Centrale Raad van Beroep Utrecht

Valutaire datum van bijschrijving van het griffierecht op de rekening van de Raad is bepalend.

Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 22-03-2002

In artikel 22 van de Beroepswet is bepaald dat voor de tijdigheid van de betaling van het griffierecht bepalend is de dag waarop het bedrag is bijgeschreven op de rekening van de Raad. Het bestuursorgaan heeft medegedeeld dat als datum van bijschrijving in de zin van artikel 22 van de Beroepswet moet worden beschouwd de datum waarop de bekendmaking van de bijschrijving aan de Raad heeft plaatsgevonden (27 juni 2000). De Raad volgt dit standpunt niet. Op het moment dat het griffierecht valutair is bijgeschreven op de rekening van de Raad, kan de Raad over het griffierecht beschikken. Nu het griffierecht op 25 juni 2000, derhalve 1 dag voor het einde van de termijn voor voldoening van het griffierecht, valutair op de rekening van de Raad is bijgeschreven is het griffierecht tijdig voldaan en is het hoger beroep ontvankelijk.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD9984
(Zie het originele bericht)