Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de
TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Task Force
Internationaal Strafhof Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den
Haag
Datum 4 april 2002 Behandeld mr. H.G.J. Verweij
Kenmerk TF/ICC-088/02 Telefoon + 31 70 348 4995
Blad /1 Fax + 31 70 348 5244
Bijlage(n) 1 E-Mail harry.verweij@minbuza.nl
Betreft Voortgangsnotitie Internationaal Strafhof
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 12 februari 2002
met kenmerk buza 2002/10.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Voortgangsnotitie inzake de vestiging van het Internationaal Strafhof in
Den Haag
Inleiding
Het Statuut van het Internationaal Strafhof is door 139 landen ondertekend
en was per 3 april 2002 door 56 landen geratificeerd. Nederland legde de
akte van bekrachtiging neer op 17 juli 2001, precies drie jaar na de
ondertekening te Rome. Inmiddels is bekend dat naar alle waarschijnlijkheid
de 60e bekrachtiging zal worden gedeponeerd op 11 april 2002 tijdens de
zitting van de Voorbereidingscommissie voor het Internationaal Strafhof
(Prepcom) in New York. Dit betekent dat het Statuut tegen de zomer van 2002
in werking treedt. De eerste vergadering van Staten die partij zijn zal dan
plaats hebben in september 2002 te New York. Een eerdere datum is om
praktische redenen niet mogelijk.
Voordien zal de Prepcom nog twee maal twee weken vergaderen in New York. Van
11 tot 15 maart 2002 vergaderden experts op Nederlandse uitnodiging tijdens
een zogenoemde intersessionele bijeenkomst in Den Haag, waarover hieronder
meer.
De Nederlandse voorbereidingen voor de vestiging van het Internationaal
Strafhof in het najaar van 2002 in Den Haag zijn in volle gang. Teneinde het
internationale en het nationale voorbereidingsproces te optimaliseren is op
het Ministerie van Buitenlandse Zaken een Task Force opgericht die per 1
februari 2002 onder leiding is gesteld van een Directeur-generaal. Deze Task
Force is het 'scharnierpunt' van alle inspanningen die op verschillende
niveaus en in verschillende verbanden, nationaal en internationaal, worden
verricht. Een project als het onderhavige brengt vele aandachtsvelden met
zich mee. Van 'macro' naar 'micro' zijn dat in ieder geval de volgende:
internationaal, diplomatiek, politiek, juridisch,
'gastland'-aangelegenheden, huisvesting, datacommunicatie, beveiliging,
financiën, communicatie en publieksvoorlichting.
De voorbereiding van de komst van het Hof gaat ook gepaard met een aantal
onzekerheden. Zo zal de werkwijze van het Hof pas na inwerktreding van het
Statuut duidelijk worden, zoals in datzelfde Statuut is bepaald.
Op nationaal niveau zijn of worden de departementen van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden, Financiën en Defensie intensief bij de voorbereidingen betrokken. Uiteraard geldt dat ook voor de Gemeente Den Haag en de Rijksgebouwendienst. In een latere fase, wanneer de onderhandelingen over de zetelovereenkomst in het voorjaar van 2003 aanvangen, zal ook een beroep worden gedaan op andere departementen.
Hieronder volgt op hoofdlijnen de stand van zaken met betrekking tot de
belangrijkste aandachtsvelden op dit moment.
Het internationale proces
De Prepcom
Het Statuut zal eerder in werking treden dan na afloop van de Conferentie
van Rome werd aangenomen. Dat is een verrassend en groot succes. Niet alleen
voor de VN lidstaten die actief in de Prepcom onderhandelingen te New York
hebben deelgenomen, maar ook voor de vele niet-gouvernementele organisaties,
gecoördineerd door de 'Coalition for an International Criminal Court'. Deze
coalitie van honderden NGO's heeft een effectieve ratificatiecampagne
gevoerd op alle continenten, hetgeen aan het succes heeft bijgedragen.
