Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Toezicht op particuliere bodemsaneringen door provincies en vier grote steden moet beter (4-4-2002)


De provincies en de vier grote steden hebben in 1999 en 2000 onvoldoende toezicht gehouden op bodemsaneringsprojecten door bedrijven en particulieren. In die jaren is bij minder dan de helft van deze bodemsaneringen één of meer controles op
locatie uitgevoerd. Ook de  kwaliteit van deze controles liet in de helft van de gevallen te wensen over. Dat blijkt uit het onderzoek 'Bodem in zicht' van de VROM-Inspectie dat minister Pronk (VROM) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De minister wijst er in zijn begeleidende brief op dat het Interprovinciaal Overleg de noodzaak van een sterker toezicht volledig onderschrijft en inmiddels al aan een intensivering werkt.

Onderzoek
Bedrijven en particulieren moeten voor bodemsaneringen een plan opstellen, dat zij pas na goedkeuring door provincie of gemeente mogen uitvoeren. De VROM-Inspectie heeft vorig jaar onderzocht hoe deze overheden in 1999 en 2000 vervolgens toezicht hebben gehouden op de uitvoering van deze saneringsplannen. De VROM-Inspectie heeft hierbij een speciaal voor het onderzoek opgesteld toetsingskader gebruikt. De conclusie is dat het toezicht op bodemsaneringen in die jaren zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht te kort is geschoten. Overigens zegt deze uitkomst niets over de kwaliteit van de uitgevoerde saneringen zelf.

Verbetering
Al uit eerdere onderzoeken kwam naar voren dat het toezicht op bodemsaneringsprojecten beter moest. Sterkere handhaving is dan ook een belangrijk onderwerp in het Kabinetsstandpunt
Beleidsvernieuwing Bodemsanering dat op 10 april a.s. in de Tweede Kamer wordt besproken. Daarin staan maatregelen die de kwaliteit van  de uitvoering van bodemsanering moeten verbeteren. Zo moeten provincies en gemeenten onder andere een toezichts- en handhavingsplan voor bodemsaneringsprojecten gaan opstellen. De VROM-Inspectie doet voor het toezicht op bodemsaneringen door particulieren en bedrijven de aanbeveling dat de provincies en de vier grote steden samen met het Ministerie van VROM een kwalitatief en kwantitatief beoordelingskader gaan opstellen. Het toetsingskader dat de Inspectie bij het onderzoek heeft gebruikt, kan hiervoor als basis dienen.
Verder is het in de ogen van de Inspectie nodig dat de bevoegde overheden vaststellen wat nu precies afwijkingen bij saneringen zijn en hoe zij hier tegen optreden. Tenslotte is het noodzakelijk de aansturing van het toezicht te verbeteren en de uitvoering van het toezicht te verdubbelen.

Vervolgonderzoek
De VROM-Inspectie onderzoekt volgend jaar of de provincies en gemeenten hun toezicht op de uitvoering van bodemsaneringen door particulieren en bedrijven daadwerkelijk hebben verbeterd.

( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=1&goto=7170&site=persbericht )


---