Openbaar Ministerie

Maastricht, 22 maart 2002

Strafrechtelijk onderzoek De Maaswerken wordt bestuurlijk voortgezet

Het Openbaar Ministerie (OM) in Maastricht heeft besloten dat er geen strafrechtelijke vervolging zal plaatsvinden van de Staat der Nederlanden inzake het onderzoek naar de gang van zaken bij de projectorganisatie De Maaswerken. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) heeft inmiddels de Inspecteur van VROM Inspectie Zuid opdracht gegeven tot het instellen van een bestuurlijk onderzoek naar de gang van zaken. Het OM heeft op grond van de resultaten uit het strafrechtelijk onderzoek hierop aangedrongen.

Het onderzoek

In het voorjaar van 2001 bleek uit een tussentijds monitoringsrapport van de projectorganisatie dat vermoedelijk ernstig verontreinigde baggerspecie was gestort in de Rijkelse Bemden, een voormalig grindgat gelegen in de gemeente Beesel. Aangezien de verdenking bestond van overtreding van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en/of de Wet bodembescherming, gaf het OM Maastricht opdracht tot een strafrechtelijk onderzoek naar de werkzaamheden en activiteiten bij het proefproject Maaswerken. Op 2 juli 2001 werd een multidisciplinair onderzoeksteam samengesteld, bestaande uit medewerkers van de Politie Limburg Noord, van de VROM Inlichtingen- & Opsporingsdienst (voorheen MIOT) en een opsporingsambtenaar van Rijkswaterstaat Directie Limburg. Het strafrechtelijk onderzoek werd gebaseerd op onderzoek van de in beslag genomen administratie. Op basis van artikel 19 van de wet op de economische delicten werd bij diverse instanties de administratie in beslag genomen.

De conclusie
De conclusie van het strafrechtelijk onderzoek luidt dat vermoedelijk sprake is van onder meer de volgende strafbare feiten :
* Overtreding van artikel 1 lid 3 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (toepassing van licht tot ernstig verontreinigd slib in de Rijkelse Bemden waarvoor geen vergunning was aangevraagd);

* Overtreding van de artikelen 6 en of 8 van de Wet bodembescherming (het niet melden in het kader van het Bouwstoffenbesluit van het toepassen van (ernstig) verontreinigde grond in de Rijkelse Bemden);

* Valsheid in geschrifte (in het kader van het Bouwstoffenbesluit werd gemeld dat schone grond werd toegepast in de Rijkelse Bemden terwijl feitelijk licht tot ernstig verontreinigde grond werd toegepast).

De vervolgingsvraag

De bevindingen tot dusverre wijzen erop dat de vermoedelijke strafbare feiten, gepleegd in het kader van de uitvoering van het project De Maaswerken, zijn toe te rekenen aan c.q. gepleegd door de Staat der Nederlanden, meer in het bijzonder namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Er is niet gebleken van strafrechtelijk verwijtbaar handelen van de zijde van de provincie Limburg of van de zijde van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Er zijn bij de projectorganisatie ook geen personen naar voren gekomen die een dusdanige rol hebben gespeeld dat zij als pleger in strafrechtelijke zin zouden kunnen worden aangemerkt.

Gelet op het feit dat het hier vermoedelijk uitsluitend gaat om strafbare feiten, gepleegd namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, zou een voortgezet strafrechtelijk onderzoek gericht zijn tegen de centrale overheid. In het licht van de bestaande jurisprudentie (Volkel-arrest) en gelet op het regeringsstandpunt is vervolging van de centrale overheid niet mogelijk. In verband hiermee is een eventuele vervolging van feitelijk leidinggevers aan de gedragingen (van de centrale overheid) evenmin aan de orde. Gelet hierop heeft het OM Maastricht, met instemming van het College van Procureurs-generaal het strafrechtelijk onderzoek beëindigd.

Een bestuurlijk onderzoek

De Minister van VROM heeft inmiddels de Inspecteur van VROM Inspectie Zuid opdracht gegeven tot het instellen van een bestuurlijk onderzoek naar de gang van zaken. Door het OM Maastricht en het onderzoeksteam is aangedrongen op een dergelijk onderzoek.

In het onderzoek zullen de knelpunten worden betrokken zoals die uit het strafrechtelijk onderzoek naar voren zijn gekomen. Met het bestuurlijk onderzoek wordt tevens beoogd herhaling van de gang van zaken in deze en andere projecten te voorkomen.

Het OM te Maastricht zal samen met de politieregio Limburg-Noord ondersteuning bieden aan het onderzoek.