Nederland heeft de coalitie en deze campagne zowel financieel als politiek
gesteund en zal daarmee doorgaan. De effectiviteit van de ratificatie
campagne wordt nog verder bevorderd door de grote eenheid die de Europese
Unie op dit onderwerp ten toon spreidt. De EU heeft op 11 juni 2001 een
gemeenschappelijk standpunt aangenomen, die politiek veel gewicht in de
schaal legt. Dit gemeenschappelijk standpunt is recentelijk tevens door 15
andere Europese landen publiekelijk onderschreven. Ook het Europees
Parlement heeft consequent het proces ondersteund, laatstelijk nog met de
resolutie van 28 februari 2002. De Europese Commissie heeft ruime financiële
middelen toegekend gekregen om het proces financieel te ondersteunen
(European Initiative for Democracy and Human Rights). Met deze middelen
worden voornamelijk NGO's, zoals No Peace Without Justice, gesubsidieerd.
De Prepcom zal dit jaar zowel in april als in juli nog twee weken
bijeenkomen om de eerste bijeenkomst van de vergadering van Staten die
partij zijn (Assembly of States Parties-ASP) zo goed mogelijk voor te
bereiden. De belangrijkste onderwerpen die in april aan de orde komen, zijn
de begroting voor het eerste jaar, de uitgangspunten voor de
zetelovereenkomst, voorbereidende documenten voor de eerste ASP en de
definitie van het misdrijf 'agressie'. Voor Nederland hebben de
onderhandelingen over de begroting voor het eerste jaar en de uitgangspunten
voor de zetelovereenkomst prioriteit. De begrotingsonderhandelingen geven de
gelegenheid om een precieze afbakening te maken tussen het bod dat Nederland
als gastland heeft gedaan, in Rome en daarna, en de financiële
verantwoordelijkheden van de verdragspartijen, te voldoen door middel van
reguliere contributiebetalingen.
Voor de goede orde wordt het Nederlandse bod nog eens in herinnering
gebracht. Nederland zal zorgdragen voor huisvesting van het Hof, huurvrij,
voor een periode van tien jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van het
Statuut. Na afloop van die periode kan het Hof de ter beschikking gestelde
huisvesting huren op het niveau van de dan heersende marktprijzen. Daarover
zal geen belasting worden geheven. De (permanente) huisvesting zal onder
meer twee grote en twee secundaire rechtszalen bevatten.
Detentiefaciliteiten worden in de omgeving van het hoofdgebouw van het Hof
ter beschikking gesteld. Nederland garandeert bovendien de veiligheid van de
gekozen autoriteiten van het Hof en hun medewerkers, van personen die op
last van het Hof zijn gedetineerd en van de getuigen en slachtoffers die op
verzoek van het Hof verschijnen. Nederland zal in het eerste jaar van het
bestaan van het Hof voor een aantal van maximaal 100 medewerkers
kantoorruimte en -uitrusting leveren. Tenslotte zal Nederland ruimhartig
financieel bijdragen aan de organisatie van de eerste vergaderingen van
Staten die partij zijn (ASP) en het Bureau van de ASP. De inaugurele
bijeenkomst in Den Haag wordt volledig door Nederland gefinancierd. Een
geactualiseerde raming van de kosten verbonden aan het Nederlandse bod kan
de Kamer tegemoet zien in de begroting voor het jaar 2003 e.v.
De besprekingen over de begroting van het eerste jaar van het Hof zullen in
de Prepcomzitting van juli 2002 worden voortgezet. Uiteindelijk zal de ASP
het door de Prepcom voorbereide begroting in september 2002 moeten
goedkeuren.
