---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten Afdeling Golfstaten
Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 4 april 2002 Auteur A.P. Wegerif
Kenmerk DAM-182/02 Telefoon 070 348 5838
Blad /1 Fax 070 348 6639
Bijlage(n) 1 E-mail ap.wegerif@minbuza.nl
Betreft Beantwoording van vragen van het lid Harrewijn over het optreden van
de religieuze politie in Saoedi-Arabië
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het Lid Harrewijn over het optreden van de religieuze politie in
Saoedi-Arabië. Deze vragen werden ingezonden op 22 maart 2002 met kenmerk
2010208120.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
van het lid Harrewijn (Groenlinks) over het optreden van de religieuze
politie in Saoedi-Arabië.
(ingezonden 20 maart 2002)
Vraag 1
Kent u het artikel "Saoedische religieuze politie in het nauw na dood
meisjes"?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Zijn 14 meisjes overleden en vele anderen gewond geraakt na een brand op een
school?
Antwoord
Volgens latere informatie zijn 15 meisjes overleden en 52 gewond geraakt.
Zij zijn niet direct slachtoffer geworden van de brand, maar van de paniek
die ontstond, doordat de nooduitgangen afgesloten bleken.
Vraag 3
Weerhield de religieuze politie de meisjes te vluchten omdat zij geen
hoofddoek droegen en er geen mannelijke familieleden van de meisjes in de
buurt waren?
Vraag 4
Op welke wijze heeft de Saoedische regering gereageerd op dit tragische
ongeluk?
Vraag 5
Hoe luidt het officiële standpunt van de Saoedische regering over deze
kwestie?
Vraag 6
Is de regering van Saoedi-Arabië voornemens een onderzoek te starten naar de
rol van de religieuze politie in deze tragedie? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
In de Saoedische pers zijn verontwaardigde artikelen en ingezonden brieven
verschenen over de rol van de religieuze politie bij dit tragische ongeluk.
De Saoedische Minister van Binnenlandse Zaken heeft echter ontkend dat de
religieuze politie de meisjes heeft belemmerd te vluchten. Hij kondigde aan
een grondig onderzoek te laten instellen en er op toe te zullen zien dat de
families van de slachtoffers genoegdoening (bloedgeld) zal worden verleend.
Naast de religieuze politie hebben andere factoren als de gebreken bij
onderhoud, brandpreventie en overbevolking van meisjesscholen een rol
gespeeld bij deze ramp. Kroonprins Abdullah heeft daarom een breder
onderzoek ingesteld naar de oorzaken van de ramp en maatregelen gelast om
herhaling te voorkomen. In elke provincie worden speciale onderzoekscomité's
ingesteld om de bouwtechnische staat van schoolgebouwen te onderzoeken. Ook
wordt een einde gemaakt aan de aparte behandeling van meisjesscholen en zal
de verantwoordelijke "Presidency of Girls' Education" worden samengevoegd
met het Ministerie van Onderwijs.
Vraag 7
Bent u bereid in EU-verband te pleiten voor een openbaar en transparant
onderzoek in Saoedi-Arabië? Zo neen, waarom niet?
Vraag 8
Bent u bereid al dan niet in EU-verband Saoedi-Arabië te wijzen op het feit
dat het land verdragslid is van de CEDAW (Convention on Elimination of All
Forms of Discrimination against Women), en dienovereenkomstig dient te
handelen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Gezien de bovengenoemde reacties binnen Saoedi-Arabië en de door de
autoriteiten aangekondigde onderzoeken en reeds getroffen maatregelen zie ik
geen aanleiding voor actie van de kant van de EU.
Vraag 9
Bent u bereid, al dan niet in EU-verband tijdens de VN
mensenrechtencommissie in Genève in een resolutie bezorgdheid uit te spreken
over de systematische en wijdverbreide mensenrechtenschendingen in
Saoedi-Arabië? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De EU spreekt zowel in VN-verband als rechtstreeks via démarches in Riyad
regelmatig haar bezorgdheid uit over mensenrechtenschendingen in
Saoedi-Arabië.
Vraag 10
Kunt u deze vragen vóór het Algemeen Overleg over VN Mensenrechtencommissie
op 26 maart 2002 beantwoorden?
Antwoord
Voor een grondige beantwoording was raadpleging van de ambassade in Riyad
noodzakelijk; de datum van 26 maart was daarom tot mijn spijt niet haalbaar.
Volkskrant 18 maart jl.
AI Index MDE 23/003/2002 - News Service Nr. 48.
Kenmerk
Blad /1
===