Ingezonden persbericht


Persbericht, 4 april 2002 - Embargo van Science tot 20.00 uur NLse tijd

Pimpelmeesvrouw leert wanneer eieren te leggen

HETEREN (Gld.) - Pimpelmezen kunnen leren van hun broedervaringen. De timing van het leggen van hun eieren stemmen ze af op hun ervaring met het voedselaanbod in het voorafgaande jaar. Morgen, vrijdag 5 april, verschijnen de onderzoeksresultaten van drie biologen van het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek (NIOO-KNAW) in Science.

Cruciaal voor de overleving van pimpelmeeskuikens is het samenvallen van het uitkomen van de eieren en de piek in het voedselaanbod (rupsen). Als signalen kunnen de vogels bijvoorbeeld gebruik maken van temperatuur, daglengte of de aanwezigheid van voedsel op het moment dat de eieren in aanleg zijn. Dr. Fabrizio Grieco, prof.dr. Arie van Noordwijk en dr. Marcel Visser van het NIOO-KNAW onderzochten of ook ervaringen uit eerdere jaren een rol spelen. De synchronisatie tussen het uitkomen van de eieren en het voedselaanbod van de broedpoging in het voorgaande jaar blijkt het leggedrag ook te beïnvloeden.

De onderzoekers gaven een deel van de pimpelmezen op Nationaal Park De Hoge Veluwe extra voedsel (insectenlarven) op het moment dat er kuikens waren. De vogels ervoeren op die manier een perfect samenvallend voedselaanbod en voedselvraag door hun jongen. De verwachting was dat deze mezenvrouwtjes in het volgende jaar op hetzelfde moment eieren leggen: de jongen hadden immers ruim te eten. (In de praktijk legden ze net ietsje later, omdat oudere kuikens meer bijgevoerd kregen en de moeders dit waarschijnlijk als late voedselpiek zagen). De controlegroep daarentegen kreeg geen extra voedsel voor de kuikens. Omdat de pimpelmezen te laat broedden om optimaal gebruik te maken van het voedselaanbod, ervoeren deze dieren dat ze 'te laat' waren. In het volgende jaar legden deze moeders dan ook eerder: ze leerden hun legdatum aan te passen.

"De vogels leren niet de verschillen tussen jaren in het algemeen, maar ze leren de timing van de rupsenpiek op hun eigen stekje kennen," benadrukt Fabrizio Grieco. Pimpelmezen broeden op uiteenlopende plekken, waardoor de voedselpiek daar flink eerder of later kan vallen in hetzelfde jaar. Op De Hoge Veluwe is dat al binnen een paar honderd meter afstand het geval. Eenmaal gekozen voor een bepaalde plek, dan blijft een mees daar zijn hele leven broeden. 'Het leren' moet in zo'n geval zijn vruchten afwerpen: meer jongen dus.

In de derde week van april beginnen de pimpelmezen gemiddeld met eieren leggen. Dat is al meer dan een week eerder dan in de jaren 1970. Kunnen pimpelmezen snel genoeg leren om de klimaatsveranderingen, het gemiddeld steeds vroegere voorjaar, bij te houden? Grieco: "Door het leren kunnen pimpelmezen hun eieren goed timen, maar dat wil niet zeggen dat klimaatsveranderingen geen problemen opleveren. De temperatuursstijging kan wel zó snel gaan, dat er niet genoeg tijd is om vroegleggende vogels te selecteren."

Het NIOO-KNAW is het onderzoeksinstituut voor ecologie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het bestaat uit drie centra: voor ecologie van kust en zee, van het zoete water en van het land. Op het NIOO-Centrum voor Terrestrische Oecologie in Heteren richten de onderzoekers zich op het leven op het land.



Ingezonden persbericht