Het belang van de besprekingen over de uitgangspunten voor een
zetelovereenkomst spreekt voor zich. Het zal daarbij niet gaan over de
zetelovereenkomst als zodanig. Het gaat voorshands slechts over de
uitgangspunten die als richtsnoer van het Hof ten behoeve van de
onderhandelingen tussen het Hof en het gastland zullen dienen. Voordat de
bilaterale onderhandelingen tussen de internationale organisatie en het
gastland van start kunnen gaan, moet eerst de President van het Hof worden
gekozen. Naar verwachting gebeurt dat in het eerste kwartaal van 2003. De
resultaten van de onderhandelingen over de zetelovereenkomst worden aan de
Kamer voorgelegd.
Aangezien de eerste medewerkers van het Hof waarschijnlijk in het najaar van
2002 aantreden, zal de regering een plan uitwerken om die medewerkers, voor
zover dat functioneel is, op een tijdelijke basis, privileges en
immuniteiten in Nederland toe te kennen.
Subcomité Prepcom
Mede op Nederlands verzoek heeft de Prepcom in september 2001 een comité
ingesteld als interlocuteur voor het gastland. Daaraan bestond behoefte,
aangezien voor de vestigingsproblematiek geen voor de hand liggende
internationale gesprekspartner bestond. Immers, het Statuut is een verdrag
dat nog niet in werking is getreden en er waren geen gemandateerde partijen
(zoals het VN hoofdkwartier voor het Joegoslavië-Tribunaal, de Schotse
Regering voor het Lockerbie Hof etc.) beschikbaar. Het Subcomité is
inmiddels drie keer in Nederland bijeen geweest.
De eerste bijeenkomst, in december 2001 in Apeldoorn, had tot doel kennis op
te doen over de urgente behoeften van het Hof bij oprichting. De deelnemers
waren de leden van het Subcomité, vertegenwoordigers van Nederlandse
autoriteiten, de NGO-coalitie en experts. De experts waren voornamelijk
afkomstig van het Joegoslavië-Tribunaal. Het Subcomité legde de Voorzitter
van de Prepcom na afsluiting van die bijeenkomst een aantal aanbevelingen
voor:
de oprichting van een trustfund in New York om door middel van vrijwillige
bijdragen de kosten te kunnen dekken van de eerste ASP;
het houden van een intersessionele ICC expert-bijeenkomst in Den Haag om
afspraken te maken over voorlopig toepasbare interne regelgeving voor het
Hof; en
de oprichting van een 'advance team' dat op basis van die voorlopige
regelgeving de eerste administratieve structuren van het Hof moet opzetten.
De Voorzitter heeft die aanbevelingen overgenomen.
Ad. 1 De Secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft inmiddels een
trustfund voor de ASP opgericht en de regering is voornemens conform de
toezegging die ik in september vorig jaar in de Prepcom deed, een
aanzienlijke bijdrage te storten, ter dekking van de totale voorziene kosten
van de eerste bijeenkomst ad 2.8 miljoen USD.
Ad. 2 De intersessionele ICC expert-conferentie had plaats van 11 tot 15
maart 2002 in Den Haag. De bijeenkomst markeerde symbolisch het begin van de
activiteiten voor het Hof in Den Haag. Nederland organiseerde de conferentie
en kreeg daarbij financiële ondersteuning van Canada, Duitsland en het VK.
Aan de conferentie namen zo'n 170 gedelegeerden afkomstig uit meer dan 80
landen deel. De bijeenkomst werd succesvol afgesloten met de aanvaarding bij
consensus van een rapport dat aan de Prepcom in New York zal worden
aangeboden. Dat rapport geeft aan welke bestaande, veelal aan de VN
ontleende, interne regelgeving door de medewerkers van het Hof vanaf het
eerste begin voorlopig kan worden toegepast. De regelgeving heeft
voornamelijk betrekking op personeelsbeheer en administratie, budget en
financiën en operationele zaken. Het rapport en de documenten die de basis
vormden van de onderhandelingen zijn te vinden op
www.un.org/law/icc/intersess2002/index/html.
Ad. 3 De activiteiten ten behoeve van de oprichting van een 'advance-team'
begonnen. De taken kunnen kortweg worden omschreven als het leggen van een
basis voor de operationele en administratieve organisatie van het Hof.
