaande Arabisch-Nederlandse talent en dat "naar buiten" wil laten zien, en de andere juist andersom de reeds in het buitenland aanwezige Arabische en islamitische kunstschatten "naar binnen" wil halen om dat in Nederland te tonen.
Ik weet niet wat u ervan vindt, maar ik zou wel eens willen weten hoe hierover in Nederland en in het bijzonder in Amsterdam in breder verband wordt gedacht. Ik kan me voorstellen dat er -naar analogie van de discussie voor de totstandkoming van het monument voor de Slavernij
- in Amsterdam een brede discussie wordt gestart naar de wenselijkheid en mogelijkheden van de realisatie van een of beide gepresenteerde modellen voor een centrum voor Arabische en Islamitische cultuur. Wie steunt welk idee en waarom? En vooral wie is bereid en in staat zich het vuur uit de sloffen te lopen om deze hele zaak vlot te trekken? Wat mij betreft is deze discussie vandaag begonnen.

^


-

© gemeente Amsterdam - 18-03-2002