Gemeente Utrecht

Voortvarend aan de slag met leidsche rijn

De verbetering van de financiële positie van Leidsche Rijn is de derde pijler onder de voortvarende aanpak van Leidsche Rijn. Na de uitspraak van de Raad van State en het akkoord over de A2, resteert nu het oplossen van het financiële risico op een niet sluitende grondexploitatie. De herijking van het woningbouwprogramma, gepaard gaande met een verhoogde woningbouwproductie en kostenbeheersing zijn de instrumenten die het college van b en w gaat inzetten om ook de grondexploitatie van de nieuwe Utrechtse wijk gezond te maken.

De bestuursrapportage 2001 Leidsche Rijn maakt duidelijk dat de risico's voor het plangebied ten opzichte van 2000 substantieel zijn toegenomen. De belangrijkste oorzaken zijjn de beoogde oplossingen tegen dreigende verkeerscongestie, de overkomst van Vleuten-De Meern, de gewijzigde regelgeving, een lagere woningproductie en de nog niet hard toegezegde rijkssubsidies. Dit blijkt uit de bestuursrapportage Leidsche Rijn over 2001.

De bandbreedte van de risico's bevindt zich over 2001 tussen EUR 4,9 miljoen positief en EUR 160,7 miljoen negatief. Dat is exclusief de onbeïnvloedbare risico's van rijksdossiers: integratie A2, VINEX en VINAC-subsidies. Het college van burgemeester en wethouders vindt de financiële risico's te groot en heeft het projectbureau Leidsche Rijn opdracht gegeven binnen de grondexploitatie een aantal dossiers te onderzoeken en de bevindingen uiterlijk in de bestuursrapportage van 1 juni 2002 te rapporteren. Er wordt onder meer gekeken naar de herprogrammering van de woningbouw, de inrichting van het openbaar gebied, het beheersen van de risico's in Rijnsche Park en Haarrijnseplas en het per deelplan verhogen van de opbrengstpotentie. Daarnaast wil het college nadere afspraken met het rijk maken om de risico's in de rijksdossiers in te dammen.

De bestuursrapportage blikt terug op 2001 en kijkt vooruit naar de komende jaren. Daarin staan onder meer de herziene grondexploitatie en de analyse van kansen en risico's voor Leidsche Rijn. Uit de rapportage blijkt dat het Leidsche Rijn de afgelopen jaren niet meezat. Maar het college heeft zich in 2001 terdege voorbereid op de nieuwe kansen die een uitspraak van de Raad van State en een akkoord over de A2 mogelijk zouden maken. Zo is de herijking van het woningbouwprogramma voorbereid en zijn de financiële en andere knelpunten in de ontwikkeling van de nieuwe wijk goed in beeld. Daarmee zijn de belemmeringen voor een voortvarende aanpak van de bouwactiviteiten in Leidsche Rijn weggenomen.

Utrecht, 28 maart 2002