Daarmee moeten de eerste medewerkers van het Hof personeel kunnen werven en
aannemen, goederen en diensten kunnen verwerven en verzekeren, dat een basis
kantoor infrastructuur is ingericht, waarmee het Hof in zijn prille bestaan
kan functioneren.
Nederland is gevraagd om mede-verantwoordelijk te willen zijn voor dit
internationale team en is instrumenteel betrokken bij de logistieke
voorbereidingen en het identificeren van financieringsbronnen. De Task Force
ICC is in een vergevorderd stadium van overleg met de Europese Commissie
voor co-financiering uit de gelden voor het EIHD (European Initiative for
Human Rights and Democracy). Nederland is evenwel niet verantwoordelijk voor
het functioneren van dat team. De Voorzitter van de Prepcom zal het advance
team aansturen. Belangrijk is dat er een heldere afbakening is tussen de
belangen van de internationale gemeenschap en die van Nederland als
gastland. Nederland zal, na de oprichting van dat team, er alles aan doen om
het goede functioneren ervan te bevorderen. Daarvoor bestaat in beginsel
brede politieke steun in de EU. Ook worden de mogelijkheden onderzocht voor
adhoc co-financiering uit andere bronnen. Het advance team zal, volgens de
eerste planning, worden samengesteld uit 7 experts, en zal mogelijk al rond
1 mei de werkzaamheden in Den Haag beginnen.
Naast de genoemde bijeenkomst in Apeldoorn, zijn het Subcomité en het
gastland nog tweemaal in Nederland bijeen geweest (van 21 tot 23 januari
2002 en op 18 en 19 maart 2002) om verdere invulling te geven aan de
uitgezette plannen en om aanbevelingen voor de voorzitter van de Prepcom te
formuleren.
VS
De Verenigde Staten blijven onverminderd tegen het Internationaal Strafhof.
Het Statuut, hoewel door de VS ondertekend, zal niet naar de Senaat worden
gezonden ter ratificatie. Het is onaannemelijk dat in deze situatie op
afzienbare termijn verandering komt.
De VS menen dat het Statuut essentiële waarborgen mist om politisering van
het Hof te voorkomen. Voorts zou het Statuut in de ogen van de VS geen
jurisdictie mogen toekennen aan het Hof over Staten die geen partij zijn.
Nederland zal nauwgezet de ontwikkelingen in Washington op dit terrein
blijven volgen De verschillende versies van de 'American Service members'
Protection Act' zijn, zijn zoals bekend, weliswaar van tafel, maar wellicht
niet definitief. Deze wetgevingsvoorstellen bevatten voor het Hof zeer
schadelijke bepalingen. Nederland zal de goede traditie dat tussen de beide
landen zakelijk over deze en vergelijkbare kwesties wordt gesproken,
voortzetten en de VS onverminderd blijven wijzen op het belang van
Amerikaanse deelname, zoals recent nog in mijn gesprek met Ambassadeur
Prosper.
Ratificaties
Het is zeker dat tijdens de zitting van de Prepcom in april aanstaande de
60e ratificatie in New York wordt gedeponeerd. Dan treedt het Statuut op 1
juli in werking. Opvallend is dat het Aziatische continent nog niet goed is
vertegenwoordigd op de ratificatielijst. Tadzjikistan is tot op heden de
enige vertegenwoordiger van dat continent. De ratificatiecampagne van de EU
en de NGO's zal met nog meer nadruk activiteiten moeten ontwikkelen in Azië
(incl. het Midden-Oosten). Op de kortere termijn is er een hoopvolle
stemming ten aanzien van toetreding van Mongolië, Zuid-Korea, Thailand,
Cambodja en Bangladesh. Ook zal Japan worden opgeroepen zich spoedigst te
voegen op de ratificatielijst.
Overige opvallende afwezigen zijn Australië, Ierland en Griekenland. Deze
landen zullen naar verluidt hun procedures nog dit jaar afronden.
Wetgeving
Op 19 maart 2002 zijn de uitvoeringswet Internationaal Strafhof en de
daarbij behorende Aanpassingswet met algemene stemmen door de Tweede Kamer
der Staten-Generaal aanvaard.
Het voorstel van een Wet internationale misdrijven zal naar verwachting
begin april 2002 bij de Tweede Kamer worden ingediend.
Huisvesting
Nederland stelt conform het uitgebrachte bod huisvesting aan het Hof ter
beschikking vrij van huur voor een periode van 10 jaar vanaf de datum van
inwerkingtreding van het Statuut. Deze periode zal dus waarschijnlijk lopen
van zomer 2002 tot zomer 2012. In dat tijdvak zal het Hof eerst in
tijdelijke huisvesting worden ondergebracht en later in de nieuw te bouwen
permanente huisvesting. Als criteria voor de inrichting van de
interim-voorziening hanteert de Regering: de beschikbaarheid van adequate
werkplekken en -ruimten voor het Hof, adequate beveiliging en
kosten-effectiviteit.
In nauw overleg met de Rijksgebouwendienst en de Gemeente Den Haag zijn twee
locaties geïdentificeerd. Een locatie is bedoeld als de interim-faciliteit
voor de periode van 2002-2007/2008. De locatie voor de definitieve
huisvesting zal vanaf 2007/2008 in gebruik kunnen worden genomen, als daar
voor het Hof nieuwe gebouwen zijn neergezet.
Interim huisvesting
Het geïdentificeerde interim-gebouw ligt aan de Johan de Wittlaan in Den
Haag. Dit gebouw is nu in gebruik door Rijkswaterstaat. Omdat nog niet zeker
is of dit gebouw tijdig aan het Hof ter beschikking zal kunnen worden
gesteld, wordt met VROM en Justitie en met de gemeente Den Haag overleg
gevoerd over een mogelijk alternatief. Dit zal op tijd beschikbaar zijn.
De noodzakelijke aanpassingen van het gebouw voor de tijdelijke huisvesting vallen uiteen in de categorieën 'veiligheid' en 'interne faciliteiten'.
Wat de veiligheid betreft, moeten beveiligingsmaatregelen worden getroffen
die vergelijkbaar zijn met de maatregelen die voor het Joegoslavië-Tribunaal
zijn genomen. Dat betreft zowel de externe veiligheid van het gebouw,
inclusief een veiligheidszone er omheen, als interne- en
toegangsbeveiliging.
Voor wat betreft de aanpassing heeft Nederland zich financieel garant
gesteld voor de inrichting van 100 werkplekken in het eerste jaar van het
functioneren van het Hof, inclusief de daarbij behorende ICT-infrastructuur
en apparatuur, alsmede voor de betaling van de huur van het gebouw. Ook
omdat het programma van eisen met betrekking tot de interim huisvesting van
het Hof nog onderwerp van nader overleg met de internationale gemeenschap en
met experts op het gebied van internationale strafgerechten is, is een
precieze kostenraming nog niet te geven. In de begrotingsvoorstellen voor
2003 en verder worden de geactualiseerde ramingen volgens de huidige
inzichten opgenomen.
Permanente huisvesting
De locatie voor de definitieve huisvesting betreft een deel van de terreinen
van de huidige Alexanderkazerne, te weten het voorterrein. De voor het Hof
aangewezen terreinen komen vanaf 1 januari 2005 ter beschikking voor de
aanvang van de bouwwerkzaamheden. In overleg met Defensie, zal het terrein
zo veel eerder als mogelijk bouwrijp worden gemaakt.
De overdracht van het gebruik van de locatie van Defensie naar Buitenlandse Zaken is onderwerp van overleg tussen de Directie der Domeinen van het Ministerie van Financiën en de eerder genoemde ministeries.
Voor de permanente huisvesting wordt een architectenselectie georganiseerd.
Voor dit proces heeft de Gemeente Den Haag een half miljoen euro
vrijgemaakt. De selectie, die onder leiding van de Rijksbouwmeester staat,
verloopt in overeenstemming met de vigerende internationale regelgeving en
zal in nauwe samenwerking tussen de Gemeente Den Haag, de Rijksbouwmeester,
de RGD en de Task Force ICC worden uitgevoerd. Bij de finale afwegingen zal
een breed en ook internationaal samengestelde selectiecommissie worden
betrokken.
Na de selectie van de architect zal deze de plannen uitwerken. Ook zullen de
nodige voorzieningen voor de bouw worden getroffen, waaronder parallel de
noodzakelijke aanbestedingen voor de bouw door de RGD, zodat de
bouwwerkzaamheden begin 2005 kunnen beginnen De oplevering van de gebouwen
is, naar huidige inzichten, voorzien eind 2007.
Aanvang werkzaamheden van het Hof
Met enige regelmaat valt het verwachtingspatroon te beluisteren dat het Hof
onmiddellijk vanaf de allereerste dag na inwerkingtreding van het Statuut
operationeel zal zijn. Zulke verwachtingen lijken evenwel te optimistisch en
dienen enigszins genuanceerd te worden, in het bijzonder wat betreft de
veronderstelling dat het Hof meteen dit jaar krachtig zal kunnen optreden
tegen de misdrijven die onder zijn rechtsmacht vallen. Het is in dit verband
belangrijk te benadrukken dat het gastland Nederland geen
verantwoordelijkheid draagt voor de beleidslijnen die de autoriteiten van
het Internationaal Strafhof zullen uitzetten.
Het voorlopige tijdpad ziet er als volgt uit. Na de inwerkingtreding van het
Statuut in de zomer van 2002, wordt de eerste Vergadering van Staten die
partij zijn (ASP) in New York voorzien in september 2002. Zoals al eerder
was aangegeven, zal deze bijeenkomst niet voor het zomerreces 2002 kunnen
plaatsvinden. Tijdens die bijeenkomst moeten de door de Prepcom voorbereide
documenten worden goedgekeurd. Dat geldt ook voor de begroting van het
eerste jaar, op basis waarvan de eerste contributiebetalingen worden
verricht.
De tweede ASP wordt naar verwachting begin 2003 gehouden. Tijdens die
bijeenkomst worden de rechters en de Aanklager gekozen. Zo spoedig mogelijk
zal vervolgens in Nederland de inaugurele bijeenkomst plaatsvinden. Zodra de
rechters en de aanklager zijn beëdigd, zullen zij met hun werkzaamheden
kunnen beginnen, mogelijk in het tweede kwartaal van 2003. Vanaf dat moment
kunnen zaken die het Hof mogelijkerwijs al in een eerdere fase waren
voorgelegd worden behandeld.
Een volwaardige internationale staf moet dan nog worden gevormd. Het zal
afhangen van de omstandigheden of er al snel in 2003 zaken in behandeling
zijn bij het Hof. Hierbij moet worden bedacht dat het Statuut niet met
terugwerkende kracht van toepassing is. De Aanklager zal bovendien een
eerste zaak extra zorgvuldig willen selecteren en voorbereiden. Ook bepaalt
de zgn. complementariteitregeling dat het Hof niet ontvankelijk is als die
zaak al wordt onderzocht of vervolgd door een staat die jurisdictie heeft,
tenzij die staat onwillig is of werkelijk niet in staat is een onderzoek of
vervolging uit te voeren.
Hoewel het Statuut dus binnenkort in werking zal treden, zal het toch nog
even duren voordat de eerste rechtszitting plaatsheeft. Dat neemt niet weg
dat voordien door alle betrokken partijen, inclusief het gastland, al veel
werk zal kunnen en moeten worden verzet om goed voorbereid te zijn op de
toekomstige werkzaamheden van het Hof.
Kenmerk
Blad /